boekenbezit

‘Zullen we dan straks ook nog even naar een boekhandel gaan?’ vraag ik.
Roswitha kijkt me aan. Zeker omdat ik net die folder heb doorgenomen.
Thuis krijg ik nooit folders. Geen reclame doordat er ‘Nee’ & ‘Nee’ op m’n brievenbus geplakt staat. Grote letters. Geen folders & geen ongeadresseerde huis-aan-huisbladen. Waardoor ik niet weet wat er goedkoop wordt aangeboden. Soms vertelt m’n moeder dat door de telefoon vanuit Den Helder. & Vervolgens ben ik te lui om voor dat soort aanbiedingen ’t huis te verlaten. Een beetje lopen zoeken naar de corresponderende winkel van helderse reclame-uitingen.
Bij Roswitha neem ik alle folders door. Gamma, Mediamarkt, Blokker, Praxis & een boekhandel van om de hoek. Dat laatste zegt Roswitha tenminste.
‘Best een leuke boekhandel,’ zegt ze.
De folder heeft me in ieder geval aangezet om weer over ’t aanschaffen van boeken na te denken. Geen gereedschap of verf.
‘Zo,’ zeg ik, ‘nog nooit zo’n saaie folder gezien als die van Praxis.’
Ik laat ’t haar zien.
‘Daar krijg je toch geen trek van in een likje verf?’ licht ik toe.
Trek in een haagse boekhandel heb ik echter wel.
‘Naar die van ’t foldertje?’ vraagt ze.
‘Nee, dezelfde als de vorige keer.’
‘In de Passage,’ raadt ze. ‘Oh, je wilt natuurlijk kijken of ze jouw boek ook hebben.’
’t Is al mijn boek. Ze weet al dat ’t mijn boek gaat worden. Ik ben er al 3 keer over begonnen afgelopen 2 dagen.
‘Dat boek hebben ze zowiezo,’ zeg ik. ‘Maar ik moet jou toch laten zien welk boek ik bedoel.’

Roswitha houdt ook van boeken.
‘Kijk nou,’ wijst ze naar Salamanders, ‘dan wil je toch meteen de hele serie hebben.’
Ze is meteen verliefd. Ze wrijft over de kaft van Stefan Zweigs Schaaknovelle.
Ik kijk iets hoger. Naar mijn serie. Stuk voor stuk zijn de delen daarvan 5 keer zo omvangrijk als die van de Salamanders.
‘Dat ziet er toch prachtig uit,’ zegt Roswitha.
‘Ja,’ zeg ik snel, & kijk verder naar mijn eigen lust voor ogen.
Roswitha laat een paar bladzijdes van de schaaknovelle door haar vingers wapperen. Ik pak ondertussen ‘Het ravijn’ uit ’t schap. Laat m’n oog langs de buren van Gontsjarov gaan. Boccaccio, Manzoni, Milton.

‘Ik weet niet wat ik moet doen,’ zeg ik tegen Roswitha.
Zij heeft inmiddels een boekje van Philippe Claudel in haar handen.
‘Kijk ‘ns,’ zegt ze.
Ze bladert weer. Tot er een klein kaartje uit de bladzijdes tevoorschijn komt schuiven. ‘Gesigneerd’ zegt ‘t.
‘Dat zag ik opeens.’
Ze bladert naar de titelbladzijde. Een handtekening van de schrijver.
Ze pakt een ander exemplaar van de stapel. Gaat naar dezelfde plaats in ’t boek. Geen handtekening. Volgende ook niet.
‘Ik wist dat-ie in Den Haag was,’ zegt Roswitha. ‘Maar toen kon ik niet.’
‘Ik weet niet wat ik moet doen,’ zeg ik nogmaals & loop voor de 3e maal naar ’t schap met Gontsjarov.

In m’n hand heb ik ‘Verloren Paradijs’ van John Milton.
‘Kijk nou,’ zeg ik.
Ik laat de illustraties van Gustav Doré zien.
‘Je wilde toch Gontsjarov kopen?’ vraagt Roswitha.
‘Ja, maar die platen zijn toch mooi, hè?’
‘Je moet gewoon in Amsterdam naar de boekhandel gaan. Als je op weg bent naar huis.’
‘Ja, maar ik wil nu.’
‘Moet je nou kijken,’ gaat Roswitha onverstoord met haar speurtocht naar schoons verder.
Ze houdt me Kafka voor. ‘Brief aan m’n vader’.
‘Mooi, hè!’ zegt ze.
‘Jij koopt met je ogen,’ reageer ik.
‘Jij niet. Jij zou eigenlijk Gontsjarov kopen. Maar nu heeft een andere boek mooie plaatjes & dan wil je die hebben.’
‘Ik hou ‘m gewoon vast. Dan beslis ik bij de kassa wel of ik ‘m wil hebben.’

‘Nu heb ik ‘m zolang vast gehad, dat-ie eigenlijk al van mij is,’ meld ik 10 minuten later als we in de buurt van de kassa komen.
‘Ja, hij is van jou,’ reageert Roswitha.
Roswitha koopt zelf 3 kleine boekjes. Ze zien er alle-3 mooi uit.
Ik kijk nog even naar de tekening van neerstortende engelen voordat de caissière mijn boek weg stopt in een tas.

Ze zullen veilig neerkomen in de schappen van Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *