Een kam in papier gekleed.
Ik dacht: dat papier kan nog wel hergebruikt worden. De rest niet.
Ik moest nadenken hoe ik dat laatste moest ontkrachten. Wie had er nog zo’n mannenkam nodig die als model oorlogen weliswaar had overleefd, maar vanaf ‘t hippiedom werd verguisd? De lange haren plukkend die de onstuimigheid moesten verbeelden.
U ziet: ik ben een man. Wat aan de kin groeit kan bovenaan de hersenkwab niet meer gedijen. Al die afvalstoffen, ze hebben slechts 1 uitweg nodig; men kan moeilijk meer verlangen. ‘t Is wat ‘t lichaam te geven heeft, men moet niet verwachten dat ‘t zich overbiedt.
Maar men heeft ‘t betaamd om een kam als kerstkado te geven. Geslachtsneutraal. Waar je je vroeger ongemakkelijk voelde als je een stuk zeep mee naar een verder nieuw te bewonen leeg huis moest nemen. Investering voor járen, tenzij de, of: éen vrouw je lichaam & leven in stapte plots.
Er zat nog meer in ‘t kerstpakket des verdere levens. Maar ‘t is schier onmogelijk dat te verhalen als die kam maar door blijft stampen, stil voor me liggend in isolerend natuurvriendelijk recycle-papier.
Zo kan ‘t de eeuwigheid heroveren. Bij gebrek aan (geleidelijk afnemend gebrek aan…) werk hier.
M’n opa mishandelde z’n minuscuul dunne wit-donzige vlas aan gene zijden van ‘t hoofd. M’n vader deed dat iets zinvoller vanaf ‘t meetpunt hem in vroege jeugd gegeven, een huidvlekje dat meegroeide met zijn haargrens.
Wij zoons dachten nuchter dat z’n hoofdhuid bij gebrek aan vocht zich traag terugtrok tot ‘t punt waar de kruin zich centreerde.
Ik zag de ene broer verschilveren, de ander verkalen. Carel ging dood met al z’n krullen & ik groeide een baard die wat mij nog restte aan kalk van de top van m’n lichaam stool.
Ik voel nog ‘t strelen, kroelen van menig hand.
‘t Kussen onder m’n hoofd, ‘t voorovergebogen lichaam teder reikend, aaiend, krulvingerend door m’n haar.
Ik had geen einde in ‘tzelfde gebaar, dezelfde beweging kozing nimmer halt houdend moment.
Maar waar zetten jullie je stop? Waar houdt ‘t voor jou, waar begint, eindigt, vervluchtigt ‘t? Ben ik een zweem van wie ik was & inmiddels ben.
Een nutteloos papieren verpakking die mij grijnzend staart terwijl ik ‘m vraag welk nut zijn inhoud & vanwaar hij zich kado dacht te zijn.
De akkers van Zijperspace worden recht getrokken, tegelijkertijd onvruchtbaar gemaakt.