Ik snapte 1st al niet waarom ze zo vroeg in ’t seizoen langs kwamen. Februari, & dan al als hommel op jacht naar eten in mijn tuin. De tuin die vorig jaar door bijna geen enkele hommel gevisiteerd werd totdat-ie in volle bloei kwam. Toen wisten ze me opeens wel te vinden.
Dit jaar dus veel te vroeg, in veel te grote getale & nog zonder enig coördinatievermogen. Gister moest ik de 1e op een slinkse wijze buiten zien te krijgen. Afgelopen nacht bleek er een 2e zich tot m’n huiskamer doorgedrongen te hebben. Deze bleek niet meer te kunnen vliegen, want vast in een potje, waarvan ’t deksel ontbrak. Ik heb er een stukje papier opgedrukt & ’t potje buiten leeggegooid.
Vanochtend zag ik dat ’t insekt nog steeds aanwezig was. ’t Bevond zich midden tussen de dode takken die ik afgelopen dagen op een hoop had verzameld. Hele toeren haalde ze uit over de takken: klom bovenop een tak & buitelde vervolgens weer voorover, waardoor ze opnieuw er onder bungelde.
Ik heb ’t tafereeltje 5 minuten gadegeslagen, maar moest op gegeven moment toch maar weer ‘ns naar binnen, denkend aan m’n eigen gezondheid.
Een ½ uur later heb ik gecontroleerd of ’t beest nog aanwezig was. Ze was inderdaad nog steeds dezelfde capriolen aan ’t uithalen in de bos takken.
Ze wriemelde zich in de loop van de middag, hoewel ik de indruk had dat ze blind was (hoe werkt dat ook alweer bij insekten), naar ’t midden van de takkenbos. Haar graf, zo leek ’t, diep weggedoken van de levende wereld.
Een uur later was ze niet meer waar te nemen.
Een zelfgekozen graf rijker in Zijperspace.