De Druktemaker valt binnen & begint onmiddelijk te praten: ‘Ik ben blij dat u er bent, meneer. Ik wilde net iets aan u vragen.’
Sinds wanneer meneert-ie mij? ’t Was toch altijd ‘je’ & ‘jij’? Maar goed, hij wilde iets aan me vragen, dan hij heeft-ie iets van me nodig, dus is ’t niet zonder reden.
’t Nadeel is alleen dat-ie zo verschrikkelijk druk is: hij stopt niet met praten, ook al poog je ‘m iets duidelijk te maken; blijft met z’n schouders bewegen & z’n ogen staan ook niet stil. Tenzij ’t zich mocht voordoen dat-ie stoned is. Daar heeft-ie de laatste tijd echter geen geld voor.
‘U weet toch dat ik dakloos ben?’
’t Spijt me ’t te moeten bedenken: ik had niet anders verwacht, toen ik ‘m 3 jaar geleden voor ’t 1st binnenkreeg als klant. Toendertijd had-ie nog stoere jasjes & praatjes, maar ’t was overduidelijk dat-ie allerlei genotsmiddelen veel te lekker vond. Bovendien zocht-ie de verkeerde vriendjes uit voor ’t verkrijgen van die middelen. Ik was altijd blij dat-ie weg was, ook al was-ie niet onsympathiek, want ’t was of er een storm in m’n hoofd had gewoed nadat-ie ’t pand had verlaten.
Dat laatste aspekt was nog steeds niet aan ‘m veranderd. Z’n baard, z’n paniek in ’t gezicht & z’n slonzige kleding hadden z’n uitstraling echter wel doen veranderen.
‘Ik bedel niet vaak, maar ik moest vandaag wel. 1 Of andere vent had geen geld bij zich, maar wel deze chipkaart. Mocht ik hebben. & Er staat € 11,52 op. Dus als ik nou 1 biertje koop, & van jou € 10,- krijg? Mag ik die kaart zo bij jou leegmaken?
’t Is echt eerlijk gegaan, hoor; ik heb er niks voor hoeven doen. Kijk: als ik ‘m nou in de chipmachine stop, dan kan je ’t zien. Moet je op de vraagteken drukken & dan komt tevoorschijn wat er nog opstaat. Die man wist wat er opstond, maar hij zei dat-ie er niks meer aan had. Dus mocht ik ‘m hebben. Ik heb er echt niks voor gedaan.
’t Kost jou geen geld, dus kan ’t, alsjeblieft? Je weeet dat ik dakloos ben, dus ik kan ’t geld hardstikke hard gebruiken. Je weet toch hoe ’t werkt?’
‘Doe nou ff rustig. Ik moet ff kijken of de comp dat wel kan.’
‘Ja, maar je weet toch dat ik om dat geld zit te springen. & ’t Gaat heel simpel: ik stop dat ding erin & jij haalt de kaart leeg.’
‘Rustig nou! Er zijn ook nog andere klanten. Ik ben ff aan ’t denken. Wacht ff.’
De Druktemaker ratelt echter gewoon door. Ik pak ondertussen een blikje bier voor ‘m & waag een poging via de kassa € 10,- xtra te laten chippen.
& Inderdaad: ’t lukt.
‘Eens kijken. Dan stop ik de kaart er nog een keer in. & Als ik dan de vraagteken indruk krijg ik te zien hoeveel ik over heb. (…) 17 cent. ’t Is een hele aparte chipkaart. Kijk maar. Dus kan ik ‘m vast wel doorverkopen aan een verzamelaar. Denk je ook niet? Hele aparte kaart, toch? Heb je zo’n kaart wel ‘ns eerder gezien?’
‘Maar hardstikke bedankt, hè,’ zegt-ie terwijl-ie eindelijk de winkel uitloopt. & Op ’t laatste moment: ‘& ’t Is allemaal heel eerlijk gegaan, hoor.’
Een uur later staat de Druktemaker opnieuw voor me.
‘Mag ik deze stekker ff bij jou er in steken, om te kijken of dit lampje ’t nog doet?’
Z’n ogen zijn blauw, maar ’t blauw lijkt door wolken omhult.
‘Dan kan ik ’t misschien verkopen.’
We moeten op adem komen in Zijperspace.