1400

‘Ja, goedendag, meneer,’ zei de stem aan de andere kant van de lijn. ‘Met Mahmud van Voordelig Winkelen, de zaak waar u een wasmachine heeft gekocht.’
‘Jahaa,’ zei ik, ten teken van dat ik begreep met wie ik te maken had, tegelijkertijd ermee duidend dat ik enigszins huiverig was voor ‘tgeen er mij verteld zou gaan worden: een zekere afwachtende scepsis moest er in dat korte stukje reactie doorklinken.
Je kan beter van ’t begin af aan duidelijk maken dat er met jou als klant niet te spotten valt. Je weet de ins & outs, je weet wat je rechten zijn, je hebt betaald & je wil niet afgescheept worden. Zo’n ‘jahaa’ was ‘t. Van ’t soort van een afwachtende resoluutheid.
Daardoor klonk de stem van Mahmud al direct een beetje timide. Hij wist dat ik de donkere bui al boven m’n hoofd zag hangen. Een winkel belt je niet voor niets, zeker niet als de betaling al heeft plaatsgevonden.

‘Ja, meneer,’ ging Mahmud verder, ‘u heeft de WI102 bij ons aangeschaft. & We zouden ’t aanstaande vrijdag bij u langs komen brengen. Maar ’t probleem is momenteel dat we geen WI102 meer op voorraad hebben. Ik kan ’t bestellen & dan kan ik ‘m dinsdag bij u langs komen brengen ipv vrijdag.’
‘O, dat komt slecht uit,’ zei ik. ‘Ik heb ‘m vrijdag eigenlijk wel nodig.’
Om ondertussen een berekening te maken van vuile broeken, sokken & onderbroeken. Vanwege grote overtolligheid aan t-shirts hoefden de shirts niet mee in deze. De vraag was slechts wat ik aan aankleedmateriaal schoon in de kast had liggen, onopgevouwen over de bank had gedrapeerd, hoe erg ’t bed ondertussen naar mij stonk & of ik bereid was een onderbroek langer dan 1 dag te dragen. Die sokken gingen nog wel, besloot ik al snel.
Voordat Mahmud met z’n reactie kwam had ik m’n sommetje klaar & al besloten om desnoods toe te geven, maar 1st voet bij stuk te houden, simpelweg vanwege ’t feit dat je je als klant niet zomaar tuk moet laten nemen. Wie weet zouden er allerlei toezeggingen volgen op mijn stugge volhardendheid dat ik op mijn rechten stond, dat beloftes beloftes waren & er gestand moest worden gedaan aan toezeggingen op moment van overhandiging van ’t vereiste geld.
Enzovoorts. Die gedachtes zaten in ieder geval al in m’n kop. Ik was voorbereid.

‘Nu heb ik wel een duurdere versie hier staan,’ ging Mahmud verder, zich schijnbaar niet bewust van de voorbereidingen die ik in m’n hoofd had getroffen, ‘de WI142. Die kan ik u aanbieden. Maar daar zitten aan de bovenkant wat krasjes op. Hij is lichtelijk beschadigd. Die kan ik wel vrijdag bij u langsbrengen. Dat doe ik dan voor dezelfde prijs als de wasmachine waar u al voor betaald heeft.’
Pf, geen enkele moeite. Ik heb de buit al binnen. 1 Keer ‘jahaa’, vervolgens laten blijken dat je er écht op gerekend had dat-ie toch écht vrijdag binnen zou zijn, zonder al te veel stemverheffing & dat blijkt al genoeg te zijn om de hoofdprijs ipv de poedelprijs te winnen.
Ik klopte mezelf in gedachten al op de borst. Maar was nog even in afwachting van de valkuilen die er gelegd zouden zijn in geval ik onmiddellijk toe zou happen.
‘Ja, legt u dat eens uit,’ zei ik.
Waarop Mahmud z’n best deed met engelengeduld ’t voorgaande nog eens een keer te herhalen. Dit om de overdonderde klant over te halen tot een zekere toegeeflijkheid, begrip te kweken voor de moeilijke situatie waarin de winkelier terecht was gekomen, maar de o zo makkelijke oplossing waarbij ’t klinkklaar was dat wij beiden hiervan zouden profiteren. 1400 Ipv 1200 toeren per minuut.

‘Perfect,’ zei ik op gegeven moment wat enthousiaster.
Om te laten blijken dat hij me voor zijn idee gewonnen had. Voor zijn gemoedsrust. Om hem ’t idee te geven dat hij een goede onderhandelaar was. Maar vooral om ervoor te zorgen dat ik vrijdag een nog betere wasmachine binnen zou krijgen.
Met krasjes, soit. Gezien mijn algehele onhandigheid, die door menigeen ook wel als klunzigheid omschreven wordt, zouden die er toch wel binnen de kortste keren op terecht gekomen zijn.

Dus vrijdag een wasmachine in huis. Dus tijdens werktijd een 1e wasje gedraaid. Dus vol enthousiasme zondagochtend nog maar 1tje. Ik had immers al enkele weken genoeg van m’n eigen slaapkamerluchten.
& Terwijl ik afwachtend van de grote belofte (nu ben ik daadwerkelijk thuis terwijl de machine draait, nu mag ik ’t allemaal in levende lijve meemaken) op de bank een boekje lees, draait de machine jolig mijn was. Jolig, omdat ’t als een zacht ruisen klinkt. Als de oorsprong van de Rijn, die voorbij kabbelt aan de andere kant van de camping in ’t zwitserse Disentis.
Totdat de centrifugerende kracht van ’t apparaat zich laat gelden.
1400 Toeren, dat is een overtrekkende 747 op weg naar de landingsbaan bij Schiphol die over ’t algemeen slechts opengesteld wordt bij zware storm. De Bijlmerramp komt weer in herinnering.
Ik ben blij dat ik geen geld voor 1600 of 1800 had.

Bij gebrek aan vergelijkingsmateriaal kunnen we ons in Zijperspace daar geen voorstelling van maken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *