klote

Na afloop van een verveelde rondtocht door ‘t centrum besluit ik een biertje op m’n werk te drinken. Ik weet geen andere plek om heen te gaan om uit te rusten van een middag geen lol in ‘t jolig oranje-gevoel.

Terwijl ik de krant aan ‘t doorbladeren ben, Chiel komt vlak langs me binnenvallen. Bijna letterlijk, want hij verliest onmiddelijk na sluiting van de deur z’n evenwicht, maar wordt opgevangen door de rug van een dame die aan de bar zit.

Beter even een praatje met ‘m maken.
‘Gaat ‘t wel een beetje, Chiel?’
”t Gaat klote.’
‘Wat doe je dan hier?’
Glazige 24-uurs-alcohol-ogen proberen me aan te kijken.
‘Zou je ‘t wel doen als ‘t klote met je gaat? Je loopt bijna die vrouw omver.’
‘t Alcoholische antwoord: ‘Doe me nog 1 biertje.’
‘Dat kan ik zowiezo niet doen. Ik werk niet.’
‘Je werkt niet?’ & ‘t Leven van ontnuchterende opluchting springt in z’n ogen.
‘Je hebt er toch niks aan als ‘t toch al klote met je gaat? Die vrouw heeft er niks aan, jij hebt er niks aan & wij hebben er al helemaal niks aan.’
De hoop is alweer van z’n gezicht verdwenen.
‘Ga nou lekker naar huis.’
Chiel kijkt nog even glazig verder & keert zich dan naar de deur. Hij doet 2 stappen in de richting van de uitgang, maar z’n ondeugende blik verschijnt & weerhouden ‘m van de deur openen. De ondeugendheid lijkt een grotere verslaving dan z’n behoefte aan drank.

Hij kijkt me aan.
‘Kan je me er niet uittrappen?’
Lachend pak ik ‘m licht bij z’n schouder & doe de deur voor ‘m open. Bij ‘Hop’ is Chiel de deur uit.
Ik heb ‘m nogeneens iets dat ook maar leek op een zet gegeven.

& Schuld blijft altijd te voelen in Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *