De boor klinkt nog niet overtuigd. Alsof-ie niet weet wat-ie aan ‘t doen is, hoe diep-ie moet gaan & wat er na z’n werk komt te hangen.
Zo ongeveer zoals ik een boormachine zou hanteren.
M’n moeder deed vroeger al de elektriciteit, waar wij onze vader uitlachten & hij verzuchtte dat hij al hard genoeg had gewerkt, waarop m’n moeder dat voor hem bevestigde & wij nog grappiger grappen grapten.
Ik heb ‘t dus van m’n vader, dat onverstoorde. Hij ging gewoon door met uitpluizen van wie wij afkomstig waren, vaderskant, moederskant, vaderskant van vaderskant, ook de moedervariant & dat gespiegeld aan onze moeders voorva- & moeders. Onverstoord.
Tenzij je zijn pen even wilde lenen. Of ‘t potloodje dat tijdens z’n hobby-werkzaamheden achter z’n oor stak.
‘In m’n handen terug,’ kwam hij dan uit z’n tot dan toe volledige aandacht voor wat voor hem lag of stond, terwijl hij die zin liet samengaan met een strenge & serieuze te gehoorzamen blik.
Zelfs z’n zondagse jazzmuziek met voor zijn doen olijke begeleidende trommelkunsten met z’n vingers op de plank (snelle uitleg: die lag in dit soort omstandigheden boven z’n schoot, met daarop de typemachine, zijn genealogie-aantekeningen of 1 van z’n andere ontelbare hobby’s) haalden ‘m niet uit z’n concentratie. Die waren juist om die te bekrachtigen, vermoed ik nu.
Ter vergelijking: in een overvolle kroeg was ik in staat om een boek te lezen, ‘t geroezemoes juist een aanmoediging me verder in ‘t boek te verdiepen, heerlijk dat drukke gedruis dat golft als de herfstige zee, & enkel schuin over ‘t randje boek afgeleid te laten worden door vrouwelijk schoon waar ik dan een maand of langer een relatie mee kreeg.
Maar vooral niet veel langer.
Daar was mijn concentratie dan weer veel minder dan die van Pa.
& Dat lag niet aan m’n gebrek aan liefde. Die was er wel. Ik wist alleen niet een vrouw te vinden die me door liet gaan met m’n hobby’s.
Ik was misschien wel zo’n boor als die van de buren, die inmiddels gestopt is, o nee, weer begint, die slechts kort in gebruik wordt genomen, rustig terzijde wordt gelegd, zodat-ie weer in z’n eigen wereld kan treden & als-ie weer nodig is voor wat onrust kan zorgen, maar ach, dat neem je zo’n jongen toch niet kwalijk, want eigenlijk weet-ie gewoon niet waarvoor hij ‘t doet.
Maar er blijft straks wel iets hangen. Leuk plaatje misschien ter herinnering.
‘t Is weer zo’n zondag in Zijperspace.