Ik had haar naam onthouden van de keer ervoor. & Ondanks dat we nog een paar uur met elkaar hadden doorgeouwehoerd, had zij dat niet met die van mij gedaan. Maar ik kwam toen van m’n werk af & was nog redelijk nuchter, terwijl zij juist de hele middag met haar collega’s op m’n werkplek had aangezeten.

Dus bij de 2e ontmoeting heb ik een wedstrijdje met ‘r afgesproken: degene die als 1e de naam van de ander bij weerzien zou uitspreken had gewonnen. Hoewel deze afspraak in vergelijkbare omstandigheden als voorgaande ontmoeting (ik aan ‘t werk & zij aan ‘t bier) werd gemaakt, kon ik me later helaas niet meer herinneren of we er ook nog iets om hadden verwed. De afspraak stond echter & ik wist zo goed als zeker dat ik zou winnen, want haar manier van lachen leek exact op die van een vriendin die ik al vele jaren ken & die dezelfde naam draagt.

Ze kwam vanmiddag binnen (we zwaaiden even naar elkaar) & ik wist me weliswaar haar naam te herinneren, maar was de afspraak over de wedstrijd vergeten (pas later werd dat gememoreerd door haar vriendin). Ik vroeg nog wel of ze m’n naam nog wist. ‘Ja hoor. Jij bent Ton.’ Waarna ze er ‘t zwijgen toedeed.

Pas op ‘t moment dat zij aan de beurt was om haar rondje bier te bestellen, kwam de bekentenis.
‘Weet je dat je een dubbelganger hebt? Ik zat in een café & zwaaide naar een jongen die er precies zo uitzag als jij & hij zwaaide terug. Toen heb ik gebaard dat-ie er bij moest komen zitten. Ik moest ff zeker weten of-ie Ton was, dus heb ‘m dat gevraagd, waarop hij met ‘ja’ antwoordde. Een tijd lang met ‘m zitten praten in de veronderstelling dat jij ‘t was. Hij dronk alleen geen bier & dat vond ik wel een beetje vreemd. Op een gegeven moment heb ik ‘m dus gevraagd of-ie echt wel Ton heette. Hij vertelde uiteindelijk dat Bernard of iets dergelijks z’n naam was, maar dat-ie dat niet had willen vertellen, want dan had-ie dat gesprek niet met me kunnen hebben.’
‘Dus als ik je de volgende keer tegenkom, gebaar je ook naar mij & dan zit ik de hele avond met je te kletsen,’ interpreteerde ik ‘t voorgaande hoopvol.
‘Nee, want dan vertrouw ik je natuurlijk niet.’

We hebben gelukkig geen dubbelgangers in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *