aandacht

Gisteren was Rachel al in lachen uitgebarsten. Zittend op ‘t terras van m’n werk. Alle klanten liepen voorbij. Niemand kon z’n mond houden.
‘Jemig,’ zei ze, ‘je moet ‘tzelfde verhaal wel 100 keer vertellen!’
Waarna ik ’t toch maar weer ‘ns afstak.
Nu moest ik ’t weer. Maar nu voor ’t echie.
‘Ik liep op een schuin pad….’
& Daarbij houd ik m’n hand dan voor me. Om ’t te illustreren. De vlakke hand voor me, schuin, als een hellend vlak. Dat moet ’t pad voorstellen. Ik denk dat mensen dan tenminste meteen begrijpen waar ik ’t over heb.
‘….& ik zwikte een paar maal. Zakte een beetje door.’
Doorzakken of zwikken. Niet verzwikken. Want dan voel je meteen de pijn. Ik voelde wel iets, maar om dat dan meteen pijn te noemen. Ik zwikte. Of zakte door. Met m’n rechtervoet.
Maar dat laatste zagen de mensen meteen al. Want door ’t dragen van slippers was ’t rekverband, zelf aangelegd, duidelijk te ontwaren. Aan de rechtervoet. Dat hoefde ik er niet bij te vertellen.
‘Ton heeft er gewoon een verband omheen gedaan om aandacht te krijgen,’ grapten Rachel & Alex.
Schiet ik meteen in de verdediging. Ook al weet ik heus dat ’t een grapje is. Maar ’t is dat ‘aandacht’, hè, dat woordje wil ik niet horen. Alsof ik betrapt word op ’t moment dat ’t toevallig juist niet daar om gaat.
Ik liep dus op een schuin pad & zwikte een paar maal. Daar was ik gebleven. De huisarts bleef gewoon luisteren. Ze had ’t al geraden toen ik binnen kwam lopen.
‘Wat heb je aan je voet?’ vroeg ze. ‘Daar kom je voor?’
Terwijl ik precies tegelijk zei: ‘Daar kom ik dus voor.’
Ik weet dus niet zeker of zij werkelijk wel die laatste zin van haar zei, want ik praatte er doorheen. Ik zag alleen gelijktijdig haar lippen bewegen.
‘Op dat moment had ik niet zo’n pijn,’ ging ik verder. ‘Pas ’s avonds. Of de volgende dag, toen ik weer ging wandelen.’
Huisartsen kunnen mooi kijken. Als ’t goeie zijn, vind ik zelf. ’t Is een verschijnsel dat hoort bij een goede huisarts: mooi kijken. Luisterend kijken. ’t Verhaal wordt uit je hoofd gezogen. Zoveel belangstelling. Zo’n behoefte om ’t snel & correct, bondig ook, tot zich te laten komen.
‘Ik ben er gewoon mee door gaan lopen,’ zei ik, ‘want anders kon ik m’n vakantie wel opgeven.’
‘Ja, da’s zonde. Daar heb je geen vakantie voor. Dan kan je beter kijken hoever ’t gaat, dan dat je ’t helemaal opgeeft.’
Kijk, dat vind ik dan een goede huisarts. 1tje Die me helemaal naar m’n mond praat. & Goed luistert. Mooi kijkt.
Daarna mocht ik m’n schoen uittrekken, zij kneep, we deden samen testjes, ik zei ‘ja’, om aan te geven dat ik iets voelde, & we bespraken de ernst. Vond ik heel belangrijk: de ernst. Ik moest tenslotte weten wat ik wel mocht doen & wat niet. ’t Hoefde van mij niet perse snel te genezen, als ik maar wist of ik mocht werken of dat ik met m’n voet omhoog in een stoel moest blijven hangen.
Geen van beiden. Leek de huisarts verstandiger. Ze kende zat mensen die dan evengoed gingen werken, maar ik zei dat ik niet zo eigenwijs was. Zeker niet met mijn werk. Dat zei zij. Of ik. Dat weet ik niet meer. Als ik nou op m’n werk op een barkruk kon blijven zitten, zei zij dan weer, maar dat kon niet, zei ik, dus was ’t beter van niet, zei zij.
Nu heeft ze allemaal pleisters op m’n voet geplakt. Ingetapet heet dat. Dan blijft ’t in ’t gareel, zogezegd. Net als met m’n wandelschoenen, zeg maar. ’t Ziet er nu veel echter uit. Zelfs zo echt, dat ik denk er toch maar een verbandje om te wikkelen. Dat trekt minder aandacht, denk ik.

Voorlopig blijven we dus thuis, in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *