day-after

Om 5 uur stond ik weer op. 2 Uur slaap, maar enige ontspanning oa in de vorm van een hoofdpijnpilletje kon geen kwaad. Rustig voor me uit gekeken. In zoverre rustig een strakke nek & daardoor de herinnering aan een hersenschudding kan behelzen.
Om 8 uur stond ik weer op. 2½ Uur slaap; wederom was een paracetamolletje noodzakelijk. Ditmaal ’t zo lang mogelijk uitgesteld. 1st Pogingen ondernomen om de herinneringen aan de dag van gister de somberheid, de pijn in kop te laten overtreffen. ‘t Weeë gevoel in m’n maag vroeg er ook om om vergeten te worden.
Maar ‘t 1e dat me te binnenschiet is de nachtelijke treinrit naar Rotterdam. Op ’t moment dat ik dacht lekker vroeg thuis te zijn. ’t Geluk dat ik dacht te ondervinden door met koptelefoon op & een roes die langzaam wegtrok, zelfs geen behoefte om dat vertrek te stillen met ’t blikje dat zich nog in m’n rugzak bevond, richting huis te worden vervoerd. De frustratie toen ik door de muziek heen de mededeling hoorde waarin vaag ’t woord ‘rotterdam’ was te herkennen. De terugreis, gratis, dankzij een hulpvaardige conducteur, met ’t gestaag leger wordende blikje bier, om vooral zo snel mogelijk mezelf weer onder te dompelen in vergetelheid, met ‘t restantje energie die zich nog in de oplaadbare batterijen van de discman bevond. De vloek die uit m’n mond weerklonk, toen de vergetelheid dermate goed geslaagd was dat ik te laat doorhad dat Utrecht reeds weer bereikt was, m’n blikje bier omverviel door mijn enthousiasme, mijn bril erachteraan, zodat deze niet meer te gebruiken was omdat ik dan wel zeer letterlijk beneveld voor me uit zou kijken. Gedurende de uiteindelijke tocht richting A’dam kon ’t gezelschap van de heren Twinblog de aanwezigheid van een hyperactieve jongen die de coupé vulde met zijn alomtegenwoordigheid helaas niet in een aangenaam verpozen omzetten.
Onder ’t genot van een 3e pilletje nam ik een boek ter hand, ging wederom in bed liggen & viel na 2 blz in slaap.
Om 11 stond ik weer op. ’t Drensde, ’t zeek, ’t neigde, ’t wrong, ’t zeurde, ’t tierde, ‘t vegeteerde, ‘t laakte, ‘t wraakte, ‘t verketterde, & toch verliet ik ‘t bed. Ik herinnerde me meer.
Onnoemelijk hoeveelheden flitslichten, handen die vooruitstaken om minuscule speledingetjes tot exorbitant grote joekels te hanteren. Lachende blikken, eeuwige vragen (wie is wie & hoe & wat doe je & link & lijf & lees je ook & hoe krijg je ’t voor elkaar & waarom doe je er niks aan & weet je ook & wil je bier?) die hun zin nimmer zullen verliezen, & welgemeende complimenten. Stickertjes, stiften & t-shirts om naam zo groot mogelijk te vermelden. Identiteitswisselingen, ruilacties, data-overdracht, beloftes, afspraken.
Maar ik had nog 1maal slaap te gaan. De schoonheid moest wederkeren. ’t Hoofd ook.
Om 12 uur stond ik weer op. Herinneringen opdiepen was niet meer nodig. Ze werden me aangereikt. Ik hoefde slechts ’t toetsenbord te hanteren.

‘t Smaakte ondertussen als een zwerm dooie mussen in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *