Vork

Ik zoek de haat, terwijl ik ondertussen verder ga met ’t verzamelen van bestek. Hapje voor hapje, een duik in ’t hete water met om beurten m’n rechter, m’n linker hand voor ’t flukse grijpen. De borstel wisselt soepel tussen beiden.
Wat boven komt moet geselecteerd, zegt m’n dwangmatig brein. Hoewel ik vaker geprobeerd heb dat proces te vermijden, keert de afwijking, zo doe ik vermoeden dat ’t heet, steeds weer terug. Want ’t heeft ook een handigheid, alle messen tegelijk borstelen & vervolgens staande in eenzelfde bakje laten droogdruipen. Vervolgens de lepels ’t zelfde laken een pak; ’t lepelvlak, koning eenoog,van dit eetgereedschap trots maar onnozel uitkijkend boven de rand van ’t droogrek.

& Dan zijn de vermaledijden.
’t Is aan ’t eind van een langer ritueel. Hier zijn borden al aan vooraf gegaan, invriesbakjes met hun frustrerende dakjes ertussendoor. Om ’t gebeuren niet onmetelijk saai te laten worden, middenin tussen ’tussen’ & ‘door’. ’t Hoofd wil afwisseling. Dus de frustdeksels krijgen om een bakje hun beurt: bakje, deksel, bakje, deksel.
Soms sla ik over, wat een vernietigende uithaal van verveling oplevert als ik geen bakjes meer omhanden heb om al ’t nare te kunnen intomen.
’t Komt door de akelige randjes van deksels. Die moeten extra schoon, want een verzamelplaats van alles wat onzichtbaar is & me uiteindelijk zal doden met hun vergif dat ’t reinigingsmiddel niet heeft kunnen bereiken. Mijn ongeduld werkt daar geduldig aan mee. Steekt steeds z’n kop op als ik niet kijk.

Vermaledijden beginnen ook met een ‘V’. Als verdoemden, verachtelijken, vorken.
Ze hebben hun uitstraling niet mee, hun, de woorden die opstarten met die schuin omhoog lopende punten. Je wordt bij aanvang al gespietst door hun indringende aanwezigheid.
& Dan zijn die van mij nog krom ook.
Dat heeft dan wel weer voordelen. Iets olijk lepelachtigs, waardoor ik ze niet eeuwig kan verbannen.

Ik heb viertanden, met een krommende kont dus. Of een bollende buik.
In sommige restaurants is 3-poot koning, met rechte rug, vanwege design. Waarschijnlijk zouden die beter bevallen bij mijn afwas, want ’t levert minder rand op. 4 Keer tand is nog een extra boel van niet kunnen zien dat kan blijven plakken & uiteindelijk fier vooruitstekend in m’n onschuldig mond stop.

Dat denk ik niet allemaal, maar wel grootdeels, onderweg naar ’t onvermijdelijke einde van de vaat, de vorken vissend uit vlammend water.
& Dit schrijvend verklaart veel van m’n verborgen afkeer. Ik snap weer wat beter.

Maar hekel zet je niet makkelijk bij ’t vuil in Zijperspace, dat blijft sussend sissen.

Nachtvlindercheck

Waarneming.nl is een prachtig middel om te kijken hoe het gesteld is met de natuur. Je neemt de Nederlandse bevolking, dat gedeelte dat graag door de natuur loopt en er van houdt om de boompjes, plantjes en beestjes bij de naam te noemen, verzamelt hun gegevens en gooit dat op een grote hoop. Als je dat maar lang genoeg doet, komt er vanzelf wel een indicatief getal naar boven van hoe het met bepaalde organismen gaat. Is een bepaalde populatie in grootte vooruit gegaan of heeft de klimaatverandering, de vervuiling of het bouwen van een nieuwe wijk invloed op hun aantal?
Natuurlijk is het resultaat niet vanzelfsprekend wetenschappelijk verantwoord als je alle cijfers zomaar bij elkaar gooit. Het ene moment zijn lieveheersbeestjes in de belangstelling. Het volgende moment zijn iepen het slachtoffer van een vreemde ziekte. En een natuurinstelling kan ook zomaar besluiten dat een bepaalde boom het bos te veel overheerst.
Exit beestjes die de boom als voedselbron gebruikten.
Ander voorbeeld: sinds enige tijd laten boswachters dode bomen liggen. Daar komen dieren op af die dol zijn op oud dood hout, in gezelschap van grote hoeveelheden paddenstoelen bovendien.
De meeste paddenstoelen zijn gemakkelijk te zien als hun vruchtlichaam te voorschijn komt en worden in die periode dan ook grotendeels doorgegeven aan de website Waarneming.nl, maar die kleine insecten die diep verborgen zitten in het hout: wie weet die zichtbaar te maken?
Waarneming.nl heeft een app voor smartphones ontwikkeld om door middel van soortherkenning snel te weten te komen wat de namen zijn van de soorten op de foto’s die men in de natuur maakt. Als de app geen zekerheid geeft, is er nog altijd een klein legertje aan ‘soorten-experts’ die de binnenkomende waarnemingen nauwkeurig op juistheid beoordelen.
Maar des te kleiner en minder waargenomen een soort is, des te moeilijker te bepalen is wat de daadwerkelijke grootte van een populatie is.
Neem nu de nachtvlinders van Amstelveen. Wie komt die wel eens tegen? Hooguit toevallige passanten die iets waarnemen op een boom of plant. Of die door stom toeval iets onregelmatigs zien tussen bladeren of op de bodem eronder.
Nachtvlinders worden zichtbaarder als je ’s nachts speciaal licht met UV-straling aanzet. Die straling trekt ze aan en na een paar uur is je daardoor plots duidelijk wat voor nachtleven er zich in de buurt bevindt waarvan je ervoor totaal geen weet had.
Een eenvoudig onderzoekje op Waarneming.nl wees uit dat er afgelopen jaar niemand met dergelijk licht heeft gekeken naar nachtvlinders. Wel in natuurgebieden eromheen, maar niet in de tuinen van de bewoners van Amstelveen.
Dus we dachten dat het tijd was om een vlinderval in te zetten. Een klein clubje mensen zetten die lichtval in hun tuin en gaan de volgende ochtend kijken wat er is gevangen. De val verhuist van tuin naar tuin en wie weet weten we aan het eind van het seizoen wat meer over wat er zoal ‘stiekem’ leeft op de tuinen in de stad.

Inmiddels 6 vlindervallen aanwezig in Zijperspace, terwijl er licht schijnt op een laken in de achtertuin.