glazen

‘Sorry,’ roep ik de jongen na, ‘’t is niet de bedoeling dat je aan de achterkant van ’t gebouw gaat zitten. Als je ons bier wilt drinken dan kan je voor de brouwerij, aan de waterkant of op ’t terras gaan zitten. Niet ergens anders.’
Ik zag ‘m nog net wegglippen op ’t moment dat ik begon met glazen halen. Met 2 volle glazen. Ik haastte me achter ‘m aan.
‘Ah, kan ’t echt niet?’
‘Nee, sorry. Er komen zo ontzettend veel mensen dat we ’t overzicht beginnen te verliezen.’
‘Maar ik heb slecht nieuws vandaag gehad. Ik wilde even op een rustig plekje ergens gaan praten.’
‘Dat snap ik best. Ik vind ’t vervelend voor je, maar ik wil toch niet dat je daar gaat zitten. We hebben ruimte zat om ergens anders rustig te zitten.’
Hij knikt iets van oké. Ik ga verder met m’n rondje glazen halen.

We zijn klaar met schoonmaken. Voor de deur hebben we 2 stoelen neergezet. 2 Glazen bier erbij & we kunnen zelf nog even genieten.
‘Daar schijnt nog de zon,’ wijst Peet naar ‘t terras.
‘Ik ben daar wel ‘ns gaan zitten na afloop van ‘t werk. Met Mar & Sas, geloof ik. Maar binnen 5 minuten vonden we ’t toch niets. Zaten we toch weer voor de deur.’
We praten nog een beetje na. Dat ’t uiteindelijk toch wel druk was. Met vlagen. Over hoeveel glazen er nu weer gejat zijn.
‘Toch wel grappig, hè, die brief?’ zegt Peet.
Een klant is weggestuurd omdat-ie 5 glazen in z’n tas had. Kwam al jaren, maar hoeft nu niet meer terug te komen. Hij heeft een brief gestuurd waarin hij z’n spijt betuigt & vraagt of we ‘m misschien weer kunnen toelaten. Voorlopig zonder resultaat.
‘We zouden die brief op kunnen hangen,’ zeg ik. ‘Dan denken mensen wel een 2e keer na voordat ze onze glazen jatten.’
‘Ik weet dus helemaal niet wie hij is,’ zegt Peet.
‘Hij kwam hier elke week. Anton, heet-ie. Met een groepje mannen van ong dezelfde leeftijd. Ach, je kent ‘m vast wel.’
Maar onze aandacht wordt afgeleid door een stelletje dat van ’t terras afkomt. De jongen haalt z’n fiets van slot. ’t Meisje staat ernaast, met een volgeladen tas van Albert Heijn. Ze praten. Ons gesprek stokt.
‘Hé,’ zeg ik op een gegeven moment, ‘hoor jij dat ook?’
‘Ja,’ zegt Peet.
Maar we blijven zitten. We kijken hoe ’t stel afscheid van elkaar neemt. De jongen blijkt degene te zijn die eerder op de dag achter ’t gebouw wilde gaan zitten. Hij is nog steeds met z’n slot bezig.
‘We moeten er eigenlijk wat van zeggen,’ zeg ik als ’t meisje naar de overkant loopt.
‘Loop dan naar ze toe.’
‘Nee, want straks heb ik ongelijk.’
& Toch doe ik ‘t.
‘Sorry,’ begin ik, terwijl ik achter ’t meisje aanloop, ‘mag ik je wat vragen?’
Ze keert zich om: ‘Ja, natuurlijk.’
‘Ik werk hier al jaren. & Daarom herken ik ’t geluid volgens mij uit 1000-en. Ik dacht dat uit jouw tas ’t geluid hoorde komen van enkele van onze glazen. Ze tikten tegen elkaar aan.’
’t Is vreemd te zien hoe snel een gezichtsuitdrukking kan veranderen. Geen blozen, maar opeens een uitdrukking van eerlijk & openhartig. De enige manier om er onderuit te komen, lijkt haar overlevingsstrategie in deze.

De detectoren werken in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *