Vanmiddag kwam een man mij een vraag stellen. ’t Was een onnozele vraag, dat kondigde hij zelf al aan. Ik gaf ‘m een antwoord van ’tzelfde kaliber, in afwachting van hoe hij zou reageren. De reaktie op domme antwoorden op domme vragen kan vaak veel goed maken. Hij draaide z’n hoofd lichtjes & breide er een reaktie van die misschien wel sympathiek was, maar absoluut niet meer tot me doordrong. Als: ’t me nu in ieder geval niet meer kan herinneren.

Want bij de draaiing van z’n hoofd kwam er een stuk wild vlees op z’n rechteroor te voorschijn. Zo’n stukje wat naar buiten steekt, als een wrat, maar dan minder rimpelig, maar wel meer uitstulpend. Een lelijk ding, wat je slechts ziet bij mensen die niet voldoende voor zichzelf opkomen, zich niet aantrekken hoe ze overkomen, of mensen die niet opletten wat ze zeggen. Tenminste: dat waren van die gedachten die mij te binnnen schoten bij ’t zien van ’t stukje vlees waar hij geen controle over had.

De man had afgedaan, geen serieus woord meer waard. Ik had dankzij een kleine afwijking in z’n aangezicht een onredelijk oordeel gevormd die niet meer weg te poetsen viel uit m’n perceptie van zijn totale wezen.

’t Is eigenlijk een strijd tussen ’t verstand die zegt iedereen te moeten nemen zoals hij of zij is & bepaalde instincten die je doen streven contact te hebben met mensen die er zo aantrekkelijk mogelijjk uitzien. (U weet wel:in de natuur betekent ’t zoeken naar een ideale partner dat de kans vergroot wordt dat de soort blijft voortbestaan. Zonder dat instinct overleeft een soort niet).

Tolerantie is een beredeneerd gegeven in Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *