‘Waarom gaan jullie altijd zo vroeg dicht?’ vraagt ’t ethiopisch jongetje met z’n hoofd achterover.
Ik ben buiten glazen aan ’t ophalen. ’t Is mooi weer; men heeft weer zin om buiten te gaan staan. Z’n vader staat 20 meter verderop met z’n landgenoten.
‘Oh, dat is best wel een ingewikkeld verhaal,’ zeg ik tegen ’t jochie. Hij begint al te lachen als ik ‘m zo serieus aankijk. ‘Weet je wel zeker dat je dat hele verhaal wilt horen?’
‘Jahaaa.’
‘Moet je wel met me meelopen, want ’t is best een lang verhaal, & ik moet evengoed glazen ophalen.’
Hij loopt achter me aan terwijl ik weer naar binnen ga om de lege glazen op de tafels te verzamelen.
‘Kijk,’ begin ik ’t ingewikkelde verhaal, ‘er was eens een prinses….’
Hij barst in lachen uit.
‘Hé, je moet me wel serieus nemen, hoor.’
’t Jongetje schikt z’n gezicht weer serieus & loopt verder met me mee.
‘Er was dus een prinses, die woonde hier in Amsterdam. Ze hield heel erg veel van eten klaarmaken.’
‘Nee, hoor. Je liegt.’
‘Je moet wel luisteren. ’t Is een heel ingewikkeld verhaal, dus ik ben er nog lang niet.’
Hij geeft me nog een kans, maar z’n lach blijft nu wel op z’n gezicht plakken. Terwijl ik praat springt-ie af & toe naar achteren van ongeloof & lol.
‘Goed, die prinses had dus een kruidenier.’
‘Leugenaar.’
‘Nee, echt. Die prinses had een kruidenier, dat was een beetje rare kruidenier, want hij deed in aardappelen & groenten.’
‘Ik geloof ’t niet.’
Hij rent naar buiten. Ik ben blij dat ik geen einde voor ’t verhaal hoefde te verzinnen.
Sluitingstijd. M’n collega’s maken de bar schoon. Ik haal glazen. ’t Café-gedeelte is gedaan, ik hoef slechts buiten nog de restanten bij elkaar te verzamelen.
’t Ethiopisch jongetje staat in de deuropening van een auto. Z’n vader staat ernaast met nog wat ethiopiërs.
‘Hé,’ roep ik naar de jongen, ‘moet je nou nog m’n verhaal horen? Want dan snap je tenminste waarom we zo vroeg dichtgaan.’
‘Nee, want jij bent een leugenaar.’
‘Nee, hoor. Want ’t zit nl zo: er was dus een prinses & die hield van koken. Ze had een kruidenier, die veel aardappelen & groente had. Daar hield de prinses wel van. Maar die kruidenier begon pas met z’n winkel als-ie er zin in had. & Als-ie gedronken had dan had-ie niet zoveel zin. Hij kwam dus heel vaak hier, die kruidenier. We bleven toen nog tot hééééél laat open. Dus had de kruidenier geen zin om in z’n winkel te staan. Dat vond de prinses niet leuk. Want zij wilde aardappelen & groente hebben. Toen heeft zij een koninklijk besluit genomen. & Daarom moeten wij altijd om ¼ voor 8 dicht. Vanwege die kruidenier. Een koninklijk besluit is dat. Snap je ’t nu?’
Z’n vader staat erbij te lachen. De jongen zelf gelooft er weer helemaal geen bal van.
‘Leugenaar.’
‘Nee, hoor,’ blijf ik volhouden. Ik maak aanstalten om weer naar binnen te gaan. ‘’t Is een koninklijk besluit van die prinses. Dus dan weet je dat voor de volgende keer.’
Vanuit ’t donker roept er iemand: ‘’t Is geen koninklijk besluit. ’t Is een koninklijk bevel.’
‘Geloof hem maar niet. ’t Is een koninklijk besluit,’ zeg ik eigenwijs, terwijl ik weer door de deur naar binnen ga. Achter me hoor ik de schaterlach van een kind.
De deur werd gesloten in Zijperspace.