geluid

Als alles stil was begonnen ze. Tineke sliep dan altijd al. Ik was gedwongen er in m’n 1tje getuige van te zijn. & Zolang ‘t duurde leek de slaap me ook niet meer te kunnen vatten.
De nacht werd voor een wijl gekenmerkt door ‘t zachte geluid dat m’n buren maakten; ze leken hun best te doen ‘t niet door de wanden & vloeren te laten dringen. Maar tocht werd mijn slaapkamer gevuld met ‘t geluid van de buurvrouw & een klein beetje piep van hun bed. Heel regelmatig & langzaam opzwellend. Als je ‘t de hele dag zou horen zou ‘t gaan funktioneren als ‘t getik van een klok, maar omdat ik volledig doordrongen was van ‘t feit dat ‘t iets anders was & slechts tijdelijk, hield ‘t me wakker. Deed ‘t me beseffen hoe verkeerd de plek was waar ik me op dat moment bevond.

Ik lag in een 2-persoonsbed. Naast m’n vriendin Tineke. Die bewoog niet; ik hoorde haar slechts ademhalen. Zeer regelmatig. Ze zat er al diep in. Zelfs als ze bewoog, hing over haar de sluier van diepe slaap. Er was geen mogelijkheid meer te communiceren. & ‘t Licht aandoen voor ‘t lezen van een boek deed ik ook niet. Want ik moest m’n best doen haar ademhaling niet te verstoren. De ademhaling van iemand die totale rust geniet.

‘t Was niet alleen ‘t geluid van m’n buurvrouw, haar stille piepjes, die steeds iets meer omhoog gingen in toonhoogte; niet alleen ‘t bed dat kreunde van genoegen, genot dat ‘t werd gebruikt waar ‘t zich op had ingesteld. ‘t Was ook de vloer die langzame druk uitoefende op de afscherming tussen de buren & ons. Eigenlijk moet ik ‘mij’ zeggen, want ik was de enige die er getuige van was. De vloer, waarschijnlijk parket, liet zich niet onbetuigd. Ongemerkt drong hij zich op de voorgrond.
M’n bovenbuurman gaf als een dirigent ‘t ritme van ‘t geluid aan. & Geleidelijk aan ging-ie wilder met z’n dirigeerstokje zwaaien. De kunstmatige afscherming die mij van de bovenburen scheidde, werd allengs heftiger in z’n toonaarden, z’n snelheid van opvolgende geluiden & gewaagder in ‘t hoorbaar maken van ‘t ritme dat opgeschroefd werd.
& M’n buurvrouw piepte door.

Ik voelde me eenzaam in m’n niet-kunnen-slapen. De nacht was over me heengevallen & hield me gevangen in een ijzeren greep, waarin ik niet anders kón dan ‘t aanhoren. Wachten tot ‘t over was. Wachten tot ik weer aan de beurt was. Wachten tot ik ergens anders zou zijn.

‘t Gebeurde ong 1 keer per maand. Dat ik er getuige van was. In de loop van m’n verblijf in die woning werd de frequentie opgeschroefd naar 1 keer per week. & Steeds mocht ik er als enige getuige van zijn. M’n hoofd verborgen in de kussen, de donkere nacht als verbod om meer te zien om me heen gedrapeerd. Dat duurde dan meestal 15 minuten. De piepjes werden aan ‘t eind zachte gilletjes, ‘t kreunen van ‘t bed lichte bonzen tegen de muur aan, ‘t ritme van de dirigent als een trage drumsolo.

& Dan was ‘t over. Ik hoorde niets meer. Hooguit wat plakkerige voeten over de houten vloer. Ik bedacht dan dat ik zelf ook moest plassen. Klom over m’n vriendin heen & liep door de gang.

Jaren later kwam ik m’n vroegere buurman tegen. Hij had nog steeds dezelfde alleenstaande blik in z’n ogen. Maar ze waren naar Amsterdam verhuisd, vertelde hij me, ze waren getrouwd & hij was psychologie gaan studeren.
Maar op ‘t moment dat ik hem zag, zag ik geen geluiden. Ik hoorde geen gepiep. ‘t Bed zag ik niet bewegen. & Ik stelde me vloerbedekking bij hem voor. & Zelfs dat zonder slijtplekken.

Blijkbaar was dat de grootste stoorzender van nachtelijk Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *