De Groene gaasvlieg als gastvlieg


©Ingrid de Winter

Zolang er aan groenteelt in kassen wordt gedaan in landen als Nederland hebben Groene gaasvliegen niet te vrezen voor hun voortbestaan. Er wordt goed voor ze gezorgd daar: ze krijgen gratis voedsel voorgeschoteld, worden zelfs op de lekkerste plekjes neergezet, hun vijanden worden geweerd en als ze groot gegroeid zijn worden ze aangemoedigd zich vooral veelvuldig voort te planten.

De kas is Gaasvliegluilekkerland.

Misschien zijn dit soort kassen er wel de oorzaak van dat je de Groene gaasvlieg ook in de Amstelveense natuur veel rond kan zien vliegen; er vliegt er heus wel eens een stelletje weg uit zo’n ogenschijnlijk paradijs: elders is alles beter tenslotte.
Weliswaar vliegen ze vooral ’s nachts, vaak aangetrokken door fel licht, want overdag kan het beestje zich beter gedekt houden voor predatoren.
Je zou dan zeggen: heeft deze insect dan nog nooit van vleermuizen gehoord die ’s nachts juist op jacht zijn naar klein lekkernij van ongeveer Groene-gaasvliegengrootte?
Dat heeft ze gelukkig wel. Hoewel het orgaan waarmee ze geluid waarneemt tot de kleinste van de insectenwereld behoort, kan ze de geluiden, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de mens, van de meeste op prooi jagende vleermuizen goed ontwaren. Als een kamikazepiloot stopt ze in zo’n situatie met vleugelgeklapper en laat zich naar beneden storten.

Toch is het in de kas veiliger. Een gaasvlieglarve komt op een blad van een geteelde plant uit haar ei en ze ziet haar tafeltje al gedekt: overal bladluizen om haar heen. Daar kan zij in haar larvenbestaan wel een paar honderd van op. En ook als volwassene lust ze er zo af en toe nog wat van. Volle buik en de eigenaar van het hotel is ook tevreden.

Evengoed vliegen hier ook in gaasvliegen gespecialiseerde parasitoïden rond (van een parasitoïde ga je dood; een parasiet laat je liever ‘lekker’ leven, want dat betekent langer voedsel voor de visite): piepkleine wespjes die als ei in ’t lichaam van een bladluisetende insect (in dit geval een larve) worden gelegd en er pas uitkomen als ze volgroeid zijn en de gastvrouw leeggegeten.
Tot nu toe zijn vooral exemplaren van een bepaalde sluipwesp in de Bruine gaasvlieg gevonden, maar je kunt er genoegzaam van uitgaan dat er een andere sluipwesp bestaat met net zo’n grote interesse in bladluisetende insecten. De onderzoekers zijn ze alleen nog niet tegengekomen. Of waren zich er in ieder geval niet van bewust.

Dit en volgend jaar is er een project gaande om gaasvliegen van Nederland beter in kaart te brengen. Waar vliegen welke netvleugeligen, de grotere familie waar gaasvliegen toe behoren, in Nederland rond? Mensen worden opgeroepen er eens beter op te letten en het vooral door te geven via bijvoorbeeld Waarneming.nl.

In Zijperspace is geen kas nodig & vliegt alles vrij rond.
(Column namens IVN geschreven voor Amstelveens Nieuwsblad)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *