kippenboer

‘Daar is de kippenboer,’ zegt Dean.
‘Komt die nou alleen maar voor wat eieren helemaal bij jullie langs?’ vraag ik.
‘Ja,’ wordt er geantwoord.
‘Hoeveel eieren krijgen jullie dan elke keer?’
‘Hij komt 2 keer in de week langs,’ vertelt Dean. ‘In een drukke week gaan er hier 400 tot 500 eieren doorheen.’
’10 Eieren kost mij € 1,50,’ reken ik uit. ‘500 Eieren zal jullie dus ongeveer € 50,- kosten. Krijgen jullie ’t thuisbezorgd.’
‘& Ik bestel ook vaak kippenpootjes bij hem. & Kipsaté. & Alle andere dingen die ik van de kip nodig heb.’
‘Oh, dus toch wel iets meer dan alleen maar eieren,’ stel ik vast.
‘Ja,’ zegt Wieger vanachter de bar, ‘& daar komt-ie helemaal voor uit Brabant. 2 Dagen in de week gaat-ie naar de grote stad.’
‘Rijdt-ie de hele dag door de stad,’ vult Dean aan. ‘Reken maar dat-ie wat klantjes verspreid over de stad heeft zitten.’
‘& Niemand die ‘m kan verstaan,’ gaat Wieger onverstoord verder. ‘Ik zeg altijd maar ‘ja’ & ‘nee’, maar ik heb absoluut geen idee wat-ie zegt.’
Ik begin te lachen.
‘Ik ga geen gesprek meer met ‘m aan,’ zegt Wieger. ‘Neem nou Jacques, die komt zelf ook uit Brabant. Die verstaat ook helemaal niets van wat die man zegt.’
Ondertussen komt de kippenboer binnen.
‘Hoi,’ zegt-ie.
‘Hoi,’ zeggen wij enthousiast.
Dean loopt met ‘m mee de keuken in.
‘Gaat een Engelsman met zo’n onverstaanbare Brabander praten,’ zegt Wieger. ‘Dat wordt toch een gesprek van niks.’
Ik zie Dean in de keuken staan knikken naar de kippenboer.
‘& Dan wordt zo’n man van ’t platteland plots kippenboer,’ gaat Wieger verder. ‘Moet-ie in z’n 1tje de grote stad in.’
‘Zou hij ’t bedrijf in z’n 1tje doen dan?’ vraag ik onnozel.
‘Nee, hij heeft ’t bedrijf met z’n vader. Misschien ook wel met z’n broer.’
Ik zie inderdaad ‘Gebroeders’ op de auto staan.
‘Maar wie wil er nou in godsnaam kippenboer worden?’ vraagt Wieger zich ondertussen af. ‘Iedereen wil tramconducteur worden, of piloot. Maar zo’n man wordt kippenboer. & Gaat eieren rondbrengen in Amsterdam.’
Wieger kan er met z’n hoofd niet bij.
‘Omdat-ie niet anders kan,’ concludeert Wieger zelf. ‘Hij kan gewoon niets anders dan wachten tot zo’n kip een ei legt. & Vervolgens brengt-ie een zooitje van die eieren naar ons. Hij is gewoon nergens anders toe in staat. Want niemand die verstaat wat-ie zegt.’
De kippenboer is klaar met Dean. Hij verlaat de keuken.
‘Tot ziens weer,’ zegt-ie.
‘Tot ziens,’ groet Wieger vrolijk lachend terug.

Een beetje brabants verstaan we nog wel in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *