Ik belde m’n notuliste. & Zij noteerde:
Ton aan de telefoon.
Hij is ergens bij de Wildeman.
Bierproeverij, maar hij was te vroeg.
Zegt hij midden in het gesprek: Ojee, er staat opeens iets voor mijn neus.
Ik: Wat? Lekker bier of een lekker wijf?
Hij: Nee, een rood wagentje.
Ik: Ojee.
Hij: Maar ik kan niet zien of het nou een Canta is of niet.
Ik: En nu?
Hij: Ja, weet ik niet.
Ik: Oh.
Hij: Ah, er staat wel Waaijenberg op, dus dan moet het een Canta zijn.
Ik: Dan moet je maar ophangen en een foto nemen.
Hij: Ja, dat moet dan maar.
Ik: Daaaag.
& We schakelden weer over naar waar ’t werkelijk om gaat in Zijperspace.