biologisch

‘Ik heb net een slakkenplaag achter de rug,’ vertel ik Rachel als ze m’n tuin betreedt. ‘100-en Slakken.’
Rachel bekijkt de tuin, maar beseft op een gegeven moment dat ze totaal geen slakken ziet.
‘Waar heb je die slakken dan gelaten?’ vraagt ze.
‘Oh, weg,’ zeg ik nonchalant, met m’n handen in de lucht. Ik lach er een beetje bij. Dan begrijpt ze ’t wel, denk ik. ‘Als sneeuw voor de zon.’
‘Je hebt ze laten oplossen?’ zegt Rachel.
‘Hmm. Ja. Met zout.’
‘Ik dacht dat jij zo biologisch was ingesteld?’
‘Dat ben ik ook. Maar ik vertaal de angst die ik heb voor dieren in ’t doden van ’t beest waarvoor ik bang ben,’ vertel ik. ‘Zolang ik dat durf tenminste. Als ik een enge spin in de douche zie, dan pak ik een wc-papiertje, verfrommel ’t beestje erin & spoel ’t door de wc. ’t Moet zo snel mogelijk weg. De angst moet weg.’
Ik loop naar binnen. Pak een boek tevoorschijn. ‘Tuinieren in de biotuin; Praktische handleiding met meer dan 150 foto’s in kleur’. Ik speur door ’t register & blader naar de bewuste blz.
‘Hier,’ zeg ik, opkijkend uit ’t boek, ‘hoe je slakken op een biologische manier kunt bestrijden.’
Ik lees voor: ‘De biotuinier moet in de 1e plaats proberen weer zoveel mogelijk natuurlijke tegenstanders in zijn tuin op ‘jacht’ te laten gaan, bijv egels, padden, hazelwormen, vogels, loopkevers, mollen & spitsmuizen.’
‘Die pad & de egel heb ik in ieder geval in m’n tuin,’ zeg ik.
‘Maar die pad verjaag je de hele tijd.’
‘Ja, nou ja, ik schrik elke keer als ik de pad tegenkom. Maar een pad durf ik niet te doden. Dus stuur ik ‘m alleen maar naar de buren.’
Ik lees verder: ‘De volgende middelen weren de slakken min of meer af: mulch van varenbladeren & tomatenblad (“wat is ‘mulch’?” vraag ik aan Rachel). Heel goed helpen ook biervallen (“zonde van ’t bier”). In de handel zijn handig geconstrueerde bakjes. Een yoghurtbeker die tot de rand wordt ingegraven en ’s avonds met bier wordt gevuld, doet ‘t echter net zo goed. De volgende morgen zijn de biervallen gevuld met slakken van elk formaat, die in ’t lokkende brouwsel van hop & mout zijn verdronken.’
Ik kijk op.
‘Dat is toch ook gemeen. Net zo gemeen als zout over slakken strooien. Ze gaan misschien nog wel langzamer dood dan met zout. & Dat noemen ze dan biotuinieren.’

’t Barst van de vliegjes door de dode slakken. Als ik ’s avonds m’n keukendeur dicht doe, hangt ’t keukenraam vol met vliegen die op zoek zijn naar buiten. ’t Bedrieglijke raam houdt hen tegen.
‘Ik kan ze allemaal doodslaan,’ denk ik, terwijl ik een tv-gids van de oud-papierstapel pak.
Ik stap op de aanrecht, klap de 2 raampjes open. Van boven af jaag ik de vliegen naar beneden, richting de openstaande raampjes. Eigenwijs blijven ze omhoog gaan. Maar steeds weer geef ik ze een klap naar beneden. Tot ’t bovenraam helemaal vliegleeg is. De ramen kunnen weer dicht. Ik spring van ’t aanrecht. Op ’t vensterbank licht een 10-tal lijkjes. Ik veeg ze met een doekje de wasbak in.
‘’t Heeft misschien enkele levens gekost,’ bedenk ik, ‘maar ’t was in ieder geval biologisch.’

’t Barst van de biologische bestrijdingsmiddelen in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *