fret’s weekend

(op vrijdag)
Fret zet z’n glas neer. Leeg.
‘Hij doet ’t niet meer,’ constateer ik.
‘Hij is niet meer goed,’ vult Fret aan.
Ik pak z’n glas & plaats ’t naast de spoelbak.
‘Ik lust nog wel een pils,’ zegt Fret.
‘Ja, & dan zeker tot sluitingstijd blijven hangen.’
‘Hé, ik heb toch al verteld dat ik ook nog een feestje heb vanavond.’
Alsof-ie verbaasd is dat ik ‘m in deze niet zou vertrouwen.
‘Ja, dat weet ik. Juist in dat soort gevallen blijf je altijd tot ’t einde hangen.’
Fret kijkt me aan. Goedige ogen. Guitig. Ik weet dat ik gelijk heb. Hij ook, maar hij wil nog even z’n best doen ’t niet zover te laten komen.
‘Van wie heb je dat feest?’ vraag ik Fret.
‘Weet ik niet.’
‘Je weet niet naar welk feest je vanavond gaat?’
‘Dat poolse meisje, je weet wel, die me dat flesje gegeven heeft dat ik gister liet zien, die vroeg of ik vanavond meeging.’
‘Vroeg ze dat vanochtend?’
‘Nee, tuurlijk niet. Hahahaha.’
Hij lacht z’n antwoord. Daaruit begrijp ik opeens dat ik er iets mee had kunnen insinueren. IJskoud doe ik alsof dat m’n bedoeling was. Blijf in m’n rol.
‘Vroeg ze ’t dan vanmiddag?’
‘Ja, ze was hier vlak voordat jij binnenkwam om de bar te openen,’ breekt Fret al snel die rol af. ‘Ik was net klaar met m’n werk.’
‘Oké. Dan snap ik ‘t. Je vertelde nl dat ze vroeg of je ‘vanavond’ meeging. Ik snapte niet wanneer ze dat dan gedaan kon hebben.’
‘Maar geef me nou maar dat biertje.’
‘Hoe laat begint dat feest?’
‘Om ¼ voor 9 word ik opgehaald.’

(op zondag over zaterdag)
‘Ik wilde naar binnen,’ vertelt Fret, ‘maar ’t was zo druk, ik ben meteen weer omgekeerd.’
‘Zonder een biertje te drinken?’ vroeg ik, ‘da’s toch ook schandalig. Wat moeten je collega’s wel niet denken?’
‘Ik las ‘t, dat ’t zo druk was,’ zegt Hendrik.
‘Toen ik kwam, was ’t rustig,’ zeg ik. ‘Hoe laat was jij er dan?’
‘Om ½ 6. Ik kreeg de deur bijna niet open. Dus heb ik maar geen biertje gedronken.’
‘Kwam natuurlijk door die engelsen die een rondleiding hadden gehad. Die waren er nog steeds toen ik om ½ 7 kwam.’
‘Ik heb toen de hele dag niks gedronken.’

(op zondag over vrijdag & zaterdag)
‘Wat heb jij allemaal meegemaakt, Fret, dit weekend?’ vraagt Hendrik.
‘O, Fret heeft heel veel meegemaakt,’ zeg ik. ‘Hij vertelde me net over een man die hij op straat was tegengekomen. Hij wilde weten waar hij z’n t-shirt vandaan had. Toch?’
‘Ja, klopt. Toen heb ik ‘m hiernaartoe verwezen. Voor de rest heb ik niks gezegd. Die man reisde over de hele wereld, vertelde hij, & hij wilde in ’t buitenland t-shirtjes dragen met Amsterdam er op.’
‘Fret maakt veel mee.’
‘& Zaterdagochtend om 7 uur zat ik voorin de trein naar Schiphol. Bij de machinist. Vrijdag na sluitingstijd stonden die polen buiten op me te wachten. Ik was hartstikke teut. Maar ze wilden dat ik meeging naar dat feest.’
‘Je had nog niets gegeten?’
‘Nee, dat eten kwam na 12-en eindelijk. Toen hadden ze eindelijk een beetje brood & wat te knabbelen.’
‘Maar je had vanaf ½ 2 ’s middags gedronken?’ vraag ik verbaasd.
‘Ja, tot de volgende ochtend 10 uur. Nou ja: op dat feest hadden ze alleen maar ’t goedkoopste bier. Om 5 uur had ik daar geen trek meer in. Ik dronk zowiezo al langzaam. Vies bier. Toen heb ik die poolse dame om 7 uur naar Schiphol gebracht.’
‘Zei je nou dat je voorin de trein had gezeten?’
‘Ja. De machinist zei dat we snel de trein in moesten stappen, omdat we zouden vertrekken. Ik zei tegen ‘m dat-ie dan wel de deur moest sluiten. “Want een machinist mag niet met een open deur rijden,” zei ik. Toen nodigde hij ons uit om bij ‘m te komen zitten. “Hier, ga maar op deze stoeltjes zitten,” zei hij.’
‘Maar jij was sinds de dag ervoor niet meer nuchter geweest.’ Ik kon er met m’n hoofd niet meer bij.
‘Was mooi man. Reden we door die Schipholtunnel. & Al die lichten gingen voorbij. Je ziet ze al van verre aankomen & dan schieten ze op een gegeven moment voorbij. & Die man maar vertellen over hoe hard hij reed. Dat-ie eigenlijk maar 40 km mocht rijden, dat er een snelheidsbegrenser op die route zat, maar dat hij die net zo goed kon uitzetten. Hij had die route tenslotte al 100-en keren gereden, zei hij.’
‘Hoe krijg jij ’t nou voor elkaar om voorin een trein te komen zitten? Terwijl je meer dan een etmaal gedronken had.’
‘Nou, dat kwam doordat ik die poolse dame naar Schiphol moest brengen.’

Niets is logisch van dat wat zich buiten Zijperspace afspeelt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *