5e kerstdag

Om ½ 7 werd ik wakker. Klaarwakker. Geen noodzaak tot toiletgang, maar om de verveling te verdrijven deed ik ’t toch maar. Onderweg de comp aangezet.
Op ’t toilet leegde ik met enkele druppels m’n blaas. Door ochtend-onwennige ogen staarde ik naar scheurkalenderbladzij van eergister. Saai verhaal, dus legde ik de volgende er bovenop.
Teruggekomen in de kamer bekeek ik ’t laatste nieuws op internet, verwijderde spam, zette wat muziek aan & verveelde me opnieuw. Met een boek vertrok ik weer richting bed.
‘Nog 1 dag,’ speelde er steeds weer door m’n hoofd.
Ik las een hoofdstuk uit & legde ’t boek opzij, in de veronderstelling dat m’n ogen moe genoeg waren gestaard. Ik deed ze toe, poogde m’n gedachten te concentreren op ’t vliegen boven de stad & ’t zwemmen als een dolfijn, maar de gedachtes dwarrelden alsof opgejaagd door een wervelstorm.
‘Nog 1 dag,’ dacht ik ook.
Toch kwam langzamerhand enig doezelen. Onderweg naar verre contreien werd ik echter afgeleid door mensen die al pratend aan mijn raam voorbijgaan, startende auto’s & de rattenvanger die bij de buren belt. M’n bovenbuurvrouw deed open, stond ‘m te woord, de rattenvanger opende vervolgens blijkbaar een luik, verwijderde ’t rattengif, zei gedag & sloeg keihard de deur dicht.
Nog moeizamer liet ik spanning uit m’n lichaam vloeien.

Om ½ 11 word ik wakker. M’n ogen willen niet. M’n lichaam nog minder. ’t Lijkt zich geketend aan de dekens, door draden die ’t dromenland niet los kunnen laten.
Maar ’t besef dat ½ 11 eigenlijk al te laat is, doet me opstaan. Traag zet m’n elleboog de rest in beweging.
Onderweg naar verticale stand blijken m’n darmen knopen te hebben gevormd. Een wee gevoel heeft zich achter in m’n keel gevormd, opgestuwd vanuit ’t gebied onder m’n borstkas.
‘Ik moet nog een dag,’ denk ik, ‘maar 1st moet ik schrijven.’
Ik zet thee. Drink met moeite. Ontdooi enkele boterhammen. 6 Om precies te zijn. De hoeveelheid voor een zware werkdag. Maar m’n darmen doen me ze kokhalzend aanzien.
Weer toilet. Zo lang mogelijk. Daarna een poging nog wat slaap op de bank te krijgen.
‘4e Kerstdag,’ denk ik. ‘4e Kerstdag moet nog.’
Ik krijg geen woord geschreven. M’n darmen lijken ’t creatiefste gedeelte van m’n lichaam als ik me weer op de wc-pot vlij.
Ziek melden overweeg ik niet. Je meldt je niet ziek voor de laatste werkdag van ’t jaar. Evenmin mag 4e kerstdag onvermeld blijven.

Maar dat moet dan maar na een voorlopige versie van 5e kerstdag in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *