Plons!
Ik voor mezelf wil niet dat mijn leven uiteindelijk voorbij is gegaan zonder enkele rimpeltjes te hebben achtergelaten. Rimpeltjes als die van een steen die in stil water terecht komt. Steeds wijder drijven de golfjes uiteen, steeds zwakker wordt de kracht, steeds verder uiteengedreven, totdat het zover verwijderd is van zijn oorsprong dat je niet meer kunt zien dat er vlak daarvoor een steen die inmiddels verdwenen rimpeling heeft doen ontstaan.
De plons van mijn leven mag wel even voortduren, een frons doen veroorzaken in de gezichten van hen die mij gekend hebben. Dan is het de moeite waard geweest, dan ben ik geen klein kiezeltje geweest die zonder noemenswaardige beroering de diepte in is gedoken.
Nou was ik geen held in zwemmen. Met moeite heb ik mijn hoofd boven water weten te houden, tijdens de zwemlessen gedurende de lagere school. Maar duiken vond ik alleszins de moeite waard. Trots riep ik tijdens de vakantie mijn moeder aan, die aan de overkant van de zon zat te genieten, om haar te tonen dat ik voorover het water in kon springen. Duiken heette dat, had ik net van het vakantievriendje geleerd.
Ik stak mijn beide handen uit, in elkaar gevouwen tot een spitse punt, dat had ik hem ook zien doen, boog mijn bovenlichaam schuin richting water en liet me voorover vallen. Bovengekomen was het meest belangrijke te zien of m’n moeder had gekeken. De roodgloeiende buik, veroorzaakt doordat deze plat op het wateroppervlak terecht was gekomen, was van inferieur belang.
Mijn moeder zette nog snel even haar zonnebril af, om te tonen dat ze het in de gaten had gehad. Ze trok haar wenkbrauwen op, in volle verwondering, open mond, & zei vol enthousiasme dat ze verbaasd was dat ik al zo goed duiken kon.
‘Nu nog leren zwemmen,’ zei één van mijn immer kritische broers er achteraan.
Goed, ik wilde het best toegeven, meer dan wat gespetter in water waar ik nog net kon staan kwam ik niet, maar ik durfde nu in ieder geval m’n hoofd onder water te houden. Ik zou later heus wel een groot zwemmer worden.
En al was ik niet groot, niet breed, niet dik, eerder wat iel en bovendien de kleinste van de klas, ik wist dat je indruk op meisjes moest maken door de aanwezigheid van je lichaam te tonen.
Andrew had daar geen moeite mee. Tijdens de zwemlessen, de laatste 10 minuten vrij zwemmen, waarin je mocht doen wat je wilde, maakte hij volop gebruik van zijn lichaam. Door een bommetje te maken.
Benen bij elkaar gevouwen onder zijn buik, zo hoog mogelijk van de duikplank springend en dan als zo klein mogelijk verpakt pakketje het water in plonzend. Vlak naast het leukste meisje van de klas. Dan haalde hij optimaal profijt uit zijn omvangrijke lichaam.
Frank kwam later met een betere methode: met je rug richting het water gekeerd, één knie naar je toegetrokken en met je billen het eerst het water aanrakend; dan verzette je niet alleen veel meer water, je kon bovendien zíen wat het effect was. Je was niet meer afhankelijk van het ‘oeh’- en ‘ah’-geroep van je mannelijke klasgenootjes om te weten of het meisje in kwestie danig onder gespetterd raakte.
Frank leerde ons net als Andrew optimaal gebruik te maken van ons lichaam, zonder dat we daar onmiddellijk groot en sterk voor hoefden te groeien. Maar voorlopig keken alle meisjes slechts naar het lichaam van Frank.
Je probeert indruk te maken. Tegenover de mensen om je heen, tegenover mensen die je passeren. Je moet laten blijken dat je leeft, dat men niet door je heen, maar om je heen moet lopen. Je probeert sporen achter te laten in andermans leven, een zaadje daarin te planten, zodat een deel van je eigen leven verder groeit in dat van een ander. Zodat je niet vergeten wordt. Zodat er iets kan groeien dat bredere cirkels vormt, grotere golven veroorzaakt, nog meer deining oproept.
Je schrijft om te blijven, om niet onmiddellijk vergeten te worden, om gelezen te worden, om niet onopgemerkt aan dit leven voorbij te gaan.
Maak dus een mooie plons, een plons waar je niet alleen je gewicht of je volume in gooit, maar één waar je meer effect mee kan bewerkstelligen. Een dergelijk effect dat je het resultaat zelf ook nog kunt overzien. Dat je tevreden kunt kijken naar wat het veroorzaakt, wat de gevolgen zijn.
Het gaat niet om de spetters, het gaat om wat het bewerkstelligt en of je er zelf profijt van trekt. Een plons waarbij de rimpels nog lang blijven nagolven.
Huiswerk: Probeer te bedenken wat die eerste duik in het water voor je betekende en beschrijf het effect die het had op je naaste familie en beantwoord daarbij tegelijk de vraag of je net zo’n pijn op de buik voelde gloeien als dat ik de avond van mijn eerste duik had.
(Deel 0 staat hier, als introductie op wat ik 50 afleveringen lang heb volgehouden te schrijven voor ‘t weblogmagazine about:blank, maar verloren werd gewaand. Deel 1, Deel 3 [daar kan je ook lezen wat er aan de hand is met Deel 2], Deel 4, Deel 5, Deel 6 & Deel 7 zijn reeds herverschenen alhier. De komende tijd zal ik de rest van ‘t materiaal dat ik ondertussen geheel heb teruggevonden alsnog hier gaan publiceren.)