Vodafoon

Ooit een vodafoon gekocht. Ik geloof dat ‘t zo heette. Hoewel ik nu uit moet kijken dat ik een bepaalde telecompany niet achter m’n broek krijg vanwege valse ‘communicatie’ of ‘berichtgeving’.

‘t Was geen succes. Een digitale voicerecorder, zeiden de advertenties. Druk op de knop, piepklein apperaat waarbij je je best moest doen ‘t juiste knopje daarvoor blindelings te vinden, & je boodschap aan jezelf werd opgenomen.
Voicerecorder noemen ze dat in ‘t engels. In dit geval noemde ‘t productiebedrijf ‘t een vodafoon.
Misschien bestond de voicerecorder toen nog niet. Smartphones moesten ook nog uitgevonden worden in dit tijd van ooit.

Weblogs waren er al wel.
& Daarom dacht ik ‘m nodig te hebben. Ik schreef somtijds wel 3 stukken tekst per dag. Ik had dus al m’n inspiratie nodig om dat vol te houden. & Hoewel ik achter de bar van een brouwerij stond, de eigen bierviltjes altijd in de nabijheid, de onderkant spik & span blank, kwam ‘t er steeds niet van een pen te pakken & m’n invallen van ‘t moment op de bierviltmaagdelijke blankheid van ondersteboven te noteren zo gauw die plotse inspiratievolle boodschappen van binnen te voorschijn plopten.
Te druk, geen ruimte in m’n broekzak, natte viltjes bovendien in overvloed waar penneninkt niet op beklijfde waardoor je door de daarvoor verbruikte bomen ‘t bos van de droge viltjes niet meer zag.

Dus een vodafoon leek de oplossing.
Na aanschaf oefenen thuis. Je leest een boek, ziet een leuke passage, mogelijk bruikbaar voor als je ooit een citaat nodig hebt op de flap van je nog te verschijnen 1e snail-publicatie, inspreken & heel makkelijk oproepbaar met ‘t schijnbaar makkelijk te hanteren opslagsysteem van de vodafoon.
Dun snoertje was meegeleverd, maar ik geloof dat ik daar nog niet eens aan toegekomen ben. Binnen de levensduur van m’n 1e batterij (weet u nog wat dat waren, gij onwetenden van ‘t batterijloze maar powerbankrijke oplaadbare usb-tijdperk?) heb ik de moed in die tijd van toen al opgegeven.

Want buiten voornoemde problemen had ik er zelf ook 1: ik durfde niet te praten. Wel met andere mensen, maar niet tegen mezelf in de toekomst.
Wat moest ik mezelf vertellen. Ja, ik had mezelf weliswaar een duidelijke taak gesteld: de inspiratie opslaan. Maar alles wat ik tegen mezelf zou zeggen was bij voorbaat zinloos. Naar m’n eigen stem luisteren? Horen wat ik te zeggen had wat ik niet meer wist? Een conversatie met mezelf?
‘t Leek allemaal zinloos.

Vodafoon verpieterde. Heeft gedurende de tijd z’n eigen batterij verbruikt. & Legde ongemerkt ‘t loodje.
Pas jaren later heb ik ritueel afscheid genomen door ‘m naar ‘t grofvuil te brengen, afdeling ‘klein electronica’.
Ik geloof nog steeds dat-ie ook daar onopgemerkt voorbij is gegaan.

Vandaag de dag sta ik verbaasd over de durf van mensen om hun boodschappen die ze via een ‘appie’ met anderen willen delen op hun smartphone in te spreken.
Alsof ze in ‘t luchtledige happen naar de vulling van een ballon, zoals in strips (balloon zeggen ze in ‘t engels), terwijl de woorden niet kunnen lezen wat er naast hen gezegd wordt.

We naderen ‘t postballoontijdperk in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *