Om enigszins een beeld te schapen denk ik dat ik ‘t ‘t beste kan illustreren met m’n 2-wekelijkse ophangsessie van de was. Dat heeft nl de grootste neiging om te verzanden & rituelen & steeds terugkerende ingebeelde wetmatigheden.
Ik gooi alles tegelijk in de wasmachine. Sokken, shirts, onderbroeken & theedoeken. Etc. Ik hoef me niet te bekommeren om kleuronvastheid is mijn motivatie. Dus alles gaat er in.
Dat zorgt er voor dat ik bij ‘t ophangen kan tellen hoeveel dagen ‘t geleden is dat de vorige wasbeurt heeft plaatsgevonden. Daar kan ik m’n shirts of anders m’n onderbroeken voor gebruiken. Doe ik niet elke keer, alleen als ik me dat bedenk & er zin in heb.
De shirts worden als 1e opgehangen. Ze nemen de meeste ruimte in. Dus krijg ik snel overzicht hoeveel ruimte ik op de 2 rekjes over houd voor alles dat nog moet volgen.
‘t Ene shirt hang ik aan de linkerkant van ‘t rek. Daarna wordt de rechterkant van lijn 2 gebruikt & die afwisseling gaat 10 shirts door. Dan is ‘t rek vol.
Zo hebben de shirts de meeste lucht & droogt ‘t sneller, heb ik ooit bedacht.
Een ingebouwd ritueel waar over is nagedacht; daar heb ik niet zo’n moeite mee.
Vervolgens is ‘t kleine materieel aan de beurt. Sokken, dweiltjes, onderbroeken.
Ik zou ze willekeurig uit de stapel kunnen plukken, maar hier begint dwangmatigheid. Mijn ogen zijn op dat moment al bezig tussen ‘t kluwen de groene sokken te vinden. Groen is mijn kleur. ‘t Is dat ik niet als freak te boek wil staan, anders waren al mijn kleren in die kleur geweest.
Nu ben ik al tevreden dat niet iedereen dat hoeft te zien. Ik heb ‘verstop’-groen. M’n steunzolen is daar een goed voorbeeld van.
Mijn groene sokken pluk ik er dus uit & hangen met z’n 4-en ‘t 1st, opdat ze maar snel mogen drogen & me, indien noodzakelijk, liefst morgenochtend van dienst kunnen zijn.
De zwarte & de crème-kleurige worden kort genegeerd, maar liefst volgen die snel richting lijn. Maar ik speel dan ‘t stiekeme spelletje dat ik dat niet mag forceren door ze in de stapel op te gaan zoeken. Er moet ook nog wat spontaans & onvoorspelbaars deel uitmaken in dit terugkerend huishoudelijk onderdeel, dat vooral niet mag verzanden in dwangmatigheid.
Dat denk ik ook elke keer. Zoiets van: doe nou ff normaal. Of: je bent toch niet gek?
Liefst geen ingewikkeldheden, geen analyses. Hoewel die tijdens ‘t saaie proces van was ophangen er toch vanzelf wel insluipen. Dat hoofd staat al die tijd niet stil tenslotte. Die ziet de dingen nou eenmaal gebeuren. & Neemt per ongeluk wetmatigheden waar.
Waar-ie dat eigenlijk moet interpreteren als ‘toeval’.
Stel dat ik dus bedenk: ‘Het is gewoon toeval dat de groene onderbroeken als 1e boven komen drijven in de stapel.’ Dan blijft ‘t niet daarbij. Ik ben dan nl al snel bezig om die gedachte met hypotheses van ‘t tegengestelde aan ‘t bekogelen.
Hoe onopvallend wordt een onderbroek in een stapel van 14 vermengd met 3 dweilen & 4 sokken? Oja, daar steekt ook nog de punt van een theedoek uit. Hoe groot is de kans dat de kleur groen meer opvalt als ‘t zich omringt weet door roze & felgroene dweilen, plus een donkergroen/lichtgroen geblokte theedoek? Kan de stof van bepaalde artikelen ervoor zorgen dat de kans voor enkele daarvan sneller boven komen drijven tov de rest?
Ik ga ondertussen gewoon door met m’n hangwerk. Dit denkproces dient vooral om me bezig te houden. ‘t Loopt door tot aan ‘t moment dat ‘t laatste wasgoed z’n knijper heeft bereikt & gezellig met z’n soortgenoten hangt te drogen voor minstens een etmaal.
Daarnet was echter 1 van de 2 zwarte kousen afwezig. Terwijl er inmiddels 7 sokken waren opgehangen & ik ondertussen begon te merken dat ik krap in ruimte zou komen te zitten. ‘t Plekje, naast die andere van ‘t model sok, dreigde door andere nattigheden in beslag genomen te worden. Als ik ‘m straks in de trommel terug zou vinden, veel te laat, zou ik een andere plek moeten zien te vinden, apart van afdeling sok aan wasrek 2.
Nou wil ik die dingen eigenlijk allemaal niet denken, die onbenulligheidjes, routines, vaste-plekjes-routinematigheden, maar als ik ze angstvallig ga tegenhouden, dan krijg ik meteen daarop ‘t argument van mezelf te horen dat ik mezelf niet in een dwangbuis moet dwingen: ‘Laat die kop van je gewoon ff lekker gedachtespelletjes spelen & overzicht creëren waar & hoeveel hij maar wil. Dat zorgt uiteindelijk alleen maar voor gemoedsrust & wellicht een leuke voortzetting van deze dag.’
‘t Volgende moment vond ik de bewuste sok op de plek waar ik de laatste onderbroek op had gepakt voor zijn droogbeurt. Ik legde die laatste nog even terug, heb wat ruimte vrijgemaakt naast zwarte sok nr 2 & ze zijn vervolgens gezamenlijk aan ‘t drogen geslagen.
In een traag maar gestaag tempo. ‘t Had geen haast tenslotte, want 1st zijn de 4 groenen aan de beurt.
Maar niemand die dat kan zien in Zijperspace als dat eenmaal zover is.