dankbaarheid

Als ik iets in m’n tuin tolereer, iets waarvan ik niet weet wat ‘t is, vind ik dat ‘t zich uit dankbaarheid best welig kan manifesteren. Vooral ook als ‘t al hoog boven de rest van de tuin uit torent. & ‘t Zich ten doel heeft gesteld ‘t centrum van ‘t groen te worden.
Dat is die 4 toortsen in ‘t midden van m’n tuin gelukt. Met slechts een enkel roze bloempje sinds een paar dagen. In dat laatste ben ik teleurgesteld.
Ik zou niet weten hoe ik de planten moet noemen. Ik ben eerlijk gezegd ook te lui om dat in een plantengids uit te zoeken. In ‘t begin van de lente begonnen ze plots te groeien. Enkele staken kwamen uit de grond. De hoeveelheid staken vond ik ietwat overdreven, dus heb ik er een 5-tal verwijderd. Misschien wel meer. Ik dacht: ik tolereer ze, totdat ze zich misdragen.
Vooralsnog niet. Maar ik vind wel dat ze wat meer weelderigheid kunnen uitdragen. De zomer is al enkele weken op gang & ze vertonen, op dat enkele bloempje na, slechts groen. Wat moeten m’n bovenburen wel niet denken.
‘Hé, die tuin van de buurman, die is helemaal groen. Vooral daar in ‘t midden.’

Dan zien ze dus niet de padden, die onopvallend door m’n tuin heen hupsen. De 1 nog kleiner dan de ander. De kleinsten hupsen achter moeders aan, denk ik. Die zijn ook niet groter dan ‘t puntje van m’n pink. De pink van toen ik 12 jaar was, zeg maar.
Ik moet echt opletten, wil ik ze zien. ‘t Is net alsof er een windzucht de bladeren ff optilt, maar dat blijkt dan ‘t padje te zijn die op een blaadje is gaan zitten, argwanend omkijkend wat ik van plan ben met ze te gaan doen.
Ik ben allang tevreden met de familie Pad. Ik trap tenminste niet op ze. Hoef daar ook niet bang voor te zijn. Als ik ‘t doe, dan voel ik ‘t waarschijnlijk ook niet. ‘t Had net zo goed een blaadje kunnen zijn. Zo klein zijn ze.

De slak die ik van de week doodtrapte voelde ik wel. Gelukkig was ‘t niet een naakte, want dan had ik niet naar de onderkant van m’n schoenen durven kijken. Des te meer ik van die naaktslakken zie, des te meer kriebels ik van ze krijg. ‘t Is inmiddels zo’n woestenij in m’n tuin, dat ik ‘t pad bijna niet meer kan zien. Terwijl ik dat toch graag zou willen, want dan kan ik tenminste zien of een naaktslak zich daar bevindt. Ik gooi nl nog steeds liever zout over ze heen, dan dat ik ze met m’n schoenen verpulver.
‘t Verhaal van die andere slak: ik was de was aan ‘t ophangen. Leek me lekker ‘t tussen al dat groen te hangen. Er zouden zich vast geuren aan m’n kleren gaan hechten. Daar dacht ik aan, toen ik plots ‘krak’ onder m’n voeten uit hoorde komen. Dat was ‘t huis van de slak. Zo’n slak kan niet leven zonder huis. Heeft deze slak waarschijnlijk ook niet lang meer gedaan.

Ik vind dat die 4 toortsen snel verder moeten gaan bloeien. Ik heb hun zinloze aanwezigheid lang genoeg getolereerd. Uren heb ik aan de tuin besteed, misschien wel dagen. Daar wil ik op een gegeven moment ook iets voor terug. Zeker als je jezelf niet hebt voorgesteld, maar er plots gewoon was. Een beetje dankbaarheid tonen, dat heeft nog niemand kwaad gedaan, zei m’n oma altijd. Maar dan had ik de toffee al in m’n mond.

Zijperspace hoort meer te zijn dan groen alleen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *