Mail (1)

‘Hallo allen,

Ik kan ‘t niet nalaten jullie een berichtje te sturen nadat ik er achter ben gekomen dat ik een zeldzame vlinder, 4 rupsen in dit geval, in mijn tuin heb zitten: de helmkruidvlinder. Ooit ‘moest’ ik van m’n vader ‘t knopig helmkruid in m’n tuin nemen, hij nam een pol met 4 van die planten voor me mee naar Amsterdam. Ik was maar al te blij, want ik wilde ‘echte’ planten, geen tuttige oma-planten.
Nu 17 jaar later blijkt hoe belangrijk zo’n gift van een vader die plantengek was kan zijn. Dus moet ik wel ff de plaatjes aan de volledige Insectenwerkgroep sturen.

Verder weet ik eigenlijk nog steeds niet welk insect er nou in groten getale in mijn insectenhotels (ik heb er inmiddels 7 en ze worden allemaal vanaf ‘t 1e moment van ophangen druk gebruikt) eitjes legt. Daarom daar ook een foto van. Wie weet dat iemand anders raad weet. Overigens zijn er nu meer dan 160 gaatjes gevuld in de hotels, maar daarnaast heb ik ook nog losse bamboestokken staan, die, ontdekte ik van de week, ook allemaal dicht geplamuurd zijn tbv ‘t nageslacht.

En dan doe ik er, omdat ik toch bezig ben, nog wat plaatjes van motten bij waarvan ik de naam (nog) niet weet. En oja, van ‘t meeldauwlieveheersbeestje. Allemaal uit eigen tuin, zou mijn vader dan zeggen, maar dan had hij ‘t over de groenten die we bij ‘t eten voorgeschoteld kregen.’

Vervolgens zei er iemand dat dit in Zijperspace thuishoorde.