Humus Kalypso Klippen

Zij zei dat ze zich niet lekker voelde & naar huis ging.
Ik vroeg of zij dan ook last had van haar maag.
Zij zei ‘Jap’, wat ‘Yep’ in mijn taal betekent & vaak op een andere manier geschreven wordt omdat haar vingers te snel zijn. ‘Yep’ gaat daarentegen bij mij nooit fout omdat mijn telefoon nog niet zoveel woorden in z’n vocabulaire heeft die met een ‘y’ beginnen. & De ingebouwde suggestie-mode werkt nog altijd uitstekend. Mijn vingers gaan echter langzaam in dit geval. Maar je zou eens moeten zien hoe mijn vingers, met z’n 10-en, over een normaal toetsenbord vliegen.

Toen schreef ik dat ok ‘t ook heb.
Waarna ik al snel de zin er op liet volgen dat ok ik is: ‘Ok is ik.’
Ik hou van dat soort zinnen. Ze corrigeren ‘t voorgaande & geven tegelijkertijd een andere betekenis aan ‘t geheel. Want vanaf dat zinnetje zou ik met opgeheven hoofd de wereld tegemoet treden, ging er door me heen.

‘Beetje heet gevoel in de buik,’ zei de 1.
‘Darmen kramp,’ reageerde de ander.
‘Hep,’ zei iemand, waarvan wij beiden meteen de betekenis begrepen.

Buikgriepje? Iets verkeerds gegeten?
Soep?
Rijst?
Lijkt me sterk.
Kaas?
Is niet ontdooid geweest. Maar dat sloeg waarschijnlijk op ‘t vraagteken ervoor, want vervolgens volgde ‘Nope’. & Wat heb je tenslotte aan bevroren kaas?

Plots geen vraagteken in de opmerking: ‘Vlees in soep’.
Oei, die was bij de slager op de grond gevallen. & Wij hadden geruststellend gekeken dat we ons daar niets van aan zouden trekken.
Maar nu gingen er plots hordes bacteriën, virussen & andersoortige ziektekiemen aan onze verbeelding voorbij.
‘Maar die heeft gekookt,’ kwam al snel een relativerende opmerking om ons beiden gerust te stellen.

Toen stuurde 1 van ons een berichtje met ‘t woord ‘humus’ er in. Eigenlijk was dat ‘t enige woord, maar tegelijkertijd werd dit woord binnenshoofds als vanzelf ontleed in tahin, olie, kruiden, bonen & venkel & schoot me te binnen dat ik nog geen ziekteberichten had gehoord van ‘t rijtje afnemers van 6 personen lang.

Toch liet ik ‘t laatste restje staan. Ik, met ‘t darmenstelsel dat steeds maar weer wordt geteisterd door voedsel dat zijn lactose-intolerantie & waarschijnlijke fructosemalabsorptie (zeg die 2 woorden maar eens vloeiend achter elkaar tegen een zorgverlener, als je zelf nog maar net van ‘t bestaan ervan op de hoogte bent gebracht) niet welkom wilde heten & zich daardoor telkens weer kenbaar moesten maken, vaak in de vorm van een algehele revolte tegen de zogenaamd heerser van onderhevig lichaam.
& Zij, die ‘t buitenland met de daarmee gepaard gaande exotische eetgewoontes meermaals heeft overleeft, ja zij, die gewoon door blijft werken als ‘t bij haar van binnen in opstand is, zíj heeft ‘t verheerlijkt met kaas & komkommer & wat dies meer om er in te dopen aanwezig was voor mijn neus gisterenavond opgepeuzeld.
Ik besloot terstond vandaag nieuwe te gaan maken.

Hiertoe gebruikte ik:
 – 300 gr Calypso bonen (voor ‘t weken & koken)
 – blaadjes van 15 takjes platte peterselie
 – blaadjes van 3 takjes verse oregano
 – ½e rode peper
 – sap van 3 limoenen
 – 10 zongedroogde tomaten op olie
 – 2 gerookte knoflooktenen
 – 6 el tahin
 – 5 el griekse olijfolie
 – peper & zeezout

Ik weet zeker dat ‘t na vandaag nog wel 4 dagen houdbaar is.

Humus Tutoyee

‘Lekker,’ zeggen we telkens weer.
‘t Kan niet vaak genoeg eigenlijk, tegen elkaar, tijdens elke maaltijd; ‘t eten wordt er als vanzelf beter van.
Dus weerklinkt ‘t elke keer als we iets aangenaams in onze mond stoppen. Want ‘t is zelf bereid. Of zij heeft ‘t zelf gezet. ‘t Kan ook dat ik eigenhandig ‘t gas heb aangestoken.

& Dat ik van haar hou mag ik vooral niet te vaak herhalen. Die paar woorden mogen hun meerwaarde niet verliezen. Als ‘t begint te lijken dat de zinnen verzandt zijn in routine. Bij elke keer dat je zoiets duurs in je mond neemt, schraap je een beetje van de waarde ervan af.

‘M’n buik brandt van liefde,’ zeg ik evengoed plots.
De gedachte kwam me voor de lippen (soms denk ik met m’n mond, zo lijkt ‘t) & ik kreeg ‘t gevoel dat m’n ogen de inhoud van dit nieuwe inzicht al aan ‘t verraden waren.
‘M’n buik brandt van liefde,’ weerklinkt er dus over de veel te late ontbijttafel.
Hoewel ik weet dat er ook een boterham met humus m’n veel te lang ongevuld gebleven maag binnen glijdt. Niet alleen zelfgemaakte humus (‘Lekker,’ zegt ze) op een zefgebakken broodje (‘Lekkerrrr,’ herhaalt ze ietwat langgerekter), maar ook ham & kaas, plus een eigen kruidenmengsel (‘Mmmm,’ kreunt ze aan de overkant van de tafel) & tussendoor enkele slokken thee (‘Aaaahhh,’ gaat ‘t daar door).

Ik hou m’n mond zoveel mogelijk. Ik mag van mezelf m’n woorden niet laten devalueren door haar opnieuw m’n liefde te betuigen.
Ik zeg ‘t haar: ‘Ik wil je weer dezelfde dingen zeggen die ik je al eerder heb verteld.’
Ze knikt. Ze weet. Ze steekt een vinger in de humus & likt ‘m vervolgens schoon. Al knikkend, alwetend.
‘Deze is wel ontzettend lekker,’ moedig ik haar aan.
Met een opnieuw bekloddderde vinger zegt ze tussen de bewegingen van haar over de lippen likkende tong heen: ‘Nog lekkerder dan de vorige.’

Ik houd m’n mond. Probeer ‘t. Ik zoek naar de woorden die we nog niet hebben gehad. Een nieuw ‘lekker’ dat toch ‘tzelfde klinkt, een ‘lekker’ dat mijn trek in haar opnieuw kan verwoorden.
& Als we even later van ‘t ontbijt in bed liggen uit te rusten & zij mij afleidt met haar heerlijke aanwezigheid, terwijl ik daar op zoek ben naar woorden waarom deze humus bereid is, om duidelijk te maken dat er alleen maar humus bestaat dankzij haar, dan weet ik de woorden plots te vinden.
‘Humus, dat ben jij.’
& Terwijl ik ‘t haar zeg, ben ik al onderweg naar m’n toetsenbord.

 – 3 venkelknollen in plakken gesneden & besprenkeld met olie in de oven 30 min gebraden
 – 1 tl oregano (op de venkelplakken mee in de oven)
 – 3 blikken Flageolet-bonen van  265 gram (uitlekgewicht)
 – 4 tenen knoflook
 – 2 sjalotten
 – 1 tl komijnzaad
 – sap van 2½e citroen
 – 5 el tahin
 – 2 el olie
 – scheutje lekvocht van de bonen
 – zout uit de Kalahari woestijn
 – peper

