Meel als mottenwieg

Een grote bedreiging voor de mens zijn insecten die mee willen eten met wat hij graag op zijn bord wil hebben. Ze moeten niet zomaar dezelfde smaak hebben als het mensenvolk; meeëters dienen zodanig bestreden te worden dat verlies aan voedsel niet uit de hand loopt.

Dat zorgt ervoor dat de Indische meelmot zeg maar de fruitvlieg onder de lichtmotten is. In die zin dat deze mot net als de fruitvlieg enigszins als model fungeert bij wetenschappelijk onderzoek. Niet zulk breed onderzoek als bij de fruitvlieg, maar met behulp van deze microvlinder kan men veel te weten komen over wat de ideale omstandigheden zijn voor het beestje om ons van eten te beroven.

Een aantal wetenschappers is derhalve bezig uit te vinden wat de precieze samenstelling is van wat de Indische meelmot daadwerkelijk consumeert. Hoeveel suikers krijgen ze binnen tijdens hun maaltijd en hoe zit het met de aantallen eiwitten, koolhydraten en suikers? Daarbij wordt meteen gemeten hoelang de groei van de larve duurt onder bepaalde omstandigheden, met welk voedsel, bij welke temperatuur, en in welke fase van hun leven gaat het met welk binnengekregen voedsel het groeien het snelst.
Vooralsnog hebben de huishoudens van Amstelveen daar niet al te veel aan. Zeker niet de huishoudens waar veelvuldig gebruik wordt gemaakt van meel, bijvoorbeeld om pannenkoeken te bakken, zelf brood te bereiden of omdat eigen fabricaat pizza nou eenmaal lekkerder smaakt dan die van de pizzakoerier. Dit soort huishoudens kunnen vroeg of laat te maken krijgen met voornoemde Indische, dan wel de grauwe of de grote meelmot: alle drie zijn ze dol op de gewoonte van mensen om hun granen te malen: hun bordjes staan in de keukenkastjes propvol geserveerd. Als die meelvoorraad niet hermetisch onbereikbaar is gemaakt is er ook een grote kans dat de graanmot een keer aan komt schuiven, want het is ook voor deze kleine vlinder mooi meegenomen dat ze geen kaken hoeven te gebruiken voor het verorberen van hun favoriete lekkernij.

De graanmot behoort echter niet tot de lichtmotten, maar tot de tastermotten; misschien dat daarom bij de Nederlandse naamgeving afgezien is van de meelmot-toevoeging.
De volwassen motten hebben blijkbaar een groot vermogen om met hun antennes meel te vinden. Na de voortplanting wordt dat gebruikt om de eieren in te leggen, zodat de latere larven zich daar goed in kunnen verstoppen en zich groot kunnen eten.
Je bent dus vaak al te laat als je een van de vier genoemde motten in je huis rond ziet vliegen: hun gebroed zit bijna onzichtbaar te genieten van het eigenlijk voor de mens bedoelde eten.

Het motje kan er eigenlijk niets aan doen: ze vindt haar tafeltje gedekt. Of eigenlijk dat van haar kinderen. En haar instinct vertelt haar dat ze ervoor moet zorgen dat ze zo snel mogelijk groot zullen groeien op een dieet van dat o zo fijne meel.

De meelmotten hebben inmiddels Zijperspace bereikt.
(Column namens IVN geschreven voor Amstelveens Nieuwsblad)