Je kan t beter meteen vertellen. Dacht ik. Ik wist alleen niet zo goed op welk moment. t Is dan opeens een achterlijk onderwerp. Aandacht vragen. Negatief. Afhankelijk van ‘t tijdstip dat ‘t verteld wordt.
Maar ik heb ook mensen meegemaakt die doodgingen zonder dat ze verteld hadden wat er mankeerde. Stomme manier. Heb ik altijd al gevonden.
Dus toen iemand t had over ziek zijn, dat ze liever ziek was, maar niet ziek kon worden, kon ik net zo goed er op inhaken.
Ik ben wel ziek, zei ik. Ik heb t net vanochtend gehoord.
Ik heb tenslotte t titeltje aan mn lichaam hangen. Dan kan ik t net zo goed zo noemen. Ook al voel ik me prima.
Voordeel was dat iedereen er stond. Op 3 collegas na misschien.
Mogen we er grapjes over maken? vroeg Kaspar.
Jij wel. Zolang je maar door blijft gaan met mn salaris te betalen.
& Daarna gewoon door gaan met drinken. Ook al had de dokter gezegd dat mn mate van drinken behoorlijk hoog lag. Waarop ik had gezegd dat ik dat wist.
Na 4 bier, na de stortbui bovendien, ben ik naar buiten gegaan. Op weg naar mn fiets. Betaald, gedag gezegd.
Kaspar kwam achter me aan.
Voor de rest gaat alles gewoon tzelfde? vroeg-ie.
Ja, hoor. Ik voel er voor de rest niet veel van. Behalve raar gevoel in mn darmen. & Een zooitje zweet.
Hij keek me aan. Met die ogen van m. Rare vent om als werkgever te hebben, dacht ik. Maar hij bedoelt t tenminste goed.
O ja, & t kan zijn dat ik een beetje hyperactief ben daardoor. Wat dat betreft verandert er dus weinig.
Ik lachte. Kaspar ook. Zn mond wat scheef. Daar komt 1 van zn opmerkingen aan, zag ik.
Een hand kwam op mn schouder te liggen. Zachtjes.
Ton, je weet dat ik niet anders van je wil dan dat je hyper bent.
& Ik kreeg een nauwelijks voelbaar zetje terwijl ik me met mn fiets afzette.
Waardoor ik eerder terugkeerde in Zijperspace.