gewenning

‘Ik geef ook toe dat ik naar borsten kijk. Ik probeer ’t zo onopvallend mogelijk te doen, de vrouw mag niet merken dat ik m’n blik erop heb gevestigd, da’s een vorm van lastigvallen, vind ik, maar ’t blijft een feit dat ik de borsten zie. Hoe groot, wat voor bh, welke vorm; niets gaat in die ene tel aan m’n aandacht voorbij.
Ik dacht vroeger dat ik niet vrouw-onvriendelijk was in mijn dagelijkse omgang. Ik probeerde vrouwen te begrijpen, ze als gelijken te benaderen, verafschuwde wat seksisten juist aantrok. Maar op een gegeven moment bleek ik dat standpunt verlaten te hebben. In zoverre dat ik vanaf dat moment net zo uitbundig naar ’t vrouwelijk lichaam keek als andere mannen. Dat ik me daar in ieder geval bewust van was.’
‘Wanneer was dat?’
‘Weet ik eigenlijk niet. Opeens. Misschien.
Of nee: ik stond op een gegeven moment op de omloop van de school waar ik op zat. Op de omloop had je vrij uitzicht op alles wat zich in de zogenoemde agora afspeelde. Iedereen zag je voorbij gaan. Ik stond daar met een vriendin. Niet een goede vriendin, maar wel iemand die ik dagelijks zag op school. Ze behoorde tot de groep meisjes waar ik de pauzes mee doorbracht. Allemaal meisjes & ik.
Voorovergebogen naar iedereen die onder ons voorbij liep vertelde ik haar dat ik altijd borsten zag, dat hoe je als man ook was, dat je toch borsten bleef zien. & Ik vertelde dat ik bij elk meisje die ik tegenkwam onmiddellijk zag hoe haar borsten er uitzagen. Ik gaf haar een voorbeeld door de borsten te beschrijven van ’t meisje dat onder ons passeerde.
Ze heeft een tijdlang niet met mij gepraat.’
‘Geschrokken?’
‘Ja, zij wel. Ik eigenlijk ook. Ik had m’n mond moeten houden, vond ik. Maar ik vertelde gewoon iets dat voor mij doodnormaal was. Eigenlijk is elke afwijking doodnormaal. Er is iets waardoor je die afwijking hebt gekregen, dus is ’t normaal. Elke gebeurtenis vormt een mens, vormt z’n karakter, z’n afwijkingen, dus de gevolgen daarvan zijn niet meer dan normaal.’
‘Ja, hé! Dan zouden verkrachters of moordenaars ook normaal zijn.’
‘Dat zijn ze ook. Er is iets gebeurd wat ze heeft gedreven tot de wandaden die ze hebben begaan. Waardoor ’t een normaal verschijnsel is, want ’t is nl te verklaren. Maar daarmee wil ik niet zeggen dat zo’n persoon niet veroordeeld moet worden. Uiteindelijk heeft zo’n persoon iets verkeerds gedaan. Daarvan moet duidelijk gemaakt worden dat ’t niet kan.’
‘Dat wou ik zeggen.’
‘Ik ben er nu achter gekomen dat je bepaalde dingen gewoon vaak moet zien. Zoals blote borsten op ’t strand, vooral in de tijd dat iedere vrouw topless lag, op een gegeven moment niet bijzonder meer zijn.
Zo vond ik enkele jaren geleden die tassen waarvan ‘t hengsel tussen de 2 borsten werd gehangen verschrikkelijk. In die zin dat ik m’n blik er maar niet vanaf kon wenden. Ontzettend erotisch. Er bestond niets erotischer dan een tas om de schouders van een vrouw te hangen, dacht ik toen. Ik zou ook niet op een vrouw vallen in die tijd, die niet een dergelijke tas zou hebben. Alles ziet er zo mooi uit, met zo’n tas. Je weet precies waar je aan toe bent, zonder dat de details gepresenteerd worden.
Maar nou kwam ik er van de week achter dus, dat alles went. ’t Nieuwe seizoen is begonnen, de vrouwen dragen hun tassen weer op de manier die ik zo graag mocht aanschouwen. & Ik zie dus een dame voorbij lopen die daaraan beantwoordt, wiens borsten door de band van de tas duidelijk van elkaar gescheiden worden. & Een dame bovendien die niet onbedeeld was gebleven toen god onze lieve heer de voorgevels aan ’t verdelen was. Ik zie haar & ik denk: “Ja, dat hebben we wel gehad, die tassen.”
Zie je, alles went.’

Zelfs in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *