ehoiai (dl l)een moderne ‘catalogus van vrouwen’ in 26 letters

Of zoals Renske zich bij kennismaking naakt aan m’n moeder presenteerde doordat er te weinig laken aanwezig was in ’t 1-persoonsbed dat ze met me deelde.
M’n moeder was geschokt & slikte snel de vraag of we thee bij ons ontbijt wilden hebben in. Ik nam aan dat ze nog niet eerder de borsten van 1 van haar schoondochters, vermeende of terechte varianten daarvan, had gezien. Renske trok doelloos vlug, de deur was inmiddels alweer dichtgetrokken, ’t laatste vrije lapje laken over zich heen & belette zodoende mij om nog langer van onze 1e nacht samen te kunnen genieten.
Nou ja, ’t was tenslotte al na 12-en. M’n moeder had gelijk. ’t Was tijd om toch nog iets van de zonnestralen door de wolken te zien schijnen.

Later op de dag kreeg ik een standje in de vorm van wat woorden tijdens de maaltijd.
‘Was dat nou nodig?’ vroeg m’n moeder.
Ze had ’t over normen & waarden, dat zij & m’n vader toch ook gewacht hadden tot na hun huwelijk. & Tuurlijk was dat inmiddels ouderwets, dat vond zij zelf ook, maar midden in de nacht naar binnen komen sluipen, vriendelijk bij ’t ouderlijk bed komen vragen of we een slaapplaats beschikbaar mochten stellen aan een zielig verloren meisje met een kapotte fiets & dan in vol ornaat de volgende ochtend de volle waarheid te tonen van waar ’t allemaal om was te doen, dat vond ze toch te ver gaan.
M’n vader bevestigde zijn instemming met een korte knik tussen 2 happen van de bietjes door.
‘Ach, Mam,’ volgde mijn niet al te sterke verdediging, ‘van ‘t 1 kwam ’t ander & daarnaast had je er niets van gemerkt als ik gewoon uithuizig was gebleven zoals ’t oorspronkelijk de bedoeling was geweest.’
‘’t Hoeft toch allemaal niet zo snel,’ verzuchtte m’n moeder tot besluit, waarop we met z’n allen zwijgzaam onze gehaktballen begonnen te consumeren.

Maar Renske bleef. De 2 matrassen die op zolder waren achtergebleven, nadat m’n broer & ik ’t huis kort op elkaar hadden verlaten, werden voortaan elk weekend uit de bedden gesleept, midden in de kamer gelegd & tegen elkaar geschoven.
Door de weeks was nergens voor nodig, vonden de beide ouderlijke stellen. Dan zat Renske op school & had ze haar tijd nodig. We hadden nog een heel leven om van elkaars aanwezigheid te genieten & voorlopig moesten we ’t maar beperken tot de zaterdagavond & de zondagochtend. Die laatste desnoods uitgesmeerd tot de late middag.
Want waar ’t ons 2-en vooral om ging was de zondagochtend.

’t Vergde wel enige schijnheilige zorgvuldigheid. Op de zaterdagavond een beetje voorzichtig informeren of Pa nog in de kerk iets voor zou moeten lezen, of m’n moeder hem daarin zou vergezellen, of dat ze gezamenlijk rustig de vroege mis in de kerk in de wijk de Schooten zouden genieten.
‘Waarom wil je dat weten?’ vroeg m’n moeder argwanend. ‘Wil je soms zelf ook weer met ons naar de kerk?’
Dan wist ik dat ik alweer een stapje te ver in m’n zogenaamde belangstelling was gegaan.
‘Nou nee, gewoon,’ reageerde ik traag, om vooral de tijd hebben om een afleidingsmanoeuvre te verzinnen, ‘Renske & ik wilden vanavond een programma op tv bekijken. Als jullie thuis blijven, dan lukt dat niet.’

’t Was spannend. Niet alleen vanwege ’t licht krakende geluid van de zoldervloer, of vanwege ’t kreunen dat ’t vroegere matras ritmisch de bewegingen van onze beide lichamen begeleidde. Hoewel ’t bij elkaar opgeteld een gevoel van betrapt kunnen worden met zich meebracht. Zoals die 1e nacht. Ma hoefde mij, ons!, nooit meer zo te zien, had ik besloten.
Nee, we waren aan elkaar gewaagd, Renske & ik. We hadden allebei eindelijk ’t gevoel dat we ons in een relatie konden laten gaan. Niet al te veel schroom meer.
& Eindelijk wist ik waar ’t om ging. ’t Ging om lekker. & Gezellig. & Alles wat god verboden had.
Zeker als m’n ouders voor onze toekomst aan ’t bidden waren.

Renske had een verrassing, zei ze toen m’n vader z’n praatje in de kerk op een zaterdagavond deed.
‘Vanmiddag net in de stad gekocht,’ voegde ze er aan toe.
Waarop ze zich met een klein plastic tasje verstopte achter de klerenkast.
‘Pas je ogen open doen als ik ’t zeg.’
Toen ik m’n vingers voor m’n ogen vandaan mocht halen, stonden er jarretelgordels in levende lijve voor me. Alles precies op elkaar afgestemd. Bh, gordel, bandjes, sokken, slipje, lichaam. ’t Was allemaal voor elkaar geschapen. Alsof ‘t 1 zich voor ’t ander zo had voorbestemd.

Ik toonde bewondering. Renske toonde zinnelijkheid. ’t Matras kreunde & de zoldervloer liet zich van zijn meest krakende kant zien.
Maar ’t huis was leeg, op 2 jonge broertjes die zoet de zaterdagavondshows aan ’t kijken waren.

‘Waar stop je nou je hand?’ vroeg Renske.
‘Daar,’ reageerde ik.
‘Maar dat past niet,’ zei zij.
‘Jawel. ’t Gaat alleen niet.’
‘Nee, want die bandjes zitten in de weg.’
‘Hoe doen ze dat anders dan?’
‘Waar anders?’
‘Als anderen jarretels gebruiken.’
‘Dan trekken ze ’t slipje gewoon uit.’
‘Maar ik kan jouw nieuwe slip toch niet zomaar kapot trekken?’
‘Nee, daar is-ie net iets te duur voor.’
‘Hoe doen ze ’t dan?’
‘Zouden ze ’t slipje over de jarretels heen aantrekken?’
‘We kunnen ’t proberen.’

Dus vertrok Renske weer achter de boekenkast. Om ’t spannend te houden. Om de verrassing kompleet te maken.
Maar voordat ’t zover kon komen riepen m’n ouders alweer naar boven of wij ook een plakje cake bij de thee wilden hebben.

’t Was een mooie dienst geweest in Zijperspace, alleen zo kort dat wij niet meer in god geloven konden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *