ehoiai (dl k)een moderne ‘catalogus van vrouwen’ in 26 letters

Of zoals ik jaren later met iemand over Jolande sprak, terwijl ik haar eigenlijk al jaren kwijt was. Of zij mij. ’t Was maar hoe ik ’t bekeek.

Hij zei tegen mij: ‘Heb jij ’t wel ‘ns uitgemaakt met een vrouw?’
Ik moest nadenken. Ik had ’t gevoel altijd zelf afgekeurd te zijn geweest. Zo lijk ik in ’t leven te staan.
Een enkele keer had ik wel ’t uiteindelijke besluit genomen er een punt achter te zetten, maar die keren dat zoiets gebeurde leek ’t bijna altijd alsof ’t niet anders meer kon. De vrouw in kwestie was ’t er naar alle waarschijnlijkheid ook mee eens geweest. ’t Was voor ons beiden beter.
‘Hm, nee,’ begon ik aarzelend m’n antwoord, maar corrigeerde me snel met: ‘of nou ja, toch een keer. Jolande, tegen Jolande heb ik gezegd dat ’t niet meer ging.’
Tegelijkertijd bedacht ik dat ’t misschien wel nooit aan was geweest. Bij 1 keer vrijen heb je nog geen relatie.

‘Weet je,’ begon ik mezelf te verontschuldigen, omdat m’n geheugen begonnen was de details bij elkaar te schrapen, ‘ze kan niet echt gedacht hebben dat ’t aan was.’
‘Hoezo niet?’
‘Omdat we maar 1 keer met elkaar hebben gezoend.’
‘Ja, da’s niet al te veel.’
‘Maar ik heb wel een tijd achter haar aan gezeten. Al jaren had ik haar in de gaten gehouden als ze op mijn werk kwam om boeken te lenen.’

Ik zag ‘r onmiddellijk als ze op zaterdag de bieb binnenkwam. Ik hield in de gaten waar ze naartoe liep. Ik had meteen genoeg van ‘t baliewerk & wilde liefst zo snel mogelijk boeken die waren ingeleverd terug in de schappen zetten.
Aan de andere kant van een kast waar zij op zoek was naar een roman, schoof ik boeken die al strak stonden nog eens extra naar elkaar toe. De ruggen op een rechter dan rechte lijn. & Tussen Mulisch en aan de andere kant Pasolini door gluurde ik naar welke literatuur zij las. Pasternak, Pastoors of Pavese? Ik droomde dat ze ‘tzelfde las als ik.
Voordat ze haar besluit genomen had was ik al klaar met ’t kleine stapeltje boeken in de schappen voegen & was ik op de terugweg naar de uitleenbalie. Hopend dat ik de gelegenheid kreeg haar & haar boeken 3 weken de tijd te geven.

‘Ze was niet verschrikkelijk mooi, maar ze was wel fascinerend. Ze las boeken & je kon ’t aan haar gezicht zien. Ook aan haar rugzak. Als ik na afloop van werk door de stad liep & ik zag haar door de menigte van de zaterdagse winkelstraat, dan kon ik aan de vorm ervan zien dat zij mijn boeken nog op de rug hield. Mijn boeken, ’t waren dan mijn boeken, die een tijdje bij haar in huis mochten staan. Ik hoopte dat ze bij terugkomst de geheimen van haar woning zouden vertellen.’
‘Door een verloren aantekening.’
‘Of een papiertje. Misschien een prulletje dat in de hoeken van een boek was blijven hangen. Een geurtje, een veeg, misschien een pennenstreek of een ezelsoor.’

Ik vertelde op een gegeven moment dat ik een bepaald boek ook gelezen had. ‘Jouw Land’ van Pavese. Ze kwam ’t terugbrengen.
Zij zei dat ze er niet aan toegekomen was. De uitleentermijn was voorbij.
Dan kan je ‘m toch verlengen, had ik voorgesteld.
Nee, andere boeken wachtten haar.
& Ik stond vlak daarop weer aan de andere kant van die boeken, door kieren erboven langs te gluren. Ik rook de muffe huizen van vrouwen die streekromans lazen.

‘Maar toen ben je dus bij haar thuis terecht gekomen? Hoe kreeg je dat voor elkaar als suffe bibliothecarisfunctionaris?’
‘Ik kwam haar in de stad tegen. Ik vroeg haar of ze uiteindelijk Pavese nog gelezen had. Ik wilde haar nadat ze ontkennend had geantwoord meteen met rust laten, maar zij vroeg wat er dan zo bijzonder aan was. Toen ben ik diezelfde avond bij haar in bed beland.’
‘Zomaar? Je had ’t over 1 boek & zij lag voor je klaar?’
‘Nee, we hadden ’t daarna helemaal niet meer over boeken. We praatten gewoon wat. Op gegeven moment bleek dat ze allang al door had dat ik haar leuk vond. Dat ’t ook de reden was dat ze boeken kwam lenen. ’t Was spannend, 1 keer in de 3 weken tussen de boekenkasten, wetend dat ze in de gaten gehouden werd.’
‘Dus je vree & toen was ’t over.’
‘Ja.’
‘Dat gebeurt toch niet zomaar?’
‘Nee, nee, inderdaad’ aarzelde ik opnieuw. ‘Ik zag diezelfde nacht haar borsten.’
Ik liet ’t daarbij. Ik keek nog een beetje raar, zodat hij ’t zou begrijpen. Ik vertelde hem maar niet dat ik haar jaren later weer tegen was gekomen, 2 kinderen aan de hand.
Zij keek alsof ze mij niet kende. Ik keek naar de kinderen. & Ik kon me niet voorstellen dat ze van de borstvoeding hadden genoten.

Maar niemand die de gedachte te weten kwam in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *