hardhart (1)

Ik zeg, ik zeg: ‘Maar dat was natuurlijk niet waar ik voor kwam.’
Ik lach. Een bemoedigende lach, een laconieke lach, een lach van understatement.
De huisarts heft z’n hoofd weer op. Weg van ’t scherm, weg van z’n aantekeningen.
Ik zeg, ik zeg: ‘M’n broer…’
Ik corrigeer: ‘1 Van m’n broers is overleden….’
’t Gezicht van de huisarts veranderd naar geschokt. Ik wist niet dat ik zoveel invloed had.
‘…enkele weken geleden,’ vul ik aan.
Ik praat veel in zinnen die nog moeten komen, die nog aangevuld dienen te worden. Al naar gelang de gelegenheid die zich aandoet.
‘Hoe oud….’ zegt de huisarts in een aanstormende vraag nadat-ie gecondoleerd heeft gemompeld.
‘Een jaar ouder,’ antwoord ik alvast.
Alweer een jaar ouder, betrap ik mezelf. Altijd weer die emotie in feiten leggen. Onweerlegbare feiten, onweerlegbare emotie.
’42,’ voeg ik daarom maar toe.
Maar nu weet-ie tenminste hoe de verhoudingen zijn. Waren.
Ik zeg, ik zeg: ‘Hartstilstand.’
Dat moet ik op een andere vraag geantwoord hebben.
De huisarts houdt z’n gezicht met beide handen vast. Gevouwen, de punten van de langste vingers raken elkaar vlak boven de neus aan. Met z’n ogen kan hij me er nog maar net tussendoor zien. Ik zie zijn ogen in ieder geval ternauwernood.
‘Nee, niet in de familie,’ zeg ik, zeg ik, ‘niet dat ik weet.’
Ik vertel, tel m’n broers: ‘Ik heb er nog 4. Zij hebben zich laten onderzoeken. Er was er 1 jarig afgelopen weekend. Toen vertelden ze dat.’
Gezeten om de tafel. Hangend voorover, zodat we konden horen.
De handen gaan los. Hij pakt ’t vak van huisarts weer op. Over zwak hart, cholesterol, over erfelijkheid, allemaal in korte samenvatting. Duidelijk & pakkend.
‘Ik was er niet zo ongerust over,’ vertel, tel ik, tel m’n dagen, tel de tijd dat er woorden komen, tel de tellen voordat de huisarts van houding verandert ‘ik ben nog niet eerder zo laconiek over m’n gezondheid geweest. Misschien ook een manier van verwerken.’
‘Ja, dat kan een reactie zijn,’ denkt-ie met me mee. ‘Maar ’t kan geen kwaad….’
‘M’n vriendin vond ook dat ik ’t moest doen.’
‘…je te laten onderzoeken.’
‘Dus doe ik ’t maar.’
Dus schrijft-ie, hij schrijft & vertelt over kijken naar ‘t hart.

We tikken verder in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *