zandloper

Voor me woont er iemand.
Hoewel ik soms ’t idee heb dat ’t beest continu aan ’t verhuizen is. Dan ligt er weer een hoopje gruis onderaan de kist. Heeft ’t zich op een andere plek ’t hout ingeboord.

Ik heb wel eens gedacht dat ik de gaatjes moest gaan tellen. Dan zou ik weten wanneer er weer iets bij was gekomen. Dan zou ik ook weten of ’t een serieus probleem aan ’t worden was.
Maar vooralsnog ziet de kist er nog best goed uit. Als ’t met deze snelheid doorgaat, als ik al zou kunnen spreken van een waarneembaar tempo, dan staat deze kist er over 10 jaar nog.
Tegen die tijd heb ik wel een andere oplossing voor m’n beeldscherm. Misschien zijn zwevende beeldschermen dan al heel normaal.

’t Staat echter best charmant, een redelijk modern computerbeeldscherm op een ouderwets aftands houten kistje. Dat bezig is aan gorten gevreten te worden door een houtworm met z’n familie.
Ja, ’t moet wel een familie zijn, anders hadden ze ’t niet zo lang volghouden.
Ik neem tenminste aan dat de levensduur van een houtworm geen tijdspanne van jaren bedraagt. Ik moet generaties van de familie hebben overleefd ondertussen.
Ze geven evengoed niet op.

Ik behoed de wereld voor vergankelijkheid door de houtworm al die jaren te tolereren.
Waarom zou ik ook niet? ’t Enige nadeel is dat ’t me wat extra stof oplevert.
Maar ach, zo’n bergje houtrest doet me ook bewust worden van ’t traag verstrijken van de tijd. ’t Is alsof er ergens een onzichtbaar zandlopertje lekt.
& Als ’t me irriteert blaas ik ’t heuveltje weg. Dat heb ik al vaak genoeg gedaan. Dan heb ik m’n leven hier op aard, m’n dagelijkse aanwezigheid tegenover de houten kist, weer wat extra respijt gegeven.

Zo blijven we doorgaan met onze minimale conversatie, houtworm & ik.

Of eigenlijk blijven we gewoon rekening met elkaar houden in ons beider Zijperspace.