rood

’t Is een klein dingetje. ’t Is dat-ie rood is, anders zou je ‘m niet zien. & Als-ie wat breder of langer zou zijn, zou je denken dat ’t onderdeel is van couperose, een gesprongen adertje, alleen wel wat vreemde plaats, daar midden op de rechterneusvleugel.
Ik bof nog: ik hoef ‘m niet de hele dag te aanschouwen. Maar aan de andere kant: ik weet dat-ie er zit, m’n vinger wrijft er zo nu & dan over, & daarnaast beschouw ik me ’s ochtends & vlak voor slapen gaan middels de spiegel. Daar zit-ie, denk ik dan. Nog steeds, ietwat verongelijkt erachteraan.
Ik krab er wat aan. Een velletje liet zich er van de week af pulken. Een dun schilfertje. De pukkel bleef. Prachtig rood schijnend. In zoverre ik dat woord ‘prachtig’ erbij kon denken. Nog iets meer rood dan even ervoor.
Ik zei tegen Eva: ‘Heb jij ook zo’n jeuk aan je neus?’
‘Huh?’ zei ze.
Vrouwen reageren vaak enthousiast op dit soort opmerkingen. Dus herhaalde ik ’t maar.
‘Wat dan?’
Mannen moeten ook moeite doen om tot de ziel van een vrouw door te dringen. Voor een vrouw zijn sommige handelingen vanzelfsprekend, zoals ’t krabben aan de neus. Een man ziet daar meteen veel meer in. Alles moet een reden hebben. ’t Leven dient zo efficiënt mogelijk ingericht te worden. Ook al is er slechts een neus mee gemoeid.
‘Je zat de hele tijd aan je neus te krabben,’ zei ik tegen Eva.
‘Oh? Dan had ik waarschijnlijk jeuk, ja. Jij ook dan?’
‘Ja, ik heb een pukkel op m’n neus.’
Ik liet m’n aangezicht van de zijkant zien. Boog ietwat naar voren, voorzover de bar die ons scheidde mij toeliet.
‘Ik zie niks.’
Ze boog ook naar voren. Haar vriendin was ook maar al te bereid om van dat uitzicht te genieten.
Ik hou van vrouwen. Je kan zulke doodgewone zaken met ze bespreken. Zaken waarvan mannen zeggen dat ze verschrikkelijk banaal zijn. Laat mij dan maar van banaal houden, zolang ik ’t met een vrouw kan delen vind ik alles best.
‘Ja, ’t is een hele kleine,’ zei ik, ‘maar hij zit er wel. Ik voel ‘m in ieder geval. & Als ik voor de spiegel sta zie ik dat-ie rood is. Dat vind ik zo’n raar beeld: een prachtig gezicht als dat van mij & daar ergens rechts in ’t midden, als ik in de spiegel kijk tenminste, voor jullie zit-ie links, wordt ’t ontsierd door zo’n piepklein puntje rood. Dat bovendien aanvoelt als een bobbeltje.’
Tegenover vrouwen kan je ’t ook beter over bobbeltjes hebben. Dat levert meer medelijden op. Pukkels zijn vies, hooguit interessant om weg te knijpen. Bobbels zijn eng. Men weet niet wat onder de bobbel verborgen zit. Een persoon die lijdt onder ’t bezit van een bobbel moet geholpen worden. & Vrouwen willen nu 1maal verzorgen. Al is ’t maar dmv ’t geven van aandacht. Daar was ik nu net op uit.
‘Nou,’ zei Eva, ‘dan moet je krabben.’
Dat vond haar vriendin ook.
‘Heb je trouwens nog 2 bier voor me?’
Daar moest ik ’t voor vandaag maar mee doen, besloot ik, & krabde aan m’n neus, terwijl ik een glas onder de tap hield.

2 Maal per dag genieten we evengoed van ’t uitzicht in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *