wind

Weet u dat de wind hier heel anders is als tijdens de vakantie? Maakt niet uit waar ik zit in m’n tuin, ’t waait hier gewoon anders. Hier bewegen de takken ook wel, net als daar, & neigen ze licht bij een grote aanval van dat wispelturig gegeven (afbreken heb ik hier nog niet meegemaakt), maar ’t heeft toch een heel ander effekt.
Alles lijkt veel opener te staan, daar, tijdens de vakantie. Je ziet ook dat alles beweegt; beweegt op de ritme van de wind. De bladeren hebben er ook veel meer lol & zelfs takken lijken nog wel ‘ns te schuddebuiken. Zelfs een sombere storm brengt ze niet uit hun humeur.
& Alles is ook veel groter. & Langer. & Overdadig, zodat ’t lijkt dat als ik een blaadje van een boom afruk, ik voel me dan evengoed schuldig zoals ’t een gewezen padvinder betaamt, als ik zo’n blaadje afruk, dat ’t dan lijkt of ’t zich alweer heeft toegevoegd. Want zo oneindig is vakantie, van alles is er heel veel. Dus mocht je iets mee naar huis nemen, ga gerust je gang, lijkt ’t te willen zeggen, maar wel 1st schuldig voelen, zoals ’t een echte padvinder betaamt.

Ook de zon heeft z’n invloed. Hier heb ik bijv een pet nodig, anders leest ’t niet prettig. & Ik baal als de zon verborgen is achter de wolken. Terwijl de vakantie mij ’t gevoel geeft dat alles ’tzelfde is. & Mocht dat niet zo zijn, dan heb ik altijd nog wel een trui in m’n rugzak.
Hier wil ik ook de boom verplaatsen voor een uur. & Baal ik ervan dat-ie toch nog bladeren heeft gekregen. Terwijl als ’t straks warmer is, ik er dan weer heel anders over denk. Nee, dan moet die boom weer terug, op z’n oude plaats. & Waarom-ie zo weinig bladeren heeft, denk ik dan.
Daar ben ik gewoon zelf de sufferd, die zich laat wekken doordat de zon vrij spel heeft om ’s ochtends vroeg een sauna te veroorzaken. Dan had ik de tent maar onder de juiste hoek onder een boom moeten zetten.

Ondanks dat ’t hier anders waait, is ’t toch wel een mooie wind. Deze wind houdt ook van mij; hij weet me gerust te stellen dat alles blijft, ook al lijkt ’t dan een tijdje niet. & Ach, zegt-ie, dan zoek je straks die andere wind toch ff op. Dan weet je straks weer wat je aan me hebt.

& Dan kijk ik tevreden voor me uit, in Zijperspace.

rantsoen

Afgelopen woensdag was de paniek al toegeslagen: de deur van Berhout, m’n leverancier van alle ochtendlijke & middaglijke broodbeleggeneugten, zat dicht. Zonder mededeling aan mij vooraf was-ie blijkbaar op vakantie gegaan.
Dat komt er ook van als je slechts op woensdag boodschappen haalt, dacht ik, op zulke rustige momenten denkt die man nog niet aan z’n vakantie de volgende week.

Hevig teleurgesteld & volledig aan mezelf overgeleverd, alsof een junk die niet kon scoren, ben ik toen maar naar een 3e-rangsdealer getogen. Ik heb me filet americain ipv mousson de canard, russisch ei ipv kaastapenade, ham/prei-salade ipv ventricina & een blokje belgische kaas ipv portugese pikante worst aangeschaft. Niet te veel van dat al, wellicht dat Berkhout zaterdag wel open was.
Hevig teleurgesteld belegde ik m’n boterhammen met de div spullen die stuk voor stuk een fabriekssmaakje leken te hebben in vergelijking tot wat ik gewend ben.
Hevig teleurgesteld bestrooide ik enkele daarvan met nog wat xtra peper; de smaak van ’t goedje zelf voldeed niet.
Hevig teleurgesteld heb ik alles opgegeten & me suf geflost vanwege de filet die geen afscheid van m’n tanden kon nemen.
Vanochtend had ik geen ontbijtvoorraad meer.

Zou ik van de week misschien te vroeg aan de deur zijn geweest, ging ’t hoopvol door m’n hoofd. Gaat die man misschien pas na 9 uur open? Ik zou natuurlijk een kijkje kunnen nemen; ’t zou zelfs kunnen zijn dat-ie slechts een paar dagen weg was.
Een wijs besluit: ik vond de deur open, de vitrines volgeladen met mijn favoriete variaties op ’t ochtendmaal.
Ik besloot iets minder te nemen dan normaal, ik zou tenslotte woensdag alweer terugkomen. Tot ik een mededeling op 1 van de vitrines aantrof dat Berkhout ’t z’n klanten durft aan te doen maar liefst 13 dagen op vakantie te gaan. Aanvang van z’n verblijf elders: zondag 2 Juni.
Mijn ontluistering van afgelopen dagen nog niet te boven, heb ik me 8 soorten paté aangeschaft, 2 tapenades & 3 salami’s & m’n vriezer volgeladen.

& Toch zijn we bang dat we deze hongerwinter niet doorkomen in Zijperspace.

bewegingen

Ik heb ’t wel vaker waargenomen. ’t Is blijkbaar een normale beweging, bedacht ik me voor een kort moment, toen ik ’t gister weer ‘ns zag plaatsvinden. ’t Heeft alleen geen doel. ’t Is een beweging om de beweging, zonder enig nut, behalve dan ’t tevreden stellen van mijn blik. Als men de verwondering ’tevreden stellen’ mag noemen. & Dan nog is men er natuurlijk niet van bewust dat ik op ’t moment van de beweging dat gevoel er bij heb. Men weet gewoonweg niet dat ik er getuige van ben.

’t Ging ook erg onopvallend, zo totaal van niks bewust. Opeens was die hand daar & zette de beweging in gang. Terwijl de buren nog staande waren, een enkeling alweer kon gaan zitten, trok die hand een lijn, vol in beeld voor mijn ogen. ’t Enige wat zich in mijn gedachten afspeelde was de vraag waarom ’t plaatsvond, op dat onnozele moment, zonder dat er een gebaar aan vastzat, totaal onoverwogen.

’t Kwam eigenlijk doordat er een man moest passeren. Hij wilde zichzelf ook een riant uitzicht op ’t podium toebedelen, door op de voorste rij van ’t balkon plaats te nemen. Liefst zoveel mogelijk in ’t midden. Aangezien de meeste mensen automatisch aan de rand van de rij plaatsnemen, vormt zich zodoende wel ‘ns een obstakel van enkele mensen dik. Vooral als de persoon in kwestie pas enkele minuten voor aanvang die plaats in ’t midden komt opeisen.

Omstebeurt stonden de mensen op, om zodoende ruimte te creëren, zodat de laatkomer kon passeren. Een noodzakelijk beleefdheidsgebaar waar men nou 1maal niet onderuit kan. ’t Veroorzaakt een beetje ongemakkelijke situatie indien men er niet aan meewerkt.
Daar was ik overigens niet mee bezig op dat moment. Ik had op dat moment meer last van plaatsvervangende hoogtevrees. Dat gebeurt wel vaker, heb ik ook last van als ik op tv iemand langs ’t randje van een hoge berg zie lopen. Ik durfde om diezelfde reden ook nooit te kijken naar die reklame van Brand bier. Waarbij een man op ’t dak van een hoog flatgebouw met z’n schommel boven de diepte heen & weer zwaait. Ik krijg de hoogtevrees ipv de persoon die ’t eigenlijk zou moeten hebben.

Die man loopt dus tussen de opgestane mensen & de rand van ’t balkon van ’t Concertgebouw in. Ik zie onmiddellijk de onmetelijke diepte die zich daar achter bevindt. & De mensen die beneden in die diepte op hun stoelen zitten te wachten. & Ik zie de man een onverwachte beweging maken & ’t evenwicht verliezen. Waarop hij natuurlijk over de rand valt, de diepte in. Ik zie nog veel gruwelijker dingen hierop volgen, m’n fantasie schiet niets tekort, maar dat is allemaal niet relevant voor ’tgeen ik probeer te duiden.
Ik word gedwongen te blijven kijken, uit angst, die plaatsvervangende angst, dat de man z’n evenwicht zal verliezen & ’t allemaal zo loopt zoals mijn fantasie dat aangeeft. Waardoor ik de beweging zie plaatsvinden. Vlak voordat ’t meisje gaat zitten.

Tuurlijk was ’t aangenaam om naar de dame te kijken. Ik zal dat niet ontkennen. & Ook ’t gedeelte waar de handeling plaatsvond zou zonder die beweging m’n blik wel getrokken hebben. Waarschijnlijk heeft dat ook een rol gespeeld in m’n verwondering over ’t waarom van ’t gebeuren.

Ze had geen jeuk, want dan gebruik je toch meer de toppen van je vingers & de nagels daarvan. Er zat ook geen kreukje in haar broek, netzomin (voorzoverre waarneembaar van de afstand waar ik zat) in haar ondergoed. ’t Was ook zeker niet om te voelen of ze niet te dik was, want er zat echt niet overbodig veel vlees aldaar. Meer van: precies goed. Naar mijn maatstaven dan, maar toch.
Nee, ik heb ’t allemaal door m’n hoofd laten gaan, alle motivaties waarom uit & te na afgegaan, beoordeeld, heroverwogen, van een andere oogpunt proberen te bekijken. Maar ik ben er nog steeds niet achter waarom ze haar hand aaiend over haar eigen billen moest laten gaan, vlak voordat ze weer op haar stoel ging zitten. Zachtjes, heel zachtjes, nog net aanrakend, zonder iets van wat ze aanraakte te bewegen, te verplaatsen.

Men moet maar ‘ns op gaan letten, zo op straat, deze lente & komende zomer, als de kleding dit soort zelfbetasten totaal zichtbaar maakt.

’t Is nl een prachtig gezicht in Zijperspace.

achteraf

Ik moet mij xcuseren: geen noemenswaardig stukje vandaag. In ieder geval niet tot vanavond. Afgelopen nacht ging ik vrij snel na thuiskomst van ’t concert naar bed (ong 1 uur vroeger dan ik gewoon ben; zoiets gebeurt me nooit). Ik sliep aan 1 stuk door (normaliter word ik ergens halverwege wakker, kan niet slapen, waarna ik maar een tijdje aan m’n teksten ga zitten pielen) & werd te laat wakker (ipv een ½ uur te vroeg).

Misschien dat ’t komt door de grote indruk die het Nieuw Trombone Collectief in ’t Concertgebouw op me maakte tijdens ’t lunchconcert, ’t opleuken van ’t 1e homo-huwelijk waarbij ik aanwezig mocht zijn, door Dolly Bellefleur, ’t starten van de avond door een fantastisch optreden van Chuck Prophet, & ’t flabbergasted achtergelaten worden door Johnny Dowd.

Mijn handen hebben overuren gemaakt, in die zin dat ze nog nooit zoveel gedurende 1 dag gebruikt zijn voor ’t slaan op elkaar. M’n oren hebben al die variaties van muzikaal verpozen doorstaan, maar hebben daarbij wel een zeer grote prestatie geleverd, een topsporter waardig. M’n gemoed werd alle kanten op geslingerd & heeft ’t gelukkig, door jarenlange ervaring, overleefd.
& Ach, ik zal ’t maar niet over de andere lichaamsdelen hebben, zoals daar zijn m’n voeten, m’n benen, m’n lever, m’n longen, m’n handen, m’n armen, m’n hoofd, m’n ontwateringskanaal; ’t geheel aan funktionerende elementen maakten ’t mogelijk bovenstaande evenementen voor mijn lichaam tot een genoegzaam gebeuren te smeden.

We proberen de div onderdelen van Zijperspace weer tot een geheel te maken.

i’ll be killed by his song

Ik heb nog ff overwogen om de laatste cd te gaan kopen, maar ik zag bijtijds dat ’t al te laat daarvoor was; de winkels stonden op ’t punt te gaan sluiten. Daarom snel nog ff ’t biertje gedronken met de sales-manager van een amerikaanse brouwerij (‘I’ll see you tomorrow, I’ll bring a beer for you’), verteld dat ik plots naar Johnny Dowd ga, nog een biertje met Marlies & Hugh, omdat die ook nog eens kwamen aanwaaien & vervolgens thuis tijdens de maaltijd een cd van ‘m aangezet. Om in de stemming te komen. Niet om mee te zingen, want dat lukt me toch niet, hooguit meeneurieën (momenteel zingt-ie hier: ‘I’m gonna kill you with my song’, dat ga je niet meezingen, toch!).

& Ook al is de voorbereiding nog zo kort voor een optreden van de heer Dowd, ’t kan niet kort genoeg zijn.

Des te onbezoldigder we de boel tegemoet zien in Zijperspace.

vermaning

Nee, Martijn. Zo moet je ’t natuurlijk niet aanpakken.

Kijk, dat je de telefoon aanneemt in afwezigheid van Marco, vind ik niet erg. Dit in tegenstelling tot de bazin van Casa Molero. Zij kan vinden dat je dan ’t antwoordapparaat z’n taak moet volvoeren & jij de jouwes, maar ik wil best wat langer wachten voor een kwaliteitsprodukt. Ik wil jou best de gelegenheid geven om de grenzen binnen ’t bedrijf te verkennen. Ik hoor ’t commentaar van de kenau daarop ook gaarne aan. Puur nieuwsgierigheid, maar daar gaat ’t niet om. ’t Gaat er om dat de klant zo snel mogelijk wordt geholpen & dat ik er toevallig niet mee kan zitten dat ’t wat langer duurt, dankzij jouw bereidwilligheid alle aspekten van ’t bedrijf in de vingers te krijgen.

’t Is tenslotte m’n vrije woensdagmiddag, de dag dat ik de tijd van de wereld heb. Mocht ’t niet zo zijn, dan merk je ’t snel genoeg, Martijn. Ik ben vandaag volledig ontspannen, vooral ook omdat ik daarnet prachtige tonen heb mogen aanhoren, die mij tot volledige harmonie met m’n omgeving hebben gebracht. Daar moeten we van profiteren. & Zoals ik al zei: voor kwaliteit wil ik best geduld hebben. Dan treedt de rust als vanzelf in m’n lichaam.

Bovendien moet je collega nog een ietwat ingewerkt worden, daar moet ook tijd aan besteedt. ’t Lijkt me heerlijk om in de toekomst door haar net zo adequaat geholpen te worden als door jou (op een enkel puntje na), met net zoveel kennis, met net zo’n ontspannen houding, beleefd & welgemanierd, zonder enige overdrijving. Daar mag best wel wat tijd ingestoken worden, zodat de kassa- & pin-handelingen zonder problemen vloeiend & korrekt verlopen, de artikelen op de juiste manier in zakjes & tasjes worden geplaatst & op een minzame manier gelachen wordt als de klant de zaak verlaat.

In zo’n zaak met precies de juiste olijven, die de juiste gradatie van stank van knoflook uit de mond veroorzaakt, met de juiste chorizootjes, lekker handzaam, lekker zacht, lekker pittig, met de juiste randartikelen die horen bij een winkel in spaanse artikelen; in zo’n zaak is ’t een genot om een bepaalde mate van wachten in acht te houden.
Des te meer genoegen ’t zal geven de goederen later uit te pakken.

& Daar komen we op jouw fout terecht, Martijn. Op ’t aspekt die mij dwingen mijn achting voor jou enkele toonaarden naar beneden te schroeven. Je staat op een plek waar ik zeer veel waardering voor heb; je gedraagt je zoals ik ’t verlang van een winkelbediende; je hebt de genoeg info in je hoofd zitten om elke leek, elke gevorderde wegwijs te maken in ’t aanbod aan spaanse eetbare genoegens.

Maar je knoopt de plastic zakjes veel te strak dicht. Waardoor ’t me 5 minuten heeft gekost eer ik de pittige knoflookolijven in m’n mond kon stoppen. Waarbij de plotse bevrijding van die heerlijkheden vettige vlekken deden veroorzaken op divers materiaal op & rond me.

Geduld is dan geen schone zaak in Zijperspace.

kneuzen

Ik kan de Turk niet uitstaan. Dat ligt aan z’n houding, z’n manier van praten, z’n woorden, de wijze waarop-ie snel binnenkomt & weer weggaat, maar waarschijnlijk ook ’t feit dat-ie de nederlandse taal niet geheel machtig is. Hij irriteert door z’n blik & laat nooit iets van een lach zien. & ’t Meest irritante aan ‘m is dat-ie me ‘baas’ noemt.
‘Ik neem altijd Grolsch. Vraag maar aan baas,’ zegt-ie dan tegen z’n pillenklantjes.

Van Alle word ik hypernerveus. Ik ben zelf al niet de meest kalme, maar Alle heeft die drukke eigenschappen in een veelvoud van 10. & Dat juist op de verkeerde momenten.
Alle is aanwezig, ook al houdt-ie z’n mond dicht, of probeert-ie zich op de achtergrond te houden. Ik weet dat-ie er is, voel ‘m ademhalen, voel dat-ie een vraag wil stellen terwijl ik met een klant bezig ben. Hij kan zich ergens in een hoekje wegdrukken, maar dan nog weet ik dat-ie meeluistert. Hij spreidt z’n aanwezigheid uit over de gehele ruimte.

‘Ah man, ik heb pijn,’ zegt de Turk, ‘ben van de roltrap gevallen.’
‘Oh.’
Niet meteen aandacht geven. Je geeft ‘m een vinger, enz.
‘Ik ga straks naar ziekenhuis. Man, doet pijn. Ik kan bijna niet ademen.’
‘Hoe komt dat dan?’
Plots kan ik belangstelling voor ‘m opbrengen.
‘Van bovenaf de roltrap bij station gevallen. Helemaal beneden.’
Hij maakt gebaren om de buitelingen die hij gemaakt heeft uit te beelden.
‘Dan moet je inderdaad naar ’t ziekenhuis.’
‘Misschien is ’t wel gebroken,’ zegt de Turk somber.
‘Als ’t gebroken is, heb je minder pijn dan bij een kneusing. Waarschijnlijk is ’t dus een kneusing.’
‘Ah man, ik heb al 3 dagen pijn.’
‘Je loopt er al 3 dagen mee?’ vraag ik verbaasd, ‘dan had je toch al veel eerder naar ’t ziekenhuis moeten gaan?’

‘Je ziet me de komende weken niet, want ik ben in Drenthe,’ deelt Alle mee.
‘Oh, maar dat geeft niet, hoor.’
Wederom niet te enthousiast.
‘FF 2 weken de drukte uit. FF bewijzen dat ik zonder kan.’
‘Weg van de wereld? Ga je afkicken, of zo?’
‘Ja, ik moet weer ‘ns zonder. & Dat lukt niet in de stad, met altijd dezelfde omgeving. Altijd dezelfde mensen, ’tzelfde circuitje waar ik in beland.’
‘Maar als je naar ’t buitenland ging, lukte ’t toch ook?’
De belangstelling groeit blijkbaar bij me.
‘Ja, maar dan kwam ik in ’t begin van de winter terug. & Dan had ik weer niks te doen, dus viel ik weer terug in m’n oude omgeving. Nu heb ik een zomer voor de boeg. Dan kan ik in ieder geval gaan varen.’
‘2 Weken zonder lukt je dus in ieder geval wel,’ weet ik uit voorgaande keren.
‘Da’s geen moeite. Als ik maar wat te doen heb daarna. Ik doe ’t echter niet voor anderen.’
‘Nee, van anderen moet je niks aantrekken. Je moet ’t voor jezelf doen, toch?’

De Turk komt met een duffe kop terug.
‘Ben je nou nog naar ’t ziekenhuis geweest?’
‘Ja.’
‘Ja,’ zegt z’n gezelschap, ‘ik heb een ziekenwagen voor ‘m geregeld. Hij is nu net terug.’
‘Wat had je?’
‘Kneus. Niet gebroken.’
‘Ja joh,’ zegt gezelschap opnieuw, ‘daardoor heeft-ie zoveel pijn. Bij een breuk was ’t minder geweest.’
‘Betaal je voor allebei?’ vraag ik zakelijk.
‘Nee, betaal alleen voor mezelf,’ antwoordt de Turk.

& Opeens kan ik me niet meer voorstellen dat-ie iemand gevonden heeft die dat voor ‘m wilde regelen.

Er is een grens aan begrip in Zijperspace.

weer

Westmalle is gekleed in een blouse. Daaronder weliswaar een t-shirt, maar toch heel wat luchtiger dan de lange anorak die hij afgelopen winter droeg.
‘Voor jou is de zomer begonnen,’ constateer ik.
‘Voor mij is ’t al een tijdje zomer.’
Hij lijkt ergens anders op te doelen. ’t Is nu de kunst dat uit ‘m los te krijgen, zonder direkte vragen te stellen.
‘Niet voor iedereen.’
‘Wat bedoel je?’
‘Niet iedereen rijdt zomaar rond in slechts een blouse.’
‘Ah joh, mensen moeten zich niet aanstellen. De zon schijnt; ’t is 20°; ’t leven is goed.’
‘Je hebt gelijk. Maar ’t lijkt de laatste tijd alsof ze ’t weer niet meer juist kunnen voorspellen.’
”t Weer klopt wel, alleen de mensen niet.’

Maar klopt die zin in Zijperspace?

schuldgevoelens

Ik word wakker, stap uit bed & schud de comp & mezelf tot leven dmv wat muziek. Precies de goede keuze, want ’t past bij de zon die m’n tuin vrolijk belicht. De deuren moeten open & de muziek hard, in zoverre de comp dat toelaat.
De cd van Spinvis behoort toch wel tot 1 van de mooiste van de laatste tijd, moet ik onderkennen. Waarom heb ik ‘m alleen maar op m’n comp staan? Terwijl de muziek m’n tuin overdondert & ik me in de ochtendlijke schijnsels voel wegzweven, begint een schuldgevoel zich diep van binnen te wroegen.

’t Volgende nr doet zich weerklinken op ’t moment dat ik de puinhopen afwas in de keuken probeer te overzien. Tussen die afwas in ligt ’t aanrecht bezaait met insektenlijkjes.
Wordt ’t niet ‘ns tijd dat er iemand opstaat met ’t idee waarop de insekten niet eeuwig tegen de doorzichtige ramen opbotsen omdat ze daar hun weg naar buiten denken te vinden? Zodat de mens verlost kan worden van ’t schuldgevoel de insekten gevangen te houden in een mensgeconstrueerde wereld.
Ik zie een mot liggen, die ik enkele avonden geleden nog verschrikt hoorde rondbrommen. Enkele kleine vliegjes liggen op de vensterbank, uitgedroogd, onderweg binnenkort niet meer aan een insektenlichaam te refereren. Aan de rand ervan hangen nog wat zielige vleugeltjes, waarvan inmiddels niet meer te herleiden valt wat de oorsprong van ’t aanhangsel was.
Ik ben mede-schuldig aan dit slagveld van uitdroging, van hopeloos eindeloos een uitweg zoeken tot die dood van uitputting erop volgde.

Ik moest die cd van Spinvis maar ‘ns gaan kopen. Dan krijgt die man toch nog dat beetje geld waar-ie recht op heeft. Dat verdien je als je mooie cd’s maakt. & Ik koop gelijk m’n schuldgevoel af.
Plots beweegt de mot. Hij lijkt met 1 pootje vast te zitten onder een omgekeerd glas. Ik schrik een stap terug, bedenk intuïtief methodes om ‘m te vermoorden.

Zijperspace is opgebouwd uit inconsequenties.
(Voor ik vergeet: voor de bezitters van een snelle internetverbinding; dat heeft iedereen toch tegenwoordig?)

2e maal passeren

Als ik iets wil hebben, dan moet ’t liefst zo snel mogelijk. Ik ben dezelfde middag nogmaals richting de Slegte getogen, om de 2 ontbrekende romans van Pavese aan te schaffen.

Er zitten echter van die regeltjes in m’n hoofd die mij ’t hoofd dol maken. Zoals nooit je gezicht te snel opnieuw tonen aan een dame. Vooral niet als de 1e ontmoeting behoorlijk veel kopzorgen deed ontstaan. Dan kan je beter je best doen de plek van eerder treffen te ontwijken & te wachten op een toevallige rencontre. Dat zorgt voor enige ontspanning in de houding tov.
Terwijl tegelijkertijd de regel door m’n hoofd speelt dat je je nooit ergens druk over moet maken & je moet doen wat je hart je ingeeft.
Zo zijn er nog meer regels die mij immer parten spelen bij dergelijke gelegenheden, maar deze 2 geven aan ’t gebeuren nog een enigszins overzichtelijke uitleg.

’t Ging tenslotte om 2 boeken die ik graag wilde hebben. Dat was alles. Boeken van 1 van de beste auteurs van na WO II, om er maar wat xtra kracht achter te zetten & m’n motivatie wat nader te verklaren. Als de dame om de hoek studeerde, wat ik allang al wist, maar zij wist niet dat ik dat wist, zou dat betekenen dat ze letteren studeerde. Dat deed in ieder geval iedereen in ’t Bungehuis in de tijd dat ik ff verderop in ’t PC-Hoofthuis ’tzelfde deed. & Als zij bij letteren zat, zou ze natuurlijk hebben gezien, vooral ook omdat ze in een boekwinkel werkte, dat ik slechts literatuur van een belangrijk schrijver meenam. Dan zou ze ook bemerken dat ik terugkwam voor de 2 mij ontbrekende delen.

Ik stoof de winkel in, totaal negerend dat zij er nog steeds stond te cassièren. Daarvoor wilde ik reeds de Kalverstraat op m’n fiets doorkruizen, maar werd daarbij belemmerd door een dikke haag schuifelend publiek.
‘Kan dat gepeupel nou in ieder geval op zondag de grote stad met rust laten & hun rustig leven voortzetten in de provincie,’ dacht ik sjachrijnig, dit vooral veroorzaakt door m’n concentratie voor ’t streven naar m’n doel.
’t Ging allemaal niet zo snel als ik wilde, vandaar dat ’t binnenstuiven tot doel had de verloren tijd, ’t afgeleid worden van m’n missie, goed te maken. Hup, rechtstreeks richting doel, richting boeken van Pavese die binnen enkele minuten mijn eigendom genoemd konden worden.

‘Ik zou wel andere xemplaren nemen,’ zei de kassa-dame, ‘want deze hier zijn slechts om in te kijken.’
’t Staat er ook altijd dik met een sticker er op aangegeven: blijf met je fikken van deze boeken af, tenzij je ze alleen maar in de winkel zelf wilt betasten. Maar dan in andere woorden.
‘Maar je mag straks wel weer vooraan in de rij aansluiten.’

Opnieuw aan de beurt probeer ik uit te leggen hoe ik de winkel in kwam stormen om de boeken uit ’t schap te halen. Dat ik ze perse moest hebben. & Hoe vaak ’t me wel niet gebeurd was, juist met ’t boek met sticker bij de kassa te staan & dat ik ’t waarschijnlijk nooit leer.
God, wat verviel dat in hopeloos xcuserend gemompel, steeds slechter te verstaan. Tegen iemand die druk bezig was m’n boeken op te zoeken in de kassa-comp, te pogen de rij tot een enkeling te reduceren.

Ik heb vanaf dat moment ontzettend m’n mond gehouden, kon de ’tot kijk’ nog maar net uit m’n mond peuteren.
Zij was reeds bezig ’t zware boek van de volgende klant te verwerken.
Dat deed ze eigenlijk al op ’t moment dat ik aan ’t pinnen was.

Er zou een verbod op ’t herhaald betreden van bepaalde plekken moeten zijn in Zijperspace.