verantwoording

‘Zeg, Kaspar,’ zei ik.
We stonden aan de bar een biertje te drinken. Eind van de woensdagmiddag, eind van mijn zogenaamde weekend, eind van zijn werkdag.
‘Dat van 2 weken geleden,’ ging ik verder, ‘toen ik ziek was, ik weet niet of je dat hebt meegekregen, maar dat lag aan m’n darmen.’
Kaspar knikte. Hoofd wat voorover om me beter te kunnen horen.
‘Nou ben ik gister naar m’n internist geweest,’ zei ik.
‘Jij hebt een internist?’
Zo’n opmerking blijkt dan 1 van z’n grapjes te zijn. Dat weet je pas als je z’n gezicht erbij ziet. Ik moet altijd naar ‘m kijken.
‘Ik heb er een beetje over gepraat met haar,’ vervolgde ik onverstoord. ‘Maar ’t is heel waarschijnlijk dat dat van die darmen ligt aan de ziekte van Graves. Vooral ook omdat ik er verschrikkelijk moe bij was.’
Kaspar knikte weer.
‘’t Ligt er aan dat m’n schildklier wel is uitgeschakeld, maar de hormonen die ik via een andere pil binnen krijg zijn niet voldoende. ’t Is nog niet op elkaar afgesteld. De ‘tuning’ is nog niet juist. Ik krijg nu wel meer van die hormonen, zeg maar, maar ’t kan voorkomen dat ik de komende tijd wat vaker niet in staat ben om te werken. Ik dacht: ik vertel ’t je maar even, dan weet je ’t tenminste, als ik me plots weer ziek meld.’
‘Weet je dat die ziekte van jou best wel vaak voorkomt?’ merkte Kaspar plots op.
‘Vooral bij vrouwen, geloof ik. Ik meen zelfs gelezen te hebben tot 4 % bij vrouwen.’
‘Ik ken naast jou 3 mensen die die ziekte hebben of hebben gehad.’
‘Maar vast niet bij mannen. Dus ben ik best nog wel een beetje speciaal.’
‘Jij blijft speciaal, Ton,’ zei Kaspar weer met z’n grappengrijns.

‘Hoi, Ton,’ zei Jos. ‘Wat is er?’
Ik belde ‘m in ieder geval niet wakker dit keer. Hij klonk opgewekt, ondanks z’n laatste vraag.
‘Hoi, Jos,’ zei ik. ‘Ik moet ’t je misschien toch maar even uitleggen. Ik heb dat van de week ook bij Kaspar gedaan. Ik heb je verteld over die schildklier van mij, toch?’
‘Ja, dat weet ik me nog wel te herinneren.’
‘Die is nu zeg maar op 0 gezet. Geen activiteit meer. Maar er moeten dus hormonen m’n lichaam ingebracht worden die anders door de schildklier geproduceerd zouden worden. Nou ben ik van de week bij m’n internist geweest. Ze zei dat ’t goed was met de schildklier, maar dat de hoeveelheid hormonen niet gelijk op loopt. Moet nog even wat beter afgesteld worden. Dat is dus waarschijnlijk de reden waarom ik ’t de laatste tijd vaak aan m’n darmen heb. & Waarom ik dan gelijk verschrikkelijk moe ben. Nu kan ik ook geen pap meer zeggen.’
‘Maar krijg je dan niet andere medicatie?’ vroeg Jos.
‘Ja, vanaf dat bezoek moet ik meer slikken. Zodat ’t beter op elkaar afgesteld raakt. Dat wil niet zeggen dat dat meteen gebeurd is.’
‘Goed. Maar vandaag lukt dus niet?’
‘Nee, ik duik weer m’n bed in. ’t Kan de komende tijd vaker gebeuren. Ik dacht: ik vertel ’t je maar even. Er wordt aan gewerkt, maar ’t kan vaker gebeuren.’
‘Die pillen zullen hun werk wel doen,’ zei Jos ter afsluiting, enigszins hoopvol.

& Daarom, waarde lezer, dat ik ook verantwoording tegenover u afleg.
Ik sta elke ochtend op, een ietwat vroeger dan strikt noodzakelijk, zodat ik in ieder geval de tijd heb om na te denken over, vervolgens een poging te wagen een stuk te schrijven. Ik vind ’t vaak nog veel belangrijker dan daadwerkelijk naar m’n werk te gaan. In plaats van ’t vroegere 9 uur sta ik zodoende vaak om ½ 9, of soms zelfs 8 uur op. Voor anderen totaal geen moeite, dagelijkse kost, voor mij een stap uit m’n dagelijkse ritme. Zwaar noodzakelijk, daarentegen, want geschreven díent er te worden.
De laatste tijd overkomt ’t me echter steeds vaker, zo ook hedenochtend, dat ik, 1maal bezig met mijn ochtendrituelen, bevangen word door een onnoemelijke vermoeidheid, een terugverlangen naar bed, & me derhalve op de bank te rusten leg.
Resultaat: verschrikkelijk weinig tijd om een stuk tekst te produceren.
Voor de rest stelt die ziekte geen reet voor. Bijna geen last van. Ik hoop alleen dat ’t me de komende tijd niet al te veel verstoord in m’n dagelijkse bezigheden. Want slapen vreet tijd, heb ik ondertussen gemerkt.

Tijd die ik gaarne had besteed aan ’t verzinnen & schrijven van vulling voor Zijperspace.
(Moet ik ook nog de klus van deel 5 van de cursus Lijfloggen zien te klaren)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *