apathisch

‘Met mevrouw Zijp,’ zegt m’n moeder.
‘Met Ton. Hoe gaat ‘t?’
‘Ach, ’t gaat,’ zegt m’n moeder zachtjes.
‘Wat is er aan de hand?’
‘Ik raak een beetje overspannen,’ zegt ze van ver weg, nog net te verstaan.
‘Door Pa?’
‘Gister wilde hij de hele tijd maar naar huis, terwijl we gewoon thuis waren. Ik wist op een gegeven moment niet meer wat ik moest zeggen. Ginette was er ook. Die probeerde Pa ook gerust te stellen, maar hij bleef maar doorgaan. Toen zei ik maar dat we morgen weer naar ’t andere huis zouden gaan, maar dat we vandaag nog hier zouden blijven. Eindelijk werd-ie toen wat rustiger.’

Ik ben misschien al geen afscheid meer aan ’t nemen van m’n vader. Als ik ‘m zie herinner ik me slechts een man die vroeger anders was, & vind ik die verschijning van toen al bijna niet meer terug in de vader die voor me staat. De emoties worden apathischer, de mogelijkheid om tot ‘m door te dringen, of eigenlijk: ‘t vermogen van hem om tot ons door te dringen, wordt kleiner. Steeds vaker ga ik richting Den Helder voor m’n moeder, in steeds mindere mate om m’n vader nog zoveel mogelijk mee te maken. ’t Gaat geleidelijk, ’t sluipt er in, zoals m’n vader sluipend langzaam de controle verliest over z’n vermogens.

Ik leg m’n moeder uit dat ik de achteruitgang van m’n vader snel vind gaan. Doordat ik ‘m slechts 1 keer per maand zie, zijn de verschillen voor mij duidelijker waar te nemen, vertel ik. Maar m’n moeder kan dat alleen maar bevestigen. Zij ziet ’t zelf ook. Zienderogen ziet ze m’n vader achteruitgaan.
’t Wordt tijd dat m’n moeder haar eigen gezondheid in de gaten gaat houden, had de maatschappelijk werker gezegd. Een weekje ontspanning had de huisarts voorgesteld. Maar er is geen mogelijkheid om m’n vader tijdelijk onderdak te geven. Geen opvangmogelijkheid.
Hoe lang is ’t geleden dat m’n vader z’n jawoord zelf gaf? Hij moest ’t er zelf mee eens zijn dat-ie 2 dagen in de week opvang zou krijgen. Zodat m’n moeder 2 dagen in de week een beetje ontlast zou zijn. Hoe kort geleden is ’t dat wij voor hem besloten dat een 3e dag noodzakelijk was? Nu lijkt ‘t inmiddels alweer tijd voor een 4e. & ’t Jaar dat we moeten wachten voordat m’n vader volledig opgenomen kan worden, lijkt te ver weg. De wachtlijsten zijn te lang, m’n vader gaat te snel. & Hoewel we steeds weer zouden willen dat er opeens wat vaart in m’n vader zit, zien we deze snelheid met lede ogen aan.

‘Ze hebben hun best gedaan,’ zegt m’n moeder, ‘maar ze kunnen voorlopig geen plekje voor Pa vinden. Ook niet om een paar dagen daar te blijven slapen. Terwijl de huisarts zegt dat ik er een weekje tussenuit zou moeten.’
‘Ik probeer van de week wel even langs te komen,’ zeg ik.

Er was ergens een grens in Zijperspace, maar we zijn die al ruim gepasseerd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *