De wegmier & de bochelvlieg

Het is bijna winter. In ieder geval koud genoeg voor tal van insecten om zich terug te trekken. Zo ook de wegmier, die zich misschien wel in elke tuin van Amstelveen bevindt. Ook, of misschien wel júist, in tuinen met tegels, want daaronder is het veilig vertoeven voor deze mier die de moderne mens is achterna gegaan in zijn verstedelijking. De tuintegel is vaak het dak van de wegmierwoning, liefst met bij de uitgang aan de oppervlakte fraai uitzicht op de vuilnis- of compostbak.
Maar of deze wegmieren daar onder de tegels werkelijk zo veilig zijn is maar de vraag. Er zijn zat organismen die belangstelling hebben voor de leefomgeving van mieren. Deze zogenaamde myrmecofielen hebben verschillende manieren om van de mier te profiteren. De een heeft belangstelling voor het afval, de ander probeert de winter warm door te komen en er zijn er natuurlijk ook die parasiteren op de mier. Van schimmels tot pissebedden en van sluipwespen tot bochelvliegen.

En die laatste groep, de vliegen met een aan het torso laag hangende kop, waardoor het lijkt alsof ze een bochel op hun rug mee moeten sjouwen, díe groep heeft wel een heel grote variëteit van overlevingsvormen. Bovendien zijn ze vaak dermate klein dat ze niet al te vaak waargenomen worden, laat staan dat bekend is wat hun leefpatroon is. En er zijn er zo veel dat nog lang niet alle soorten ontdekt zijn. Wel is inmiddels duidelijk dat iedere soort zijn eigen specialiteit heeft, dat een bepaalde familie mieren aantrekkelijk vinden en dat er eentje in Nederland voorkomt die zeer gesteld is op de wegmier.
Misschien zit er wel eentje onder een tegel, wat dieper gelegen nu (want warmer daar), in het winterverblijf van een wegmiervolk.

Deze Pseudacteon formicarum heeft nog geen Nederlandse naam. Ze worden niet al te vaak gevonden. Hooguit specialisten die weten hoe ze te vangen zijn en microscopisch kunnen achterhalen om welke soort het gaat.
Het blijkt uit onderzoek dat deze bochelvlieg pas op de wegmier afkomt als de laatste verstoord is geraakt en daarop zijn mierenzuur als wapen heeft ingezet. Bochelvieg weet hierdoor renmier te localiseren, steekt in haar lichaam om zodoende daar eitjes achter te laten.

Na de winter wordt het lente, het lichaam van de wegmier barst open en de volgende generatie bochelvlieg treedt aan.
Maar of er in Nederland al iemand hiervan getuige is geweest is maar de vraag. De bewuste bochelvlieg waart hier rond, maar men is nog niet bij de geboorte aanwezig geweest.
Aan de andere kant is er in 2018 een nieuwe bochelvlieg bij de mergelgrotten van Valkenburg gesignaleerd. Men weet dat deze gespecialiseerd is in reuzenmieren.
Men heeft deze reuzenmier echter nog niet in Nederland gevonden.

Weer wat organismen tot leven gewekt in Zijperspace.
(Column namens IVN geschreven voor Amstelveens Nieuwsblad)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *