verdienen

‘Ha,’ denk ik bij ‘t zien van de Boekenman, ‘eindelijk iemand waar wat mee te beleven valt.’
‘De wind komt uit ‘t oosten & we moeten naar ‘t westen,’ zegt-ie onmiddelijk bij binnenkomst.
‘Jij waait dus met de wind mee,’ reageer ik.
‘Nou, ‘t gaat anders helemaal niet goed. Ik moet straks dozen halen & dan verdien ik misschien weer wat.’
‘Hoe verdien je dan geld met die dozen?’
‘Ik verkoop de boeken die erin zitten.’
‘Oh, je verkoopt nog steeds boeken?’ Ik ben oprecht verbaasd, want ik heb ‘m al een tijd niet in café’s zien leuren met boeken.
‘Ja, nu al 4 jaar. Maar ‘t gaat niet zo goed. Ik moet er ook niet bij drinken. Als mensen dan iets aan me vragen, ben ik er niet helemaal bij & dan sla ik wartaal uit. Dan verkoop ik niks.
Daarom wil ik nu alleen ‘t statiegeld.’
Hij zet 2 lege flessen neer.
‘Je wilt geen bier?’
‘Nee, ik moet nog geld verdienen.’
Ik geef ‘m z’n 20 cent.
”t Zal toch niet veel worden vandaag. In de zomer ga ik weer veel geld verdienen.’
De Boekenman weet z’n belangrijkste mededelingen voor ‘t laatst te bewaren, want reeds buiten, keert-ie zich om.
‘Maar in de zomer drink ik helemaal niks meer.’
Ik lach ‘m tegemoet voor ‘t fanatisme wat in z’n ogen valt te lezen. Die ogen, zo onschuldig naïef tegelijkertijd, die niet passen bij een man van de straat als hij.
‘Ja, ik meen ‘t. Dan kom ik hier niet meer, hoor.’

Ik kom ‘m vast wel ergens tegen in de zomer van Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *