demonstratie

Landgenoten!

Natuurlijk was ik aanwezig bij manifestaties ter meerdere glorie van mijn mening, tezamen met anderen die ong dezelfde mening waren toegedaan. & Natuurlijk heb ik bij dit soort demonstraties m’n stem letterlijk hoorbaar gemaakt, waarbij m’n nietig stemmetje bijv eens guitig mee rolde toen de ‘Oerschreeuw’ (’t was in Den Haag in een ver verleden waar velen nog geboren moesten worden, maar wiens toekomst we veilig wilden stellen, & anderen nog niet ten volle bewust waren van ‘t feit dat een schreeuw ook kon dienen om de eigen stem kenbaar te maken) mij passeerde, ’t rondje Malieveld maakte om bij mij terug te keren om nieuw leven in de schreeuw te komen halen.
Natuurlijk ben ik ‘t wel ‘ns ergens niet mee eens.
Natuurlijk sla ik wel ‘ns met de vuist op tafel.
Natuurlijk heb ik haar m’n rug toegekeerd toen ik Verdonk voor ‘t 1st in levende lijve zag.
Natuurlijk.
Natuurlijk ben ik tegen.
& Natuurlijk ontvangt men mijn steun zolang ’t maar geen geld kost.
& M’n stembiljet vul ik ook immer trouw in door een vakje rood te kleuren (hoewel ook Amsterdam in die zin sinds kort digitaliseert).

Hier zou dan een alinea volgen waarin ik beschrijf dat ’t allemaal eigenlijk best wel veel moeite kost om steeds maar weer je stem te moeten verheffen, om op de fiets te stappen & richting centrum te rijden, je fiets daar op een veilige plek buiten de route te plaatsen, op een grachtje waar ’t rellenrisico aangenaam laag ligt & de brugleuningen stevig & niet van hout lijken (dat gebeurt natuurlijk zelden, maar dat wilde ik dan gebruiken om ’t wat levendiger voorstelbaar te maken), om een rondje te lopen, of alleen een wandeling in grote menigte van a naar b, vaak dan beginnend op de Dam, eindigend op Museumplein, te schreeuwen, te zingen, me te schamen om ’t hoge carnavalsgehalte van de mededemonstrant, ’t lezen van de leuzen, ’t staan langs de kant om aan te tonen dat ik sympathiseer maar er eigenlijk niet bij wil horen, dat ’t me dus veel te veel moeite kost, zeker ook ’t schrijven van deze alinea, waardoor ik besloot om deze alinea maar in ’t geheel over te slaan.
Men zou vanzelf wel begrijpen wat ik bedoel: al die energie! waarom ’t huis uit?! ik heb nog wel wat anders te doen! ’t huishouden moet ook nog gedaan! zoveel vrije dagen heb ik niet! zo belangrijk zijn die vluchtelingen nu ook weer niet voor mij! & pedofilie kan op z’n tijd misschien best lekker zijn! zolang ’t maar niet regent als m’n was nog niet binnen is!
Nee, die argumenten waren niet nodig, dat had ik al snel door: m’n medemens is van zichzelf ook menselijk genoeg om daar vanzelfsprekend al begrip voor te hebben, of anders dit zelf aan den lijve te hebben meegemaakt, of anderszins zelf overwogen te hebben & van te veel woorden gaat men nu 1maal minder lezen.
Die alinea heb ik dus geschrapt, zult u wel begrijpen, m’n waarde landgenoot.

Dus die moeite, die wilde ik niet meer.
Daarom kwam men mij niet al te vaak tegen, op demo’s, zoals ze tegenwoordig schijnen te heten.
Bovendien was ik toch al vaak op dat soort tijdstippen aan ’t werk, de koelkast continu bijvullend om de mensen solidair toch redelijk betaalbaar van koud bier te kunnen voorzien.

Hé, dacht ik op gegeven moment, dat kunnen ze natuurlijk ook zelf!
Niet dat ik ze als luie donders beschouw, zij lopen immers die kms waar ik mezelf niet toe in staat of toe gemotiveerd acht.
Maar ze kunnen natuurlijk ook netjes thuis hun koelkasten bijvullen. & Daar rustig blijven zitten. & Via de computer kenbaar laten maken dat ze ’t niet pikken! Er genoeg van hebben! Dit gaat toch te ver! Zo kan ’t niet langer! Weg ermee! & ’t Kabinet kan ook naar huis!
Die zinnen kunnen ze toch met groot gemak & gebruik van ’t toetsenbord ’t internet oppleuren, ze kunnen zich toch met z’n allen op een site verzamelen & met z’n allen hard roepen ‘Nee!’
Desnoods spreken ze af dat ze allemaal tegelijk hun hoofd naar buiten steken als ze die gil ten beste geven.
Wil ik best ook nog wel ‘ns een keertje solidair zijn (moet ik wel bier van werk mee naar huis nemen & zorgen dat ’t tijdig in de koelkast staat, dan geef ik in ieder geval ’t goede voorbeeld & wat ik kan, wat ik dagelijks op m’n werk aan hen voorgedaan heb, dat moeten zij ondertussen ook thuis ten uitvoer kunnen brengen).

Dus als we ’t met z’n allen de volgende keer ’t helemaal er niet mee eens zijn, zullen we dan ‘ns een keertje gewoon thuis blijven, de avond ervoor de koelkast tot de nok toe volgestouwd, dat we dan met z’n allen dezelfde site bezoeken, waarop staat dat we ’t niet over ons heen laten gaan, dat er verandering nodig is, met een leuk tellertje die de kijkcijfers bijhoudt, met een ook zo leuk Wie-tellertje erbij, dat we met z’n allen de hele dag op die site blijven & dat we de minister-president bellen & zeggen: kijk nou ‘ns, meneer de minister-president, wie er allemaal 1 moment op dezelfde site aanwezig zijn, wel 100-en, nee, 1000-en bezoekers tegelijkertijd, sommigen met hun eigen naam, anderen als ‘gast’, omdat ze anoniem door ’t leven willen gaan, maar er evengoed ook virtueel bij willen zijn, zie je, meneer de minister-president, doe er wat aan, want anders gaan we met z’n allen weer de straat op.

Hoeven we ook niet zoveel moeite te doen om onze handtekening op die ene regel van ’t petitievel te laten passen.

& Aan ’t eind van de dag is er dan tenminste nog een koud biertje in de koelkast van Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *