gig

Ik kom nooit bij m’n platenboer binnen in de veronderstelling dat ik niets zal gaan kopen. Geen cd, geen kaartje voor een concert.
Dus loop ik onhandig met m’n handen net niet in m’n broekzakken. Ik kan ze er in stoppen, ik kan ze er uit laten.
Laat ik 1st maar de nieuwe aanwinst gaan bekijken. Tegen de wand tegenover de entree. Ik wurm me tussen de andere onhandigaards & luister naar de duidelijke stem van de muzikant, die geheel zelfbewust, geen greintje pijn bij ’t hardop praten in de muziekzaak, de poster van z’n eigen aankondiging tot zich door probeert te laten dringen.
‘It seemed a little bit expensive,’ zegt-ie tegen ’t meisje achter ‘m.
Ik wend m’n hoofd naar ‘m. Ik was er gister ook, bedenk ik me. Ik zat alleen in een andere zaal.
‘You mean yesterday?’ vraag ik daarom zelfverzekerd.
Ik was er immers bij. Wist dat ik niet in zijn zaal zou worden toegelaten als ik een kaartje voor ’t andere optreden had.
‘Yesterday?’ vraagt de muzikant.
‘Yep, yesterday.’
‘O no, I thought that 17.00 meant the price for our gig here. But it is saying at what time we’re gonna play. Stupid me.’
We glimlachen. Ik vooral uit ’t gevoel teruggeworpen te zijn in de onzekerheid waarmee ik binnen was komen lopen. Die lach moet alles verbloemen.
Stel nou dat ’t druk was, dan was er niets aan de hand. Alleen een plekje vinden met 10-tallen ogen in je rug zou dan nog problemen opleveren. Nu is er schijnbaar niemand, behalve de muzikanten & ’t meisje waar 1 van hen tegen praat.
& ’t Winkelpersoneel.
& De paar klanten die de cd-bakken doorstruinen.
Ik loop verder. De titels van de cd’s dringen niet tot me door. ’t Heeft momenteel geen zin om de nieuwe lading door te nemen.
Ik passeer de kassa. Zeg ‘Hoi’ tegen de verkoper die ik ken. Al jaren, zo zeg ik gedag.
Zolang er geen aanstalten wordt genomen mij bij te staan in m’n keuze, neem ik argeloos de cd’s door die achter z’n rug staan opgesteld. Dat zijn de grote ‘hits’, de albums die alleen hier goed verkopen.
‘Niet al te druk,’ mompel ik als onze blikken voor de 2e keer kruizen.
Herinner me gelijk de uitnodiging van z’n collega vorige week om vandaag langs te komen.
‘Gratis, is een leuke band,’ zei die. ’Beetje folky, beetje modern evengoed.’
‘Beetje Nu-folk?’ vroeg ik, alsof ik er verstand van had.
‘Ja, ongeveer,’ voegde hij er met een ½ schouderophalen aan toe. ‘Maar is een leuke band.’
‘Is goed, denk ik, ik ben er anders nooit als jullie een bandje in de zaak hebben spelen. Kan ik er eindelijk ‘ns zijn.’
& Nu sta ik in een bijna lege zaak, waar de drummer die straks moet gaan spelen ’t meest actief bezig lijkt te zijn, druk in de weer z’n drumstel nog even snel juist af te stellen. Op m’n opmerking dat ’t rustig is heeft niemand gereageerd.
Ik loop langs de regae-bakken, de soul ook, op zoek naar series die ik allang niet meer compleet heb. Keer vervolgens terug naar ‘t 3-manschap dat in de tussentijd toch 4 mensen publiek om zich heen heeft verzameld. Ik passeer daarbij de kassa.
‘Ze wilden niet,’ zegt ’t winkelpersoneel nr 1 tegen winkelpersoneel nr 2.
Ze pakken daarom allebei zelf maar een blikje bier uit de plastic verpakking.
‘Jij ook?’ gebaart degene die ik van eerdere bezoeken ken naar me.
‘Nee,’ antwoord ik, ‘ik heb besloten minder te drinken.’
Terwijl m’n tong van uitdroging aan m’n gehemelte plakt. De spijt trekt onmiddellijk m’n kaken naar elkaar toe.
Maar de stemmen van de muzikanten leiden me af. Ze gaan beginnen. Dat kondigen ze aan door te vragen of er speciale verzoekjes uit hun repertoire zijn.
Ik ken ze niet, dus houd m’n mond. ’t Enige wat ik kan doen is schielijk een geschikt plekje tussen de cd-bakken vinden. Zonder bier, m’n handen uit m’n broekzakken.

Ik heb me ’t hele optreden lang, hooguit 10 mensen stonden er tegelijkertijd naar de band te kijken op 1 moment, afgevraagd of ik mezelf nu moreel verplicht voelde om de cd te kopen. & Moest ik ’t dan bij 1tje houden, mezelf een alibi geven voor m’n bezoek door een 2e aan te schaffen, & vragen stellen over mogelijke alternatieven? Ik vergat daardoor een enkele keer naar de band te kijken, bewust te kijken, te luisteren naar wat ze te spelen hadden.
‘Dat is goed,’ stelde ik mezelf gerust, ‘dan laat ik me meevoeren door ’t gebeuren zelf.’
Ik praatte, in mezelf, m’n aanwezigheid in de platenzaak goed. Van begin tot eind.
Ik koos ’t moment uit dat de reeds bekende verkoper niets om handen had. Meteen nadat de muzikanten hun instrumenten naast zich hadden neergezet & ’t bescheiden applaus was verstomd.

‘Bedankt,’ zeg ik na de aankoop van de 2 cd’s, ‘vooral voor ’t biertje.’
Ik geef ‘m ’t verfrommelde blikje terug. Ik was zo dapper geweest tussen 2 nrs door te vragen of ’t aanbod van bier toch nog gold.
Dan loop ik weg. Tussen de muzikanten door.
‘Thank you, guys,’ zeg ik in ’t voorbijgaan tegen de zanger.
Bij de gitarist aangekomen ben ik zelfverzekerd door de vriendelijke glimlach die ik als beloning van de zanger heb ontvangen.
‘I really liked it,’ zeg ik, terwijl ik m’n hand kort op z’n schouder leg. ‘I bought your cd.’
‘Sorry, what?’ vraagt de jongen.
‘Your cd,’ zeg ik nogmaals; als ciedie uitgesproken.
‘Oh, thank you. I much appreciate that.’
Buiten aangekomen vraag ik me af of ‘cd’ in ’t engels misschien ‘record’ of misschien wel ‘album’ had moeten zijn.

Elliott Brood staat in ieder geval al een dag lang aan in Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *