Soms is ’t moeilijk te omschrijven hoe iemand is. Vooral als je jezelf voorgenomen hebt de beschrijving te laten verlopen dmv de conversatie die heeft plaatsgevonden. Een kleine toelichting mag op z’n plaats zijn, heb ik ooit besloten, maar mag de situatie niet te veel kleuren.
& Dan vindt er opeens bijna geen conversatie plaats. Is de man al te ver weggezakt & wil ik ook geen pogingen doen dichterbij te komen bij z’n puinhoop in kop. Help ik de man als ik wel toenadering tot ‘m zoek, als-ie zelf geen mogelijkheid ziet normaal te antwoorden op m’n vragen? Wat valt er dan nog weer te geven van zo’n ontmoeting?
Trouble wil een blik bier, maar onderneemt niet de poging de ijskast te openen.
‘Wat kost een blik 8.6?’, komt er uit.
‘Moet ik even opzoeken,’ want de -prijzen zitten er nog lang niet in.
Trouble legt geld op de toonbank, waarbij er 1 munt me vreemd voorkomt. Bij nadere bestudering concludeer ik dat ’t de franse afkomst is die me in verwarring bracht, maar de onrust is al toegeslagen bij Trouble.
Hij wil een andere gelijkwaardige munt zien, maar blijft staren naar degene die hij heeft neergelegd. Neemt ’t in de hand; bestudeert alle zijden ervan.
‘Wil je dat blik nog kopen?’, maar ik krijg geen antwoord.
’t Is z’n laatste geld, dat had ik allang al gezien. Hij zou een paar cent aan z’n aankoop over houden, maar dat lijkt niet de reden waarom hij ’t muntje blijft aanstaren. Geen emotie in z’n gezicht. Twijfel slechts, achter een ijzeren kop; de ijzeren kop die hij altijd al had. Plots vervuld, lijkt ’t, van zelfmedelijden, maar ook even snel weer weg.
‘Wil je je blik nog hebben?’
Trouble loopt weg. Met z’n munten.
Ik heb nog wel gecontroleerd of-ie schoenen aan had, want daar had Joe me al eens over verteld.
Sommige mensen blijven waarschijnlijk niet lang deel uitmaken van Zijperspace.