af

Ooit wil ik vader zijn,
een man van komaf, of (hmm)
waar komaf van afgekomen is.

Iets daar ergens in ‘t midden,
maar dan wel dat ik ‘t besef,
of degenen die na mij komen.

Want anders is ‘t niet af
gekomen van, of misschien
wel later na, als een waan.

Men weet wel: van zeker
zal ik schapen & geschapen
zijn, een blatend laten

van feeëriek samengaan.
Dat ik dat dan meedoe
met elk ander, want

voortgebracht, een zorg,
een willen weten, beraamd,
een eigen borg.

Zodat Zijperspace bewoond blijft.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *