M’n moeder had altijd hoofdpijn. Of eigenlijk bíjna altijd, maar we hielden er wel altijd rekening mee. Als je beneden kwam wist je hoe laat ’t was, want haar gezicht sprak wat dat betreft boekdelen. Dan was ’t zaak om niet te schreeuwen, zeuren of ruzie te maken. Dat moest dan maar weer uitgesteld tot we buiten waren, onderweg naar school.
Ik had ’t van haar; ik denk dat ik vanaf ong m’n 10e tot late puberteit regelmatig last had van zware hoofdpijn. Leverde me wel af & toe briefjes voor school op, ondertekend door m’n vader, met daarin verklaard waarom ik lessen had moeten missen. M’n vader overdreef dan weer daarin, want hij schreef dat ik migraine had, terwijl dat mijns insziens totaal iets anders was. Nee, ik had gewoon last gehad van barstende koppijn.
Bijv die waarbij ik niet met m’n ene oog kon kijken, omdat de pijn zich daar bevond; of waarbij ’t verspreid zat over m’n hele voorhoofd; of ’t alleen maar heftig bonkte tegen m’n linkerslaap; of er een band leek gelegd om m’n hele hoofd, die steeds maar strakker getrokken leek te worden; of dat de spieren in m’n nek m’n hoofd naar achteren wilden trekken.
M’n moeder had er ervaring mee, dus die wist wat er aan de hand was, zogauw ’t zich weer eens bij mij aandiende. Dat was een groot voordeel, want ze wist hoe de pijn zoveel mogelijk verzacht kon worden. Een massage van m’n nek wilde wel eens verzachting bieden; m’n polsen werden onder de koude kraan gehouden; of een washandje op m’n voorhoofd gelegd; alle gordijnen bij klaarlichte dag werden hermetisch gesloten.
Maar 1 van de beste remedies was ’t me te ruste leggen in ’t bed van m’n ouders. Daar had ik veel meer ruimte om te woelen. Daar voelde ’t ook anders aan, de lakens leken koeler & gladder. & Bovendien had ik er een nachtkastje tot m’n beschikking, zodat ik altijd water bij de hand had.
Als ik te kennen had gegeven dat m’n hoofdpijn ondraaglijk was geworden, wilde m’n moeder ook wel ‘ns haar medicijn toedienen. Dan moest ik een zetpil innemen, waarna binnen een ½ uur alles verdwenen was. Daar hield ik dan wel een beursgeslagen gevoel aan over & een maag die de rest van de dag bleef rommelen, maar de pijn was m’n lichaam uit.
Later, toen ze als 1 van de 1e ’t medicijn Imigran kreeg toegeschreven, heeft ze me dat ook eens laten proeven. Ze had speciaal voor ’t zichzelf toedienen een spuitcursus moeten volgen, want ’t was nog niet in pilvorm verkrijgbaar. Ik moest m’n knie blootmaken, waarna ze de spuit in m’n been zette.
Onmiddelijk voelde ik de vloeistof m’n lichaam ingaan, langzaam omhoog kruipen, m’n lichaam veroveren. Op ’t moment dat ik de vloeistof m’n nek voelde bestormen raakte ik lichtjes in m’n paniek: ik zou de controle over m’n gedachtes gaan verliezen. Maar voordat ik de paniek goed & wel besefte zat ’t al in m’n hoofd & was de hoofdpijn plots verdwenen.
Sindsdien bonkt ’t niet meer zo vaak in Zijperspace.