Wederkerende Kersthumus

Ik doe speciale dingen. Omdat ze me dan lief vindt.
Soms wil ze dat ik kwaad wordt. Maar dat is niet m’n sterkste kant. In de liefde.
Op werk gaat ‘t nog wel. Dan laat ik mensen weten dat ze zich normaal moeten gedragen. Rekening moeten houden met anderen.
Dan word ik kwaad. Als ze niet geluisterd hebben.
Ik heb dan een stem die groter is dan die van m’n vader. Die was al groot. De meisjes van z’n school stonden genageld. Geen vin meer. Stil.
Alleen zijn stem. De stem van de directeur. Die verwoestte de stilte.
Ik heb ‘t ‘m zelf zien doen. Dus kan je zeggen dat ik ‘t van hem heb geleerd.

Ik heb ook van hem geleerd lief te zijn. Lief voor je vrouw.
Geen ruzie. Nooit ruzie. Als wij kinderen ruzie hadden, moesten we rekening houden met de hoofdpijn van m’n moeder.
Nooit, nooit ruzie. Nooit.

Dus doe ik speciale dingen. Om ruzie te voorkomen & in plaats daarvan lief te zijn.
Als in: groene sokken dragen. Dat vind ik voor mezelf speciaal. Ik heb nl slechts 1 paar in ‘t groen.
Eens per week kan ‘t. Een week later heb ik ze opnieuw gewassen & heb ik ze laten drogen aan de lijn.
Of: m’n mooiste onderbroek dragen.
Vroeger zagen ze er allemaal ‘tzelfde uit. Maar zij heeft me er op gewezen dat de Hema best aardige onderbroeken heeft.
Ooit hebben we voor elkaar ondergoed gekocht. Dat duurde best lang. Ze houdt nl van de Hema. & Ikzelf vind dat de mooiste vrouwen in de Hema te vinden zijn.
Zij is er 1 van. Maar dat kan ik nog zo vaak zeggen, ‘t volgende moment ontstaat alweer haar ongeloof.
& Ik zet thee. ‘s Ochtends vroeg. & Geef de katten eten. Luna eet ‘t laatste beetje uit mijn hand. Daar heeft zij meestal geen tijd of geduld voor.
Maar ja, zij kan weer veel beter knuffelen.

Ik zeg ook Liefliefm’nlieflief tegen haar. & Dat ik van haar hou.
Dat doen vast meer mannen voor hun vrouw. Misschien is dat toch niet zo speciaal.

Ik maak voor haar m’n kersthumus. Omdat ze die toen ‘t kerst was heeft moeten missen. Ze was elders. Te ver weg voor mij om te bevatten dat daar allerlei andere dingen zijn. Te ver weg om te beseffen hoe lang ‘t duurt om 12 uur in een stoel te zitten. & Zó ver weg, dat zo-ver-weg er voor kan zorgen dat ik er zelf niet meer ben.

Omdat kerst alweer even geleden is, stop ik er ditmaal peterselie in. Zodat er groene spikkeltjes in komen, die misschien wel doen denken aan ‘t groen van de boom die dit jaar niet in haar kamer stond.
& Terwijl ik ermee bezig ben verlang ik weer terug naar ‘t moment dat ik met kerst in de keuken stond. Dat ik aan haar dacht & verdrietig werd omdat zij er niet van zou eten.
Sindsdien zeg ik nl op zo’n manier ‘Ik hou van jou’ dat ik m’n bloed voel stromen van m’n tenen via m’n buik naar m’n voorhoofd ipv andersom.

Buiten platte peterselie vergaard van 7 takjes heb ik voor deze humus ‘t volgende gebruikt:
 – 4 gesmoorde pastinaken in blokjes
 – 4 tenen knoflook, ook gesmoord
 – 1 rode ui, idem
 – 1 rode peper, idem
 – 350 gr groninger strogele bonen, geweekt & gekookt
 – sap van 3 citroenen
 – 3 tl komijnpoeder
 – 5 el tahin
 – 4 el biologische olijfolie
 – zeezout
 – zwarte peper
 – een beetje kookvocht van de bonen