Mijn gordijnen zijn aan de voorkant nagenoeg altijd gesloten. Voor wederzijdse afsluiting. Ik wil hier op mezelf wonen. Mn eigen kluizenaarsbestaan.
Dus moest ik door de kieren gluren hoe t er met de stoelen voor stond.
Ik ben bijna teruggelopen naar de woonkamer om mn bril erbij te pakken. De afstand van 12 meter was in de duisternis te groot voor mn ogen.
Ik kon de gele stoel nog zien staan. De rode leek verdwenen.
Mn moeder had ze van een kennis overgenomen. Ze had ze een tijd lang stiekem bewerkt. Zodat ik t niet zou merken voordat ik jarig was.
Maar blijkbaar was ik zo vaak thuis aanwezig dat ze niet aan de 2e stoel was toegekomen.
Dus was er 1 rood, de ander onbedekt.
Zo kwamen ze op mn zolderkamer te staan, wachtend tot ik zelfstandig zou zijn. Mn 1e meubeliair.
Ze bleven daar op zolder staan toen ik mn 1e kamers betrok. Ze pasten niet. Ze konden niet meegenomen worden. Er was al iets anders voorradig.
Diverse redenen.
Bovendien was mn moeder nog niet klaar. Ze kwam er steeds maar niet aan toe, aan die 2e.
De stof & de vulling voor de zitting & rugleuning lagen er al over gedrapeerd. Maar t was nog best een klus, zei mn moeder.
Dus op een enkele kamer kwam de rode stoel alvast te staan. Als ik daar de ruimte had.
Daarom toonde de rode als 1e slijtplekken. Vele boeken had ik er in gelezen. Schuivend met mn billen om de juiste houding te hervinden. Vooral toen t 1e stuk vering was gesprongen.
Dan moest ik me zo zien te manoeuvreren dat de ongelijkheid tussen mn bilspleet viel & ik er niets van merkte.
Daar begon zich de 1e scheur in de bekleding te ontwikkelen.
Ik verfde t hout van de 2e stoel geel. Vlak voor ik ging samenwonen. Mn moeder besloot dat t nu toch echt tijd was stof er op aan te brengen.
t Rood werd opzij gelegd & we togen gezamenlijk naar de stoffenhandel voor een juiste teint grijs.
Geel met grijs zou t huis worden.
De rode stoel werd in t ouderlijk huis op een achterafplekje gezet, tot mn moeder weer ns tijd zou hebben. De stof weer over de leuning opgehangen.
Later ging ik weer met mn 2 stoelen op de zolder van mn ouders wonen. 1 Was geel & 1 was rood.
Zo is t ook gebleven. Soms gingen ze mee naar een volgende woning, soms bleven ze opgeslagen staan. Er waren steeds meer broers bij mn ouders weg gegaan. De ruimte om ze daar op te slaan was er ondertussen wel.
Er veranderde derhalve niet zo veel voor de stoelen. Tot ze uiteindelijk definitief me elke keer bleven volgen. Daar waren waar ik me had genesteld.
1 Rood, 1 geel.
Hoewel de gele slechts geel was op de leuningen. De rode had zn denkbeeldige identiteit te danken aan de rood-zwart gestreepte bekleding; de leuningen waren zwart.
Dat laatste moet mn oudste broer nog hebben gedaan. Zijn bijdrage voor mn lang geleden verjaardag.
t Grijs op de zitting van de gele vertoonde al snel ook een scheur. Al die medestudenten die er onrustig in heen & weer bewogen als we een kratje bier te legen hadden.
Ze werden niet meer toonbaar. Hooguit met een groot stuk stof er overheen.
Dat was noodzakelijk toen de gehele familie Sinterklaas bij mij kwam vieren. Voor t 1st, voor t laatst.
Sint heeft toen afscheid van mn vader genomen.
t Was te druk. 6 Zonen, 6 kleinkinderen, 4 schoondochters. Mn vader werd te rusten gezet in de voorkamer, naast mn hoogslaper.
De kleintjes moesten maar een tijdje ophouden met springen op mn bed.
De man met Parkinson sloot al snel zn ogen. Hoewel hij nog even onzeker om zich heen had gekeken. Waar mn moeder was?
Dan zei mn moeder dat-ie maar een dutje moest doen. Dat zij ondertussen de afwas deed.
Nog een onzekere blik, zo lang mogelijk de verdwijnende verschijning van mn moeder in de gaten houdend & daarna gingen de oogleden toe.
Daar zat mn vader in mn stoel. Ik denk dat t de gele was.
De volgende Sinterklaas heeft-ie dus niet meer gehaald.
Mn stoelen leefden verder. De rode onder, de gele erbovenop. Op zn kop.
De leuningen omhelsden elkaar.
& Ik wist niet wat ik er nog mee moest.
Je kreeg pijn in je reet als je er te lang in zat.
Van de week stond er een grote bank bij de vuilniscontainers. Die zitten bij ons in de grond. Er hangt een bordje dat grofvuil verboden is. Maar toch stond die grote bank er te stinken naar kattenpis.
Als dat er dan toch al staat, dacht ik, dan moet de rest ook maar volgen.
Dus heb ik ze om beurten opgepakt & in t lantaarnpaaldonker er anoniem naast gezet.
Toen ik naar bed ging zag ik door de kier dat die rode waarschijnlijk verdwenen was.
De volgende ochtend stond ik precies op t moment op dat de grofvuilwagen was gearriveerd.
Ik maakte weer dezelfde kier. Vooral niet te groot, want ik stond nog in mn onderbroek.
Ik tuurde. Dacht aan mn vader & mn moeder tegelijk.
De slaap zat nog in mn ogen. Ze voelden dik.
Maar niets. Niets behalve t geluid van een krakende kraan.
De auto van de vuilnisophaaldienst stond er zo voor dat ik niet kon zien hoe ze definitief vertrokken.
Ook stilstand is beweging in Zijperspace.