carel is dood

‘Ben je alleen?’ vraagt Jan.
‘Ja, ik ben alleen,’ antwoord ik.
Hij begint sneller adem te halen. ’t Is iets ergs, dat voel ik. Dat weet ik ook. Anders belt-ie niet om 3 uur ’s nachts.
Is er een scheiding? Iemand in ’t ziekenhuis?
‘Ik ben nu bij Carel thuis,’ begint Jan.
Hij gaat een paar tonen omhoog met z’n stem.
Ik wil ’t er uit slepen. Kom nu maar to the point, Jan. Maak er geen lang verhaal van. Ik kan ’t nieuws heus wel aan.
‘D’r is iets ergs,’ gaat-ie verder. ‘Ik werd daarnet gebeld dat er iets ergs met Carel was. Dus ik ben meteen deze kant op gekomen. De ambulance stond er al. Maar ik was te laat. Ik ga daarnet, 10 minuten geleden, naar boven & toen lag Carel daar dood in bed.’
‘Wat?’
‘Carel is dood. Hij had een hartstilstand.’
‘Dat kan toch niet?’
‘Nee, dat kan niet.’
Jan huilt.
Ik denk aan ’t stapelbed. Carel sliep boven. Ik sliep onder. We hebben ’t een tijdje ook nog andersom gedaan. Maar meestal sliep Carel boven.
Hij was 1 jaar ouder. We hebben altijd bij elkaar op de slaapkamer gelegen. We zijn met z’n 2-en naar zolder verhuisd, toen de 2 oudsten de deur uitgingen. Niet meer in stapelbedden, maar nog steeds bij elkaar. Tot ook hij de deur uitging. Ik hield de pick-upinstallatie die we van ons spaargeld samen gekocht hadden. Die heb ik vorig jaar pas weggeven aan m’n neefje.
Hij was 1 jaar ouder. Ik hoor mezelf al ‘was’ zeggen. Een paar minuten geleden was-ie nog ‘is’.

Ik huil pas als ik Roswitha wakker heb gebeld. Ik kan mezelf niet meer verstaan.

M’n broer is dood, Zijperspace wordt kleiner.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *