crash

Als iets vernietigd is, kan je ’t niet zomaar opnieuw scheppen. Dat wist ik, dus ging ik drinken.
Nee, niet meteen drinken. Ik ging 1st bedenken dat ik ging drinken. Dat was al een hele geruststelling. De gedachte dat ’t later kon.
Ik ben zelfs niet tekeer gegaan. Tegen ik & mezelf. Tegen de computer. Tegen ’t raam. ’t Uitzicht. Alles wat me irriteerde. ’t Weer dat er beter uitzag, maar waar ik niet van zou kunnen genieten. Niets van dat alles.
Ik zweeg.
Besloot m’n fiets te pakken, m’n financiën te regelen, onderweg langs een winkel met huishoudelijk apparatuur te wippen, om na dat alles pas dat biertje te gaan drinken.
First things first.

‘Verdomme,’ zei ik toen, ‘een tekst waar ik 2 uur mee bezig ben geweest is verloren gegaan doordat m’n computer crashte.’
Daarna zijn de barman & ik alle vrouwen op straat in de gaten gaan houden.
‘Volgens mij heeft ze geen bh aan,’ wist ik te constateren.
Om even later er aan toe te voegen, toen ze opnieuw voorbij kwam: ‘Nee, ze heeft wel een bh, maar hij zit een beetje losjes.’
‘Ze zou de bandjes aan haar oren moeten hangen.’
‘’t Is gewoon zwabberend vlees.’
Voor de rest dacht ik niks. Ik voelde alleen maar. Zo’n zwarte inktvlek die uitgespreid over de tafel lag. Des te meer je probeert ‘m weg te vegen des te groter ’t oppervlak.

Ik ben nogmaals naar de winkel gegaan. Hij was al dicht.
‘Ach, jammer,’ zei ik tegen de man die alles naar binnen haalde. ‘Misschien volgende week dan.’
‘Morgen zijn we gewoon weer om 10 uur open.’
‘Nee, dan is m’n weekend voorbij.’
‘Wat wilde je hebben dan?’
‘Gasstelletje.’
‘Laat ‘m maar binnen,’ werd er van achter geroepen.
De man die me vanmiddag te woord had gestaan.
‘Ik heb 3 bier gedronken om tot dit besluit te komen,’ zei ik.
& Een tekst verloren laten gaan. Maar dat zou de man toch niet begrijpen.

Rachel belde even later. De verpakking hield ik met moeite op m’n bagagedrager in bedwang.
‘Ik drink bier,’ zei ze.
‘Dat dacht ik al,’ zei ik. ‘Ik kom er zo aan.’

Meer bier. De doos bleef ongeopend staan.

2 Uur nadat ik had gegeten werd ik wakker. Ik kon ook niet anders meer. Er stak een scherpe naald van m’n achterhoofd, vlak boven m’n nek aan de rechterkant, naar m’n voorhoofd, boven m’n ogen. M’n linkeroog had een afwijking naar buiten, de rechter week uit naar binnen.
Ik zag ’t beeldscherm niet. Of eigenlijk irriteerde ’t me. Hij scheen zo scherp. De letters waren gaten die met moeite tot m’n hoofd doordrongen.
Ik probeerde wakker te blijven, zo lang mogelijk. Om morgenochtend opnieuw te beginnen. Op te halen wat plotseling was verdwenen.
Voor de rest mocht ik er niet aan denken: alles wat ik zou terug zou halen, alles van de inhoud die vervluchtigd was in dat zwarte gat, zou opnieuw verloren gaan, was ik bang.

’s Ochtends opnieuw wakker. Ik opende met de titel. & Ging vervolgens op de bank liggen. Te vroeg. Te veel slaap nog nodig.
Bij vlagen fit. Een beetje energie om nog net een alinea te schrijven. Dan weer op de bank.
10 Uur. Tijd om te douchen. & Ik schreef de laatste regel.
Huiswerk: probeer (….)

’t Resultaat volgt elders, niet in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *