Ik leg m’n hand op OG z’n schouder: ‘Zo, een tijd niet gezien.’
OG schrikt zich rot. Ik ontdoe me snel van m’n pet. Daar is-ie niet aan gewend.
‘God, ik had je niet herkend, zeg. ’t Is toch niet te geloven.’
OG leunt schuin achterover om me goed te aanschouwen.
‘Jij wil vast wel wat te drinken van me. Amber!’ hij spreekt de naam van ’t meisje achter de bar op z’n engels uit, ‘Amber, geef deze jongen eens een biertje van me. Mooie naam, hè? Heb je dat boek wel ‘ns gelezen? Amber.’
Amber tapt een biertje voor me in & zet ‘m zo neer dat OG ‘m mij aan kan reiken.
‘Alstublieft, meneer,’ zegt ze erbij.
‘Hoor je wat ze tegen me zegt?’ roept OG uit. ‘Je weet toch wel hoe ik heet?’
‘Hoe moet ik je dan aanspreken?’ vraagt Amber een beetje lacherig. Ze weet dondersgoed hoe OG heet. Dat is 1 van de 1e dingen die nieuwe barkrachten krijgen opgedrongen.
‘Ach, je noemt ‘m gewooon Ouwe Gek,’ suggereer ik. Tenslotte is daar de afkorting van afgeleid.
OG laat een luide lach horen.
Ach ja, OG is 70, luidruchtig, gezellig, vermoeiend, aanwezig, vrijgevig, enzovoorts. Hij is alles tegelijk, met een hart van goud.
‘Zo’n leuke dame,’ vertelt OG. ‘Ze treffen ’t wel elke keer met de dames die ze krijgen voor achter de bar. Maar nou gaat ze maar liefst 3 maanden weg. Naar Brazilië om stage te lopen.’
‘Ja, ’t zijn leuke dames, maar ze houden ze alleen niet zolang vast. Hoelang werkt ze hier nu eigenlijk?’
Bij navraag blijkt ze ’t tot nu toe 5 weken uitgehouden te hebben.
OG is buiten bij een groepje gaan zitten als ik terugkeer van m’n inkopen. Ik zit alleen aan de bar, totdat Irene, de aflossing voor Amber, verschijnt. Veel te vroeg, dus maken ze nog ff een praatje met elkaar.
‘Ik ben uit de gratie bij OG,’ vertelt Irene, ‘Ik heb ‘m ooit een ouwe viezerik genoemd. Sindsdien komt-ie niet meer bij me aan de bar zitten.’
Ook ’t vrouwelijk gedeelte van OG’s terras-gezelschap komt er ff bijstaan; een tussenstop na wc-bezoek. Die weet hoe je OG in toom moet houden.
‘Hij heeft 1 keer een klap op m’n kont gegeven. Ik keek ‘m aan,’ ze steekt een wijzende vinger uit alsof ze ’t weer meemaakt, ‘& ik zei: “Da’s 1 keer, maar nooit weer.” Hij was helemaal sprakeloos. Heeft me nooit meer aangeraakt.’
M’n fiets staat voor ’t groepje van OG. Daardoor kan hij me nog ‘ns welluidend aanspreken vlak voordat ik verder ga.
”t Zijn toch mooie dames, vind je niet? Amber, heet ze; prachtige naam toch? Heb je dat boek wel ‘ns gelezen?’
‘Ik heb er nog nooit van gehoord.’
‘Oh, ik heb ’t in 1 keer uitgelezen. Maar toen lag ik in een engels ziekenhuis. Met een gebroken kaak. Ruzie om een vrouw.’
Later willen we ook de dames op hun kont slaan in Zijperspace, als we later groot zijn.