bezinning

‘Wat ga jij nou doen?’ vroeg Wieger recht voor z’n raap.
‘Wat bedoel je?’ vroeg ik.
‘Nou, je hebt film- & theaterwetenschap gestudeerd.’
‘Film- & tv-wetenschap,’ voegde ik ‘m snel toe.
‘Film- & tv-wetenschap,’ corrigeerde Wieger zichzelf. ‘& Nu werk je in ’t bier.’
‘& Ik heb zweeds gestudeerd.’
Moest er ook nog even bij. Voor de volledigheid.
‘Maar wat ga je nou met je leven doen?’ was de uiteindelijke vraag van Wieger. ‘Wat ben je nou nog van plan?’
‘Nou, zeg!’ reageerde ik.
‘Sorry, hoor. Ik bedoel ’t niet belerend. ’t Komt doordat ik me in mei altijd een beetje ga bezinnen. Heb jij dat niet?’
‘Nee.’
‘Dan ga ik ’t automatisch ook bij andere mensen doen. Een beetje bezinning bijbrengen. De blaadjes zijn weer vers groen. De bomen hangen vol. Er bloeien bloemen. Alles ziet er heel anders uit in deze maand. Een nieuw leven begint. Zodirect begint de zomer, dan heb ik dat wel weer gehad, want dan zijn we onderweg naar de herfst. Dan begint ’t afsterven eigenlijk al. Ik ben ook niet echt geïnteresseerd in de zomer. De lente vind ik veel inspirerender. & De herfst; dan verliezen de bomen weer hun bladeren & krijg je weer volop ruimte. Dan wordt je blikveld niet beperkt door die volle bomen & kan je weer zien waar alles staat. Veel meer kleur ook meteen. Ik heb 2 seizoenen, de lente & de herfst. Dan krijg ik momenten van bezinning. Mijn vader is ook overleden in de maand mei. Op 1 mei overleed-ie, op 5 mei werd-ie begraven. In die tijd ga ik altijd naar z’n huisarts toe, laat ik me helemaal doorlichten.’
‘Ja, dat heb je verteld.’
‘Is trouwens helemaal niets aan de hand, alles doet ‘t, heeft-ie geconstateerd. Maar dan ga ik altijd nadenken over hoe lang ik nog heb. Vaak stop ik dan met roken, of begin juist weer. Of ik bedenk me wat ik nou met de rest van m’n leven wil. Wil ik bijvoorbeeld nog een lange tijd hier achter de bar staan?’
‘Nog 10 jaar & je bent 60, toch? Dan ben je bijna bij je pensioen.’
‘M’n pensioen duurt nog 15 jaar. Moet ik nog 15 jaar hier achter de bar staan. Daar moet ik niet aan denken, joh. Denk je dat jij nog lang achter de bar blijft staan?’
‘Ach, ik probeer ‘t 25-jarig bestaan misschien nog wel mee te maken.’
‘Maar eeuwig ‘tzelfde blijven doen, dat kan jij toch ook niet, denk ik. Nee, daar beraad ik me in deze tijd van ’t jaar op. Zeg, maar jij hebt gestudeerd, film- & tv-wetenschap, ga je daar dan nog wat mee doen?’
‘Nee.’
‘Wat ga jij dan straks doen met de rest van je leven?’
‘Schrijven.’

Zijperspace opvullen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